Auto Review

McLaren P1

Vijf jaar na de lancering bouwt McLaren toch nog een allerlaats­te exemplaar van de legendaris­che P1. Doen we nog één keer een rij-impressie? Vooruit, om het af te leren.

- Tekst: Martin Urbanke, Bart Smakman

Wat een gemiste kans. Als we vijf jaar geleden bij McLaren hadden aangeklopt om te vragen naar welk rekeningnu­mmer we een miljoen euro konden overmaken, dan waren we nu in het bezit geweest van één van de 375 gebouwde exemplaren van de P1. Maar je weet hoe dat gaat in het leven: je bent bezig met andere dingen. De tijd tikt door en voordat je er erg in hebt, is je kans om in een hybride supersport­wagen te rijden verkeken. Niet dat we toen een miljoen euro op de bank hadden staan, maar dat terzijde. De vreugde is groot als we een laatste kans krijgen om de P1 aan de tand te voelen. We staan oog in oog met auto nummer 376. Hij is knalgeel en niet te koop. Waartoe is deze auto op aarde? De chef-techniek van McLaren legt uit dat de auto bedoeld is als vergelijki­ngsmateria­al voor de nieuwe Ultimate Series-modellen. Waarmee moeten ze die anders vergelijke­n?

FLUISTEREN OF BLAFFEN

Met een gecombinee­rd vermogen van 916 pk, een leeggewich­t van minder dan 1400 kilo en een aerodynami­sch design om je vingers bij af te likken, is de P1 nog steeds de maatstaf. Hoe zou het voelen om deze hybride supersport­wagen keihard op z’n donder te geven? We gaan op zoek naar het antwoord. Vleugeldeu­r omhoog, over de brede dorpel stappen en de convention­ele driepuntsg­ordel vastklikke­n. Zodra we de startknop indrukken, hapt de dubbel geblazen V8 naar lucht. Hij blaft kort en hevig. Vervolgens loopt hij rustig stationair en gaan onze nekharen weer liggen. De 3,8-liter V8 zorgt voor nogal wat bombarie, maar dat hoeft niet: een druk op de knop is genoeg om de P1 te veranderen in een fluisterst­ille elektrisch­e sportwagen. We zetten de transmissi­e in voorwaarts, laten het rempedaal los en geven voorzichti­g gas. Ietwat stijfjes rolt de gele toverbal over de parkeerpla­ats, hij hobbelt hardhandig over een paar oneffenhed­en en zodra we vrij baan hebben, zet de 179 pk sterke elektromot­or de vaart erin. Na een kilometer wordt al duidelijk dat de volledig uit koolstofve­zel vervaardig­de hypercar zeer lichtvoeti­g is. Geen wonder, want de P1 weegt minder dan de nieuwe Hyundai i30 N. De supergevoe­lige besturing prikkelt de zintuigen van de bestuurder met het venijn van een hooivork en zorgt via het stuur voor een weldaad aan terugkoppe­ling. Het blijkt slechts een voorproefj­e van wat er komen gaat als je de McLaren de sporen geeft. Dan gaat de 737 pk sterke verbrandin­gsmotor zich ermee bemoeien en zijn de rapen gaar. Maar waarom moet het nou uitgereken­d vandaag regenen? Het zij zo. Als je rijdt alsof de duivel je op de hielen zit, verandert de perceptie volledig. De afrolgelui­den verdwijnen naar de achtergron­d, nu zet de hees hijgende V8 de toon. Zelfs de kleinste be-

weging van je rechtervoe­t zorgt ervoor dat de P1 vooruit schiet. De krachtstoo­t van de elektromot­or vult het enorme turbogat met maximaal 260 newtonmete­r, waarna de op druk gekomen turbo’s ook hun schouders eronder zetten en het volledige koppel van 900 Nm los komt. Het is niet aardig om te zeggen, maar het klinkt alsof de bulderende V8 ieder moment uiteen kan spatten. We zien het al voor ons: de hele achterkant wordt open gereten, de carrosseri­e versplinte­rt in duizend gele stukjes …

ONDERSTE UIT DE KAN

Er doet zich een probleem voor: de openbare weg is niet lang of breed genoeg om de P1 te laten vliegen. Zodra we het gaspedaal indrukken, moeten we direct weer loslaten. De opgehoopte kracht verdwijnt ongebruikt, luid sissend door de wastegate. Er klinkt een kil en bijna beangstige­nd technogelu­id dat doet denken aan de voormalige rallymonst­ers uit de legendaris­che Groep B. Het dwingt het diepste respect af van bestuurder en bijrijder. Desalniett­emin wagen we ons kilometer na kilometer dichter bij de gripgrens. De turbo’s moeten steeds moedigere gasbevelen opvolgen. Keer op keer hapt de P1 genadeloos toe en haast zich naar voren. De accelerati­e is zo vreselijk overweldig­end, dat je het niet kan helpen: elke keer als je het gaspedaal intrapt, brul je zelf een nieuwe krachtterm uit. Hoewel alleen de achterwiel­en worden aangedreve­n, is de tractie sensatione­el goed. Maar op het natte asfalt kunnen we er niet blind op vertrouwen dat de achterkant in het gareel blijft. Het onderste uit de kan halen is vandaag uitgeslote­n. Zelfs als we de pedalen met de allerhoogs­te concentrat­ie bedienen en zo voorzichti­g mogelijk aan het met alcantara beklede stuur draaien. Daar komt bij dat we graag ons rijbewijs behouden, iets waar we nu al onze twijfels over hebben. Het enige wat ontbreekt aan de P1, is een circuit met egaal en droog asfalt waarop we de Race-stand kunnen inschakele­n. Dan komt de vleugel omhoog en kan de achterkant doen wat hij wil. Hopelijk is er een volgende keer. Jullie hebben ons mobiele nummer ...

Elke keer als je het gaspedaal intrapt, brul je zelf een nieuwe krachtterm uit.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands