Open supersportwagens McLaren 570S Spider, Porsche 911 Turbo S Cabriolet
Zelfs wanneer de zon niet schijnt, ga je stralen als je in een McLaren 570S Spider of een Porsche 911 Turbo S Cabriolet stapt. Met een perfect uitgedokterd onderstel en een twinturbomotor met bijna 600 pk, zorgen beide auto’s onder alle omstandigheden voo
De laatste jaren heeft McLaren zich een vaste plek verworven op de top van de Olympus. Met de 570S Spider hebben de ambitieuze Britten een potentiële bestseller in het gamma. Op de top stuit hij op de Porsche 911 Turbo S Cabriolet, die vanuit zijn troon al vele jaren de ene concurrent na de andere afserveerde. Die moet je dus verslaan om écht indruk te maken. De voortekenen zijn gunstig: de McLaren is nog nieuw, terwijl de Porsche op het punt staat om vervangen te worden. De productie van de 911 (type 991) is zelfs stilgelegd, sinds de nieuwe WLTPemissienormen van kracht zijn. Het is te duur om een model in de herfst van zijn carrière nog hierop aan te passen. De nieuwe 911 (type 992) wordt nog deze herfst onthuld, maar het duurt nog enkele maanden voordat hij leverbaar is.
IN-/EXTERIEUR
Aan de torsiestijfheid van de McLaren kan zelfs de 911 niet tippen. Totdat de nieuwe 911 verschijnt, blijft de Turbo S nog even het referentiepunt. De Cabriolet maakt indruk met zijn uitstekend geïsoleerde kap, die bestaat uit stof en magnesium. Het dak is zo geconstrueerd dat het lijnenspel én de aerodynamica exact overeenkomen met die van de coupé. Met een druk op de knop is het dak al in 15 seconden achter je verdwenen. Alleen op gewichtsgebied moet je concessies doen: de cabrio weegt 70 kilo meer dan de coupé. Daar pakt de McLaren zijn eerste kleine voordeel: hij heeft maar 35 kilo overgewicht ten opzichte van de gesloten versie. Zijn afmetingen komen niet exact overeen met die van de coupé, maar wat betreft de geluidsdemping, isolatie en interieurhoogte merk je eigenlijk geen verschil. De McLaren heeft een ingenieuze monocoqueconstructie van koolstofvezel, waardoor hij een oneindige torsiestijfheid lijkt te hebben. Zelfs de 911 kan hier niet aan tippen, daarin hoor je soms wat gekraak rond de raamstijlen en de portierbekleding. Ook het dak van de 570S Spider klapt in 15 seconden naar beneden. De twee bulten achter de vaststaande hoofdsteunen zullen niet ieders smaak zijn, maar het windscherm is dan weer puik bedacht. De rechtopstaande achterruit kan traploos omhoog of naar beneden worden geschoven, volledig naar eigen smaak. Dat kan zelfs als het dak gesloten is, zodat je toch nog wat frisse lucht krijgt als het regent of koud is. Bijkomend voordeel is dat je het motorgeluid ook onder die omstandigheden goed hoort. Geweldig.
De McLaren is geen exotische underdog meer.
In de McLaren kun je prima met twee personen reizen, maar meer passen er niet in. De 911 heeft noodstoeltjes, die je ook kunt gebruiken voor bagage. Volgens Porsche kun je er 160 liter kwijt, en voorin nog eens 115 liter. In de McLaren past 150 liter onder de kap. Met gesloten dak kun je nog 52 liter aan tassen en koffers kwijt in de ruimte van het dak. Wat betreft de veiligheidsfeatures, is de McLaren terughoudend als een ware Brit. De Porsche 911 Turbo S Cabriolet is leverbaar met adaptieve cruisecontrol, een systeem dat automatisch remt voor voorgangers en een spoorassistent.
COMFORT
Alleen het motorgeluid gaat irriteren op lange afstanden. Op comfort is niet te veel beknibbeld. Zelfs extreem krachtige auto’s als deze zijn prima geschikt voor lange afstanden. In beide auto’s zitten de sportstoelen uitstekend en heeft het onderstel met adaptieve schokdempers ver bluffend veel reserves. Alleen voor je oren valt er na een tijdje niet veel meer te genieten. De McLaren is zowel open als gesloten de meest welluidende van de twee, hoewel zijn sportuitlaat ook een beschaafde kant heeft. De boxermotor van de Porsche maakt minder geluid, maar het gedreun in deellast (tussen 1200 en 2500 tpm) gaat na een tijd wel irriteren. En laat dat nu precies het toerengebied zijn waarin je met 130 km/h in de zevende versnelling rijdt. Een rit naar de Côte d’Azur kan daarom langer aanvoelen dan hij daadwerkelijk is. Als je open rijdt, neemt het geluidsniveau bij 130 km/h toe van 74 naar 81 decibel. Natuurlijk is het geluid van de McLarenen de Porschemotoren op andere momenten juist betoverend.
MOTOR/TRANSMISSIE
Hoe harder je rijdt, hoe meer afstand de McLaren neemt. Natuurlijk is het veel leuker om het maximale van de 911motor te vragen, in plaats van het geboemel in deellast. Dan zorgen de beide turbo’s met variabele geometrie voor een riant vermogen: 580 pk en 750 Nm. In 3 seconden is de 100 km/h al aangetikt en dankzij de vierwielaandrijving kunnen de banden dat allemaal moeiteloos aan. De power van de McLaren wordt via de achterwielen op de weg overgebracht. Toch is hij net zo snel op de honderdsprint als de 911 en boven die snelheid troeft hij de Duitser zelfs steeds overtuigender af. Bij 200 km/h heeft hij een voorsprong van 0,9 seconde genomen.
Het concept van de 911 Turbo S is inmiddels helemaal geperfectioneerd.
Het koppel van 600 Nm is lager en pas bij een hoger toerental beschikbaar, maar de door twee turbo’s aangevuurde V8 achter je rug reageert bliksemsnel op gasbewegingen en is extreem gretig. Beide auto’s hebben een zeventraps transmissie met dubbele koppeling, waarmee je rustig kunt toeren, maar ook heel snel kunt schakelen op het circuit. Hoe goed de bakken ook zijn, het blijft natuurlijk leuker om via de peddels met de hand te schakelen.
RIJEIGENSCHAPPEN
Wat een genot om je met de McLaren op bochten te storten. Om hard rechtdoor te gaan met een cabrio, is 450 pk of minder ook wel genoeg. Dus gaan we het circuit op. De Porsche maakt met zijn gewicht van 1,7 ton een trage indruk, maar ís dat niet. Zijn karakter is zo goedmoedig dat je niet merkt hoe snel het gaat. De McLaren stort zich daarentegen gretig in elke bocht, geeft een glasheldere feedback en heeft totaal geen last van rolbewegingen. Toch zijn de bochtsnelheden niet zo hoog als die van de 911. De McLaren heeft smallere banden (225 mm in plaats van 245 mm breed) en de 911 meer grip, omdat hij zijn krachten over alle vier de wielen kan verdelen. Het cliché is weer waar: in de 911 kan je oma nog toptijden noteren. De McLaren vergt meer inzicht van de bestuurder. Wat voor liefhebbers natuurlijk leuker en uitdagender is. Als je weet hoe je hem moet behandelen, noteer je de snelste rondetijd. Ook op binnenwegen ligt de 204 kilo lichtere McLaren als een kart op de weg en biedt hij een heerlijk intens rijgevoel. De 911 Turbo S kan de furieuze 570S echter makkelijk volgen en is zelfs boven de 250 km/h nog stabiel. Hoewel de McLaren een grotere achterspoiler heeft, wordt hij dan toch een beetje nerveus.
MILIEU/KOSTEN
Sla dit hoofdstuk eigenlijk maar over. Met basisprijzen van 262.100 euro (911) en 272.150 euro (570S) zitten deze twee auto’s ver boven de bedragen waarvoor we nog punten toekennen. Dit zijn liefhebbersauto’s, de kopers liggen niet wakker van een duizelingwekkende optielijst of stijgende brandstofprijzen. Hooguit kunnen we melden dat de wegenbelasting voor de McLaren lager is en dat de Porsche met zijn uitstoot van schadelijke stoffen wat vriendelijker is voor het milieu.