OPEL INSIGNIA
Je hoeft maar even een blik naar binnen te werpen om te zien dat de Opel Insignia een rijdersauto is. Alle bedieningselementen zijn rond de bestuurder gegroepeerd. Bovendien heb je voorin een riante hoeveelheid hoofd- en beenruimte, wat deels te danken is aan de vele instelmogelijkheden van de uitstekende – zij het optionele – comfortstoelen. De beenruimte achterin is ook goed voor elkaar en het interieur is breed genoeg om ruimte voor jezelf over te houden. Daarentegen wordt de hoofdruimte beperkt door de aflopende daklijn. De kofferruimte is met 490 liter niet zo groot (alleen in de Audi kun je nog minder spullen kwijt), maar wat betreft flexibiliteit slaat de Insignia zijn concurrentie om de oren met een in drie delen neerklapbare achterbank en een grote achterklep. De veiligheidsuitrusting van de Opel is er flink op vooruitgegaan ten opzichte van zijn voorganger. Zo heeft de dure Innovation-uitvoering standaard matrix-led-verlichting. De Opel heeft ook een systeem dat waarschuwt voor kruisend verkeer, bijvoorbeeld als je ach- teruit de weg wilt opdraaien. Een noodremassistent is standaard. Op het gebied van afwerking is er nog ruimte voor verbetering, zoals bij de soms wat slordig ingepaste panelen.
SNEL EN ZUINIG
Op het testparcours laat de Insignia zien dat hij sportief is: hij laat de snelste rondetijd noteren. De onderstelafstemming zal voor sommige mensen misschien te stevig zijn. Vooral in de sportstand van de adaptieve schokdempers gaat het er in snelle bochten nogal bruut aan toe. Ook in de comfortabele stand weet de Opel niet zo goed raad met oneffenheden als de Audi. Met koude remmen staat de Opel na 32,9 meter wel als eerste stil. De turbodiesel doet het prima: samen met de Renault zet de Opel de snelste tijd neer op de sprint van 0 naar 100, terwijl hij net als de Kia genoeg heeft aan 6,4 liter diesel per 100 kilometer. Als we alle punten bij elkaar optellen, komt de Insignia achter de Skoda Superb terecht op de derde plaats.