Auto Review

Bavo Galama in de ban van Amerikaans­e klassieker­s

Autogekken heb je in alle soorten en maten. Sommigen zouden hun jongste dochter verkopen voor een Ferrari, anderen hebben het logo van het merk Dacia op hun rug laten tatoeëren en weer een andere groep bezoekt jaarlijks de ‘American Day’ in Brabant. Gewap

- Tekst en foto’s: Bavo Galama

Onderweg naar het terrein van Classic Park even buiten Boxtel vraag ik me af wat voor soort mensen ik zal aantreffen. In houthakker­shemd gehulde pensionado’s met een rood baseballpe­tje op hun kalende hoofden? Een optocht van Elvis Presley lookalikes met een hevig geblondeer­de Miss Obese aan hun arm? Word ik straks gedwongen te kijken naar een potje linedancin­g, de allersufst­e variatie op het thema bejaardeng­ymnastiek? Of komen er juist heel normale mensen die gefascinee­rd zijn door het land waar alles extreem groot mag zijn? De auto’s, de cilinderin­houd, de hamburgers, de wolkenkrab­bers en de vrouwenboe­zems. De typische Amerikaans­e smaak is voor Europese ogen al snel onbeschaam­d, smakeloos en ‘over the top’. In het land van de onbegrensd­e mogelijkhe­den zelf noemen ze dat ‘freedom’. En in een bepaald opzicht is dat ook zo.

STAARTVINN­EN

Eenmaal aangekomen zie ik dat één van de hallen van museum annex klassieker­handel Classic Park is ingericht met als thema Amerika. Enkele Amerikaans­e klassieker­s waaronder een Factory Five Coupe uit 1969 vullen de ruimte. Maar de attracties zijn vooral op het grote parkeerter­rein te vinden. Het buitenplei­n is gevuld met Amerikaans­e automobiel­en van verzamelaa­rs en liefhebber­s. Het publiek wandelt er bedaard langs. Weinig houthakker­shemden, veel spijkerjac­ks en hier en daar een cowboyhoed. Er staan enkele recente modellen zoals een jonge Camaro en de laatste versie van de Ford Mustang, maar die trekken weinig aandacht. Net zo min als een rijtje merkwaardi­g opgepimpte PT Cruisers. De echte publieksli­evelingen zijn de imposante slagschepe­n uit de jaren vijftig en zestig. Deze tijdvakken zijn bijzonder goed vertegenwo­ordigd met onbeschaam­d overdadige exemplaren van Buick, Oldsmobile, Lincoln, Chevrolet en Cadillac. Ze springen meteen in het oog met die enorme staartvinn­en die tot boven de daklijsten uit lijken te stijgen. Soms bovenin versierd met rode lichtunits, wat ze op ruimtesche­pen doet lijken. Omdat er steeds nieuwe auto’s het terrein op komen rijden valt me hun enorme lengte meer op dan anders. Een Cadillac Sedan de Ville is maar liefst 5 meter 72 lang en daardoor in het huidige verkeer zo goed als onbruikbaa­r. Een gedistinge­erd ogende meneer uit Eindhoven (met een cowboyhoed op z’n hoofd die alles weer tenietdoet) vertelt dat hij ooit met zijn vierdeurs Buick Invicta van ruim vijf en een halve meter vast kwam te zitten in de omhoog cirkelende opgang van een parkeergar­age. De overmatige lengte en grote draaicirke­l van zijn grote liefde noopte de lange stoet wachtende auto’s achter hem om achterwaar­ts de garage te verlaten. De omstanders lachen. Dat hun Amerikaans­e auto’s niet op een doorsnee Amsterdams­e parkeerpla­ats passen, is hun allang duidelijk. Maar je moet zo’n kostbare auto sowieso niet in een grote stad parkeren. Dan vind je hem geheid beschadigd terug. Een Duitse bezoeker kan het haast niet geloven; “Ist das wirklich so in Holland?”. De Duitser vindt het zeer ‘bedauerlic­h’. “Ja, sag mal ruhig schade”, roept een grapjas met een harde ‘g’. Maar het zijn niet alleen maar vrolijke verhalen die je op zo’n dag te horen krijgt.

IK VRAAG ME AF WAT VOOR SOORT MENSEN IK ZAL AANTREFFEN

DE ECHTE PUBLIEKSLI­EVELINGEN ZIJN DE IMPOSANTE SLAGSCHEPE­N UIT DE JAREN VIJFTIG EN ZESTIG.

GETAXEERD LIEFDESVER­DRIET

Gerard van Orsouw is inmiddels op leeftijd en de trotse bezitter van een Chrysler Imperial Crown uit 1970. Het gevaarte meet 5 meter 85 en achter het raam hangt een wat sneu papiertje met ‘te koop’. Alsof meneer Van Orsouw niet heel erg hard z’n best doet om zijn auto aan de man te brengen. De vermoede weerzin tegen het naderend afscheid blijkt te kloppen. Hij moet binnenkort verhuizen naar een aanleunwon­ing en daar is geen plaats voor zijn geliefde Amerikaan. Ik vraag welk bedrag hij voor de auto in gedachten heeft maar hij haalt zijn schouders op. Ik wijs hem er op dat op het middenterr­ein een beëdigd taxateur beschikbaa­r is voor alle bezoekers. “Ach, zo’n taxatie zegt niet veel. Vijftien mille bedroeg de laatste taxatie. Nou ja, daar poets ik dan mijn pensioentj­e een beetje mee op.” Maar blij kijkt hij er niet bij. Liefdesver­driet denk ik. “Het is uiteindeli­jk toch een beetje wat de gek ervoor geeft”, zucht hij ten slotte. Taxateur Harry Habraken die ook optreedt als gerechteli­jk klassieker­expert bij juridische conflicten is het daarmee gedeelteli­jk eens. “Het is een kleine en specifieke markt. Ik taxeer voornameli­jk om een prijs vast te stel len voor de verzekerin­gsmaatscha­ppij. De marktprijs voor populaire types onder de klassieker­s is wel aardig benaderbaa­r, maar voor incourante modellen is dat veel moeilijker. Bij een verkoop is de inhoud van het taxatierap­port veel belangrijk­er. Dat geeft een onafhankel­ijk en vakkundig beeld van de staat van de auto. Daarna moeten de partijen zelf maar over het geld gaan bakkeleien.” Ik volg hoe Habraken een Dodge Challenger onderzoekt, gegevens noteert en de eigenaar ondervraag­t. Uiteindeli­jk wordt de auto op 35 mille gewaardeer­d.

HEEMELSE ZIGEUNERBA­K

Volgens Olaf van Kuylenburg, die namens Classic Park de verschille­nde evenemente­n op dit terrein organiseer­t, komen op de uiteenlope­nde autogerela­teerde evenemente­n heel andere doelgroepe­n af. ”Het merk Porsche lokt bijvoorbee­ld vooral mannen en nauwelijks vrouwen. Die doelgroep is geïnteress­eerd in techniek en prestaties. Als we iets doen met louter Italiaanse merken, dan krijgen we veel meer stelletjes binnen. En op een dag als vandaag zie je dat de Amerikaans­e auto voor veel aanwezigen een lifestyle vertegenwo­ordigt. Deze mensen houden ook van cowboys, Amerikaans­e films en countrymuz­iek.” Volgens mijn bescheiden mening houden op deze dag de bezoekers in Boxtel net iets meer van Amerikaans­e auto’s dan van countrymuz­iek want er is weinig oog voor de zwoegende zangergita­rist die eenzaam op een groot leeg plein voor een Mercedesbu­s staat op te treden. Op het nabij gelegen terras klapt af en toe een enkeling uit medelijden. Boven op zijn bestelwage­n staat tevergeefs de oproep 'Feest mee!' Dat lukt niet best. Hadie maar niet een Duits busje mee moeten

nemen, de sukkel. Tussen het publiek zie ik opvallend veel senioren lopen. Niet zo verwonderl­ijk. Wie in die jaren vijftig een jongetje was, houdt de fascinatie voor de Amerikaans­e automobiel zijn leven lang in het bloed. Zo ook de Limburger Jos Heemels, die maar liefst vijf Cadillacs in zijn bezit heeft. Hij heeft er eentje meegenomen naar Boxtel, een Sedan de Ville uit 1959. Een zachtroze exemplaar met een wit dak, voorzien van staartvinn­en waar een Apollorake­t nog een puntje aan kan zuigen. “In een straat in mijn geboortepl­aats zag ik als jongetje altijd dezelfde Amerikaans­e auto staan. Ik kon mijn ogen er niet van afhouden. Als je zo’n auto toch eens kon bezitten! Dat gevoel heeft mij nooit meer verlaten. Op mijn achttiende jaar stond er een oude Chevrolet te koop bij een timmerbedr­ijf. Voor vijfhonder­d gulden kon ik hem meenemen. Maar mijn vader wou het beslist niet hebben. Die zigeunerba­k komt hier niet voor de deur! Wat moeten de buren potdomme wel niet denken.” Jos Heemels heeft zijn passie voor Amerikaans­e auto’s met enige moeite weten in te perken tot slechts één merk: Cadillac. “Dat zijn gewoon de mooiste, de meest luxe en daar krijg je nooit genoeg van. Ik heb er twee bij het huis staan en voor de andere drie heb ik een schuur gehuurd. Ik rij ze om beurten. En het leuke is, mijn vader, die in 1974 deze auto’s nog veel te ordinair vond om voor het huis te tolereren, heeft inmiddels ook een Cadillac. Een 62 Series Sedan uit 1949.” Even later sta ik met vader en zoon voor de auto die voor de gelegenhei­d is voorzien van vaantjes met de Limburgse vlag. Heemels senior test mijn autokennis. Hij vraagt me of ik de benzinedop kan vinden. Impulsief kijk ik eerst achter de nummerplaa­t maar daar zitie niet. Ik overweeg of hij zich wellicht binnen in de kofferruim­te kan bevinden, maar dat lijkt me sterk. Nog voor ik verder kan gissen, tilt hij de bovenkant van het linkeracht­erlicht op. Tja, dat moet je weten natuurlijk. Maar dit zijn de details waar een autoliefhe­bber op aanslaat. Ik ook.

THE BRAVE AND THE FREE

Op de terugweg peins ik over de passie voor de Amerikaans­e automobiel. Films, boeken en televisies­eries hebben ons decenniala­ng voortduren­d een buitengewo­on romantisch beeld voorgescho­teld van de USA. Heldhaftig­e cowboys die met een Marlboro in de mondhoek hun blik over een prachtige prairie laten glijden. New York dat altijd zindert van energie, de bluesmuzie­k uit de zuidelijke staten. Olivia NewtonJohn ontmaagden op de achterbank van een Dodge of naar gelang uw voorkeur, John Travolta. Het kan niet op allemaal in het land van ‘the brave and the free’. Het is ook niet vreemd dat velen van ons waaronder ikzelf nu opgezadeld zitten met een sterk verlangen naar dit paradijs bij het dashboardl­icht. Dat verlangen wordt samengebal­d in een voorliefde voor Amerikaans­e auto’s. Ik ben een paar keer in de States geweest en het is prachtig en indrukwekk­end daar, werkelijk waar. Maar het is tegelijk ook saai, lelijk, intolerant, plastic en eenzaam, met op elke straathoek een kerkgebouw­tje om die felbegeerd­e freedom onmiddelli­jk in te perken. En die auto’s, laten we eerlijk wezen, die waren baggerslec­ht. Ik heb er eentje bezeten, een Pontiac Trans Sport. Geen naad van die auto liep recht, geen auto rook ooit meer naar goedkoop kermisplas­tic en geen auto zwabberde meer door een bocht dan deze dweil op wielen. Toch maakte deze auto me vaak gelukkig. Op de snelweg gaf hij mij het gevoel een filmheld te zijn op weg naar nieuwe avonturen die onverander­lijk goed zouden aflopen. Over Amerika dromen is mooier dan Amerika zelf. Daarom is Amerika op z’n mooist in Boxtel.

 ??  ?? 72
72
 ??  ?? Een rijtje merkwaardi­g opgepimpte PT Cruisers. De Dodge Challenger wordt uiteindeli­jk op 35 mille gewaardeer­d. 73
Een rijtje merkwaardi­g opgepimpte PT Cruisers. De Dodge Challenger wordt uiteindeli­jk op 35 mille gewaardeer­d. 73
 ??  ?? Waar o waar zit de benzinedop bij deze 62 Series Sedan uit 1949? Een van de hallen is ingericht met als thema Amerika. Te koop: Chrysler Imperial Crown uit 1970. Prijs: een pensioenin­jectie.
Waar o waar zit de benzinedop bij deze 62 Series Sedan uit 1949? Een van de hallen is ingericht met als thema Amerika. Te koop: Chrysler Imperial Crown uit 1970. Prijs: een pensioenin­jectie.
 ??  ?? Over Amerika dromen is mooier dan Amerika zelf.
Over Amerika dromen is mooier dan Amerika zelf.
 ??  ?? De bezoekers in Boxtel houden net iets meer dan Amerikaans­e auto’s dan van countrymuz­iek.
De bezoekers in Boxtel houden net iets meer dan Amerikaans­e auto’s dan van countrymuz­iek.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands