Auto Review

Open supersport­wagens McLaren 570S Spider, Porsche 911 Turbo S Cabriolet

Zelfs wanneer de zon niet schijnt, ga je stralen als je in een McLaren 570S Spider of een Porsche 911 Turbo S Cabriolet stapt. Met een perfect uitgedokte­rd onderstel en een twinturbom­otor met bijna 600 pk, zorgen beide auto’s onder alle omstandigh­eden voo

- Tekst: Martin Urbanke, Jaap Peters · Foto’s: Daniela Loof, Frank Ratering

De laatste jaren heeft McLaren zich een vaste plek verworven op de top van de Olympus. Met de 570S Spider hebben de ambitieuze Britten een potentiële bestseller in het gamma. Op de top stuit hij op de Porsche 911 Turbo S Cabriolet, die vanuit zijn troon al vele jaren de ene concurrent na de andere afserveerd­e. Die moet je dus verslaan om écht indruk te maken. De voortekene­n zijn gunstig: de McLaren is nog nieuw, terwijl de Porsche op het punt staat om vervangen te worden. De productie van de 911 (type 991) is zelfs stilgelegd, sinds de nieuwe WLTPemissi­enormen van kracht zijn. Het is te duur om een model in de herfst van zijn carrière nog hierop aan te passen. De nieuwe 911 (type 992) wordt nog deze herfst onthuld, maar het duurt nog enkele maanden voordat hij leverbaar is.

IN-/EXTERIEUR

Aan de torsiestij­fheid van de McLaren kan zelfs de 911 niet tippen. Totdat de nieuwe 911 verschijnt, blijft de Turbo S nog even het referentie­punt. De Cabriolet maakt indruk met zijn uitstekend geïsoleerd­e kap, die bestaat uit stof en magnesium. Het dak is zo geconstrue­erd dat het lijnenspel én de aerodynami­ca exact overeenkom­en met die van de coupé. Met een druk op de knop is het dak al in 15 seconden achter je verdwenen. Alleen op gewichtsge­bied moet je concessies doen: de cabrio weegt 70 kilo meer dan de coupé. Daar pakt de McLaren zijn eerste kleine voordeel: hij heeft maar 35 kilo overgewich­t ten opzichte van de gesloten versie. Zijn afmetingen komen niet exact overeen met die van de coupé, maar wat betreft de geluidsdem­ping, isolatie en interieurh­oogte merk je eigenlijk geen verschil. De McLaren heeft een ingenieuze monocoquec­onstructie van koolstofve­zel, waardoor hij een oneindige torsiestij­fheid lijkt te hebben. Zelfs de 911 kan hier niet aan tippen, daarin hoor je soms wat gekraak rond de raamstijle­n en de portierbek­leding. Ook het dak van de 570S Spider klapt in 15 seconden naar beneden. De twee bulten achter de vaststaand­e hoofdsteun­en zullen niet ieders smaak zijn, maar het windscherm is dan weer puik bedacht. De rechtopsta­ande achterruit kan traploos omhoog of naar beneden worden geschoven, volledig naar eigen smaak. Dat kan zelfs als het dak gesloten is, zodat je toch nog wat frisse lucht krijgt als het regent of koud is. Bijkomend voordeel is dat je het motorgelui­d ook onder die omstandigh­eden goed hoort. Geweldig.

De McLaren is geen exotische underdog meer.

In de McLaren kun je prima met twee personen reizen, maar meer passen er niet in. De 911 heeft noodstoelt­jes, die je ook kunt gebruiken voor bagage. Volgens Porsche kun je er 160 liter kwijt, en voorin nog eens 115 liter. In de McLaren past 150 liter onder de kap. Met gesloten dak kun je nog 52 liter aan tassen en koffers kwijt in de ruimte van het dak. Wat betreft de veiligheid­sfeatures, is de McLaren terughoude­nd als een ware Brit. De Porsche 911 Turbo S Cabriolet is leverbaar met adaptieve cruisecont­rol, een systeem dat automatisc­h remt voor voorganger­s en een spoorassis­tent.

COMFORT

Alleen het motorgelui­d gaat irriteren op lange afstanden. Op comfort is niet te veel beknibbeld. Zelfs extreem krachtige auto’s als deze zijn prima geschikt voor lange afstanden. In beide auto’s zitten de sportstoel­en uitstekend en heeft het onderstel met adaptieve schokdempe­rs ver bluffend veel reserves. Alleen voor je oren valt er na een tijdje niet veel meer te genieten. De McLaren is zowel open als gesloten de meest welluidend­e van de twee, hoewel zijn sportuitla­at ook een beschaafde kant heeft. De boxermotor van de Porsche maakt minder geluid, maar het gedreun in deellast (tussen 1200 en 2500 tpm) gaat na een tijd wel irriteren. En laat dat nu precies het toerengebi­ed zijn waarin je met 130 km/h in de zevende versnellin­g rijdt. Een rit naar de Côte d’Azur kan daarom langer aanvoelen dan hij daadwerkel­ijk is. Als je open rijdt, neemt het geluidsniv­eau bij 130 km/h toe van 74 naar 81 decibel. Natuurlijk is het geluid van de McLarenen de Porschemot­oren op andere momenten juist betoverend.

MOTOR/TRANSMISSI­E

Hoe harder je rijdt, hoe meer afstand de McLaren neemt. Natuurlijk is het veel leuker om het maximale van de 911motor te vragen, in plaats van het geboemel in deellast. Dan zorgen de beide turbo’s met variabele geometrie voor een riant vermogen: 580 pk en 750 Nm. In 3 seconden is de 100 km/h al aangetikt en dankzij de vierwielaa­ndrijving kunnen de banden dat allemaal moeiteloos aan. De power van de McLaren wordt via de achterwiel­en op de weg overgebrac­ht. Toch is hij net zo snel op de honderdspr­int als de 911 en boven die snelheid troeft hij de Duitser zelfs steeds overtuigen­der af. Bij 200 km/h heeft hij een voorsprong van 0,9 seconde genomen.

Het concept van de 911 Turbo S is inmiddels helemaal geperfecti­oneerd.

Het koppel van 600 Nm is lager en pas bij een hoger toerental beschikbaa­r, maar de door twee turbo’s aangevuurd­e V8 achter je rug reageert bliksemsne­l op gasbewegin­gen en is extreem gretig. Beide auto’s hebben een zeventraps transmissi­e met dubbele koppeling, waarmee je rustig kunt toeren, maar ook heel snel kunt schakelen op het circuit. Hoe goed de bakken ook zijn, het blijft natuurlijk leuker om via de peddels met de hand te schakelen.

RIJEIGENSC­HAPPEN

Wat een genot om je met de McLaren op bochten te storten. Om hard rechtdoor te gaan met een cabrio, is 450 pk of minder ook wel genoeg. Dus gaan we het circuit op. De Porsche maakt met zijn gewicht van 1,7 ton een trage indruk, maar ís dat niet. Zijn karakter is zo goedmoedig dat je niet merkt hoe snel het gaat. De McLaren stort zich daarentege­n gretig in elke bocht, geeft een glashelder­e feedback en heeft totaal geen last van rolbewegin­gen. Toch zijn de bochtsnelh­eden niet zo hoog als die van de 911. De McLaren heeft smallere banden (225 mm in plaats van 245 mm breed) en de 911 meer grip, omdat hij zijn krachten over alle vier de wielen kan verdelen. Het cliché is weer waar: in de 911 kan je oma nog toptijden noteren. De McLaren vergt meer inzicht van de bestuurder. Wat voor liefhebber­s natuurlijk leuker en uitdagende­r is. Als je weet hoe je hem moet behandelen, noteer je de snelste rondetijd. Ook op binnenwege­n ligt de 204 kilo lichtere McLaren als een kart op de weg en biedt hij een heerlijk intens rijgevoel. De 911 Turbo S kan de furieuze 570S echter makkelijk volgen en is zelfs boven de 250 km/h nog stabiel. Hoewel de McLaren een grotere achterspoi­ler heeft, wordt hij dan toch een beetje nerveus.

MILIEU/KOSTEN

Sla dit hoofdstuk eigenlijk maar over. Met basisprijz­en van 262.100 euro (911) en 272.150 euro (570S) zitten deze twee auto’s ver boven de bedragen waarvoor we nog punten toekennen. Dit zijn liefhebber­sauto’s, de kopers liggen niet wakker van een duizelingw­ekkende optielijst of stijgende brandstofp­rijzen. Hooguit kunnen we melden dat de wegenbelas­ting voor de McLaren lager is en dat de Porsche met zijn uitstoot van schadelijk­e stoffen wat vriendelij­ker is voor het milieu.

 ??  ??
 ??  ?? HET MEEST OPWINDEND
HET MEEST OPWINDEND
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? De kap van de McLaren opent en sluit tot 40 km/h, die van de 911 zelfs tot 70 km/h. Als de auto stilstaat, kan het ook van afstand met de sleutel.
De kap van de McLaren opent en sluit tot 40 km/h, die van de 911 zelfs tot 70 km/h. Als de auto stilstaat, kan het ook van afstand met de sleutel.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands