Gert Wegman
De wereld is vol van snelle, dure en exclusieve auto’s. Er zijn er echter maar weinig die zo’n bijzonder effect op onszelf of onze omgeving hebben als een Ferrari. We ervaren deze magie aan den lijve tijdens een lang weekend met een parelmoerwitte GTC4Lus
“Wanneer de adrenaline weer is gedaald, zet ik de manettino op Comfort. We doen net alsof we de Ferrari GTC4Lusso T om praktische redenen hebben meegenomen.”
Het is kwart over zes, een mooie septemberavond in een doorsnee hofje in een doorsnee dorp in MiddenNederland. Vanwege het aangename weer bivakkeren veel buren nog buiten. Op de achtergrond klinkt vaag een mysterieus gebulder, dat snel naderbij komt. Vreemd, Luchtmachtbasis Soesterberg is toch allang gesloten? Maar het is geen verbeelding. Sterker nog, even later echoot het slurpende uitlaatgeluid tegen de gevels en dendert de bron van het dreigende gedonder het hofje op. Een laag, gestrekt profiel met een motorkap oneindig als de Povlakte, en in de grille het onmiskenbare cavalinhorampante. Zodra de buurtbewoners het steigerende paard ontwaren, is er geen houden meer aan. Nog voordat ik de bijna vijf meter lange Ferrari GTC4Lusso T onder de carport heb kunnen manoeuvreren, staat de oprit vol met druk pratende, fotogra- ferende en verlekkerd kijkende buren. Iedereen wil er even in zitten, de meeste mannen staan te popelen om de motor te bekijken en uiteraard vliegen de ‘wat-kost-ie-nou’s’ me om de oren. De vijfjarige Daan is nogal overdonderd door al die belangstelling voor ‘zijn’ Ferrari – ik had immers alleen hém een ritje op de achterbank beloofd. Maar uiteindelijk komt het hoge woord er uit: “Buurman Gert, hoe hard kan-ie?” Nadat hij het antwoord grijnzend tot zich heeft genomen, vraagt hij meteen wanneer we nou weggaan ...
BETAALBAAR ALTERNATIEF
Dat de GTC4Lusso T niet de allerduurste of allersnelste Ferrari is, acht niemand van enig belang. De magische naam staat borg voor geraffineerde lijnen, meeslepende prestaties en voor rijeigenschappen die de natuurwetten tergen. Al die kenmerken maken elke Ferrari
tot een topmodel. Punt uit. Of de auto nu een voorin geplaatste V8 met turbo heeft of een centraal geplaatste atmosferische V12, niemand die het interesseert. En ook is er niemand die zich hoofdschuddend afwendt als je zegt dat de GTC4 Lusso een vierpersoons shooting brake is, in plaats van een tweezits supersportwagen. Wanneer ik daarentegen vertel dat de basisprijs van de auto de gemiddelde huizenprijs op het hofje evenaart, beginnen de eerste buren af te druipen. En dat terwijl de achterwielaangedreven Lusso T het ‘betaalbare alternatief’ is voor de ‘gewone’ Lusso, met V12 en vierwielaandrijving. Die laatste staat voor een kleine vier ton in de prijslijst, terwijl je de instapversie van de GTC4Lusso T al voor exact 296.638 euro de jouwe mag noemen. Het prijsverschil van 76 mille is voor een belangrijk deel te danken aan het lagere verbruik van de V8-turbomotor, dat op zijn beurt voor minder CO2-taks zorgt. En de V8 mag dan 80 pk minder opbrullen dan de V12, hij zeult ook 200 kilo minder aan wagengewicht mee. Dat zit hem niet alleen in de veel compactere motor (3,9 in plaats van 6,3 liter) maar ook in het lichtere onderstel. In harde cijfers: ‘onze’ Ferrari legt de honderdsprint in 3,5 seconden af, de V12 is welgeteld één tiende sneller. De topsnelheid van de V12 bedraagt 335 km/h, maar met de 320 km/h van de Lusso T valt goed te leven. Zeker als je bedenkt dat hij in slechts 10,8 tellen van 0 tot 200 km/h knalt ...
HONGERIG
Hoe indrukwekkend die cijfers op papier ook zijn, vergeleken met de astronautische lanceerervaring die ik achter het stuur opdoe, zijn ze totaal nietszeggend. Na de luidruchtige blafstart klinkt de geblazen V8-motor stationair al wat gehaast en hongerig. Ik moet me dan ook inhouden om het uitdagende gegrom niet onmiddellijk te beantwoorden met een stevige stamp op het gaspedaal. Om te voorkomen dat ik me te vroeg laat gaan, draai ik even aan de grote knop links op het dashboard. Naast de centraal geplaatste toerenteller (voor 702 euro krijg je hem in het geel) verschijnen de olie- en koelvloeistoftemperatuur in beeld. Voordat die de 80 graden zijn gepasseerd, is piano-piano het credo. Wanneer de levenssappen van de V8 op bedrijfstemperatuur zijn, neem ik de handschoen op. De manettino gaat in de sportstand en ik selecteer de manuele stand van de zeventraps transmissie. Rekening houdend met alle passagiers – je hebt niet voor niets een gezins-Ferrari bij je – laat ik de launchfunctie voor wat ze is. Even een geschikt plekje opzoeken en … gas! Ondanks ‘enkel’ achterwielaandrijving en het gewelddadige koppel van 760 Nm klauwt het 295 millimeter brede rubber zich in het asfalt vast. Als een honkbal die na een gedoodverfde homerunslag toch in de handschoen van de verre velder belandt, word ik in het geperforeerde leer geperst. Eindelijk kan de V8 zijn ware aard tonen. Om dat te vieren, brengen de vier uitlaten een concertogrosso ten gehore dat kippenvel veroorzaakt op plekken waarvan je niet eens
DE PAPIEREN CIJFERS ZIJN NIETS VERGELEKEN MET DE ASTRONAUTISCHE LANCEERERVARING VAN DE WERKELIJKHEID.
vermoedde dat je ze had. Ten teken dat het maximum toerental nadert, licht op het stuur een rijtje rode leds op. Wham! Tik tegen de rechterflipper en naar twee. Een fractie van een seconde laat het leer me los, om me vrijwel onmiddellijk weer krampachtig te omhelzen. Deze exercitie herhaalt zich bij elk euforisch schakelmoment en in een tijdsbestek waarbinnen je normaliter de 100 aantikt, zien wij op de snelheidsmeter een 1 en een 9 voorbijflitsen. Vanaf de achterbank klinkt geschater en gejuich. Helaas is het tijd om vaart te minderen. Ik rem stevig af, en het lijkt alsof ik het anker van een olietanker heb uitgegooid. De carbon-keramische Brembo’s happen als een Spaanse politiehond in een Catalaanse onafhankelijkheidsdemonstrant en zorgen dat we als Braafmans zelf onze weg vervolgen.
EIGENAARDIGHEDEN
Wanneer de adrenaline weer tot beneden het hooliganniveau is gedaald, zet ik de versnellingsbak in A en de manettino op Comfort. We doen net alsof we de GTC4Lusso T om praktische redenen hebben meegenomen, en dat lukt prima. Als de bestuurder en de bijrijder zichzelf een beetje sociaal opstellen, vinden achterin niet al te grote volwassenen een prima zitplek. Ze beschikken over
individuele stoelen met veel zijdelingse steun, bovendien hebben ze eigen ventilatieroosters, usb-aansluitingen en een riante middenarmsteun. Voor wat extra ruimtelijke ervaring, is het glazen panoramadak ten bedrage van een leuke Hyundai i10 een aanrader. Vooraf had ik geen hoge verwachtingen van het veercomfort. Ik vermoedde dat de 20-inch wielen en de ultraplatte banden een microscopisch nauwkeurige analyse zouden opleveren van de in het asfalt verwerkte kiezels en de dikte van de belijning. Maar algauw blijkt dat de wielophanging, de elektronisch geregelde dempers en de lange wielbasis (2,99 m) samen voor een aangename veerkarakteristiek zorgen. Dat maakt de auto inderdaad uitstekend geschikt voor snelle gezinstripjes. Daarbij moet de meegenomen bagage binnen de perken blijven, want de kofferbak is niet overdreven groot. Wat eigenlijk het meest verbaast aan deze auto, is het gemak waarmee hij rijdt, al kent de bediening wel enkele eigenaardigheden. Zo hebben de richtingaanwijzers links en rechts elk hun eigen knop op het stuur. Dat went snel, maar blijkt bij het verlaten van een rotonde niet zo handig. Dan zit de toets vaak net verkeerd. Ook de A- en R-knop van de transmissie zijn anders dan je gewend bent, evenals de bediening van de cruisecontrol met de knoppen links op het dashboard. De GTC4Lusso T laat zich heel aangenaam besturen. Het gaat minder licht en met meer gevoel dan bij de vierwielaangedreven GTC4Lusso. Onder normale omstandigheden is de besturing superdirect, maar niet té ner- veus. Begeef je je op snel en zeer bochtig terrein, dan moet je daarentegen niet te hard gaan knipperen als je een vuiltje in je oog krijgt, want bij de minste of geringste beweging volgt al een koerswijziging. Maar normaliter is de chirurgische precisie van de besturing geweldig. Als het er stevig aan toe gaat, sturen de achterwielen mee. Dat zorgt voor een uitzonderlijk goede feedback, die de man of vrouw achter het stuur laat blaken van zelfvertrouwen. Als je de bijrijder wilt laten meegenieten van je rijkunsten, bestel je voor 4235 euro het passagiersdisplay, waarop onder meer de gekozen rijmodus, de snelheid en de afstand tot de navigatiebestemming verschijnen. Dat je op glad wegdek bliksemsnelle en welkome assistentie krijgt van het elektronisch sperdifferentieel en de geavanceerde tractieregeling, wordt daarbij niet verraden ...
DIEP RESPECT
Zelfs als je stilstaat, is het genieten in de Ferrari. De afwerking is voorbeeldig en ik heb diep respect voor de runderen die zich hebben opgeofferd voor het overvloedig toegepaste leer. De pasnaden zijn smal en de stiksels voorbeeldig regelmatig. Daarentegen vind ik het onbegrijpelijk dat de prachtig ogende ventilatieroosters van hetzelfde plastic zijn gemaakt als het bord en de beker waarmee ik vroeger op schoolkamp ging. Een ander irritatiepuntje vormt de continu los schuivende vloermat in de voetenruimte van de bestuurder. Wat wil je ook, de mattenset met geborduurde Ferrari-logo’s kost niet meer dan een negendaagse rondreis door Cuba ... Overigens is al dat leer niet standaard, al met al kost dat een dikke 12 mille. Voor de geventileerde comfortstoelen moet je ook nog eens 2662 euro aftikken. De potentiële koper zal er niet wakker van liggen. Die zal zich hooguit achter de oren krabben als hij het totaalbedrag op de offerte ziet. Moet hij inderdaad deze V8 T nemen, of toch voor de V12 gaan? Ga maar na: met alle extra’s komt de testauto op 382.707 euro, waarmee hij met bijna 9 mille over de instapprijs van de GTC4Lusso heen gaat. Keuzes, keuzes … Wij zouden het wel weten. Natuurlijk is de V12 uit traditie-oogpunt de non-plus-ultra-gezins-Ferrari, maar de Lusso T is lichtvoetiger en speelser dan zijn grote broer. Bovendien is hij zuiniger. Dat dit in de kosten scheelt, zal de Ferrari-eigenaar worst zijn. Dat hij minder vaak hoeft te stoppen om te tanken, is – ondanks alle positieve aandacht die je bij tankstops ten deel valt – voor hem des te belangrijker. Want hoe meer kilometers je onafgebroken van de Ferrari-magie kunt genieten, hoe beter.
WAT EIGENLIJK HET MEEST VERBAAST AAN DEZE AUTO, IS HET GEMAK WAARMEE HIJ RIJDT.