McLaren P1
Vijf jaar na de lancering bouwt McLaren toch nog een allerlaatste exemplaar van de legendarische P1. Doen we nog één keer een rij-impressie? Vooruit, om het af te leren.
Wat een gemiste kans. Als we vijf jaar geleden bij McLaren hadden aangeklopt om te vragen naar welk rekeningnummer we een miljoen euro konden overmaken, dan waren we nu in het bezit geweest van één van de 375 gebouwde exemplaren van de P1. Maar je weet hoe dat gaat in het leven: je bent bezig met andere dingen. De tijd tikt door en voordat je er erg in hebt, is je kans om in een hybride supersportwagen te rijden verkeken. Niet dat we toen een miljoen euro op de bank hadden staan, maar dat terzijde. De vreugde is groot als we een laatste kans krijgen om de P1 aan de tand te voelen. We staan oog in oog met auto nummer 376. Hij is knalgeel en niet te koop. Waartoe is deze auto op aarde? De chef-techniek van McLaren legt uit dat de auto bedoeld is als vergelijkingsmateriaal voor de nieuwe Ultimate Series-modellen. Waarmee moeten ze die anders vergelijken?
FLUISTEREN OF BLAFFEN
Met een gecombineerd vermogen van 916 pk, een leeggewicht van minder dan 1400 kilo en een aerodynamisch design om je vingers bij af te likken, is de P1 nog steeds de maatstaf. Hoe zou het voelen om deze hybride supersportwagen keihard op z’n donder te geven? We gaan op zoek naar het antwoord. Vleugeldeur omhoog, over de brede dorpel stappen en de conventionele driepuntsgordel vastklikken. Zodra we de startknop indrukken, hapt de dubbel geblazen V8 naar lucht. Hij blaft kort en hevig. Vervolgens loopt hij rustig stationair en gaan onze nekharen weer liggen. De 3,8-liter V8 zorgt voor nogal wat bombarie, maar dat hoeft niet: een druk op de knop is genoeg om de P1 te veranderen in een fluisterstille elektrische sportwagen. We zetten de transmissie in voorwaarts, laten het rempedaal los en geven voorzichtig gas. Ietwat stijfjes rolt de gele toverbal over de parkeerplaats, hij hobbelt hardhandig over een paar oneffenheden en zodra we vrij baan hebben, zet de 179 pk sterke elektromotor de vaart erin. Na een kilometer wordt al duidelijk dat de volledig uit koolstofvezel vervaardigde hypercar zeer lichtvoetig is. Geen wonder, want de P1 weegt minder dan de nieuwe Hyundai i30 N. De supergevoelige besturing prikkelt de zintuigen van de bestuurder met het venijn van een hooivork en zorgt via het stuur voor een weldaad aan terugkoppeling. Het blijkt slechts een voorproefje van wat er komen gaat als je de McLaren de sporen geeft. Dan gaat de 737 pk sterke verbrandingsmotor zich ermee bemoeien en zijn de rapen gaar. Maar waarom moet het nou uitgerekend vandaag regenen? Het zij zo. Als je rijdt alsof de duivel je op de hielen zit, verandert de perceptie volledig. De afrolgeluiden verdwijnen naar de achtergrond, nu zet de hees hijgende V8 de toon. Zelfs de kleinste be-
weging van je rechtervoet zorgt ervoor dat de P1 vooruit schiet. De krachtstoot van de elektromotor vult het enorme turbogat met maximaal 260 newtonmeter, waarna de op druk gekomen turbo’s ook hun schouders eronder zetten en het volledige koppel van 900 Nm los komt. Het is niet aardig om te zeggen, maar het klinkt alsof de bulderende V8 ieder moment uiteen kan spatten. We zien het al voor ons: de hele achterkant wordt open gereten, de carrosserie versplintert in duizend gele stukjes …
ONDERSTE UIT DE KAN
Er doet zich een probleem voor: de openbare weg is niet lang of breed genoeg om de P1 te laten vliegen. Zodra we het gaspedaal indrukken, moeten we direct weer loslaten. De opgehoopte kracht verdwijnt ongebruikt, luid sissend door de wastegate. Er klinkt een kil en bijna beangstigend technogeluid dat doet denken aan de voormalige rallymonsters uit de legendarische Groep B. Het dwingt het diepste respect af van bestuurder en bijrijder. Desalniettemin wagen we ons kilometer na kilometer dichter bij de gripgrens. De turbo’s moeten steeds moedigere gasbevelen opvolgen. Keer op keer hapt de P1 genadeloos toe en haast zich naar voren. De acceleratie is zo vreselijk overweldigend, dat je het niet kan helpen: elke keer als je het gaspedaal intrapt, brul je zelf een nieuwe krachtterm uit. Hoewel alleen de achterwielen worden aangedreven, is de tractie sensationeel goed. Maar op het natte asfalt kunnen we er niet blind op vertrouwen dat de achterkant in het gareel blijft. Het onderste uit de kan halen is vandaag uitgesloten. Zelfs als we de pedalen met de allerhoogste concentratie bedienen en zo voorzichtig mogelijk aan het met alcantara beklede stuur draaien. Daar komt bij dat we graag ons rijbewijs behouden, iets waar we nu al onze twijfels over hebben. Het enige wat ontbreekt aan de P1, is een circuit met egaal en droog asfalt waarop we de Race-stand kunnen inschakelen. Dan komt de vleugel omhoog en kan de achterkant doen wat hij wil. Hopelijk is er een volgende keer. Jullie hebben ons mobiele nummer ...
Elke keer als je het gaspedaal intrapt, brul je zelf een nieuwe krachtterm uit.