Sportcoupés met V8-kracht Aston Martin Vantage, Jaguar F-Type Coupé R AWD, Mercedes-AMG GT S
Dat de nieuwe Aston Martin Vantage een meester is op bochtige wegen, hebben we inmiddels aan den lijve mogen ondervinden. Maar of de auto ook in staat is om de Jaguar F-Type R en de Mercedes-AMG GT S te overmeesteren, is nog de vraag. Wordt hij ons nieuwe
Aston Martin heeft veel te danken aan de Vantage. Vijftien jaar geleden stond de auto als studiemodel op de North American International Auto Show in Detroit en sindsdien zijn er ruim 10.000 van verkocht. Voor zo’n klein merk als Aston Martin, is dat een gigantisch aantal. De Vantage – met V8of V12-motor – is geleverd in tal van speciale uitvoeringen en ook in de langeafstandsracerij pakte de auto menig kampioenschap. In 2015 klopten nieuwe investeerders uit Koeweit en Italië aan in Newport-Pagnell. Daarnaast nam Mercedes-AMG nam een belang van 5 procent in Aston Martin. Dit heeft geresulteerd in een nauwe samenwerking op technologisch gebied tussen de Britten en de Duitsers. Voor de DB11 en de kersverse Vantage levert AMG de motoren en de elektronica. De verwantschap tussen de Vantage en de Mercedes-AMG GT S is dus groot. Dat schrééuwt om een vergelijkende test. De Jaguar F-Type R staat de Aston Martin Vantage bij in de verdediging van de Britse Union Jack.
IN-/EXTERIEUR
Veiligheid staat ook in de AMG GT hoog op Mercedes’ prioriteitenlijstje. Stap achter het stuur van de Aston Martin Vantage en je wordt omsloten door een hoge middentunnel en hoge portieren, met smalle ruiten die de indruk wekken alsof je vanuit een bunker de omgeving in de gaten houdt. Wat er zich vlak achter de auto afspeelt, is moeilijk te zien, terwijl de voorruit wordt omlijst door dikke steunbalken. In de Jaguar F-Type gaat het er veel luchtiger aan toe, doordat je meer ruimte hebt voor je hoofd en benen, en er meer licht naar binnen komt. Daarnaast kun je in de Jaguar de meeste bagage meenemen. In de Mercedes-AMG wordt het verstelbereik
van de stoelen ingeperkt door het schot dat er vlak achter staat. Aston Martin gebruikt hetzelfde multimediasysteem als Mercedes, op het gebied van veiligheid is de uitrusting van de Vantage een stuk kariger. Zaken als adaptieve cruisecontrol, een spoorassistent en verkeersbordherkenning behoren op de AMG GT S wel tot de mogelijkheden. Een SOS-knop, waarmee bij pech of een ongeval contact kunt leggen met de hulpdiensten, is standaard op de Mercedes.
COMFORT
De Jaguar gooit hoge ogen op comfortgebied. De Aston Martin DB11 is meer gran turismo dan sportwagen, voor de nieuwe Vantage geldt precies het tegenovergestelde. Dat merk je zodra je de motor met de startknop tot leven wekt. Het kabaal is overweldigend, tussen motorruimte en cabine is het isolerend materiaal duidelijk veel dunner dan in de DB11. Bij lage snelheden hoor je zelfs de kiezelstenen die door de banden worden opgegooid in de wielkuipen kletteren. Als je de snelheid opvoert, nemen de wind- en rolgeluiden sterk toe. Tijdens lange ritten wordt dit tamelijk vermoeiend. Ook in de Jaguar F-Type R laat de V8-motor overduidelijk van zich horen, maar door de iets soepeler vering en de uitstekende demping van de wielbewegingen op scherpe richels en voegen, ligt het comfort op een hoger niveau dan in de Aston Martin. Nog beter wordt het in de Mercedes, die in de basis behoorlijks stevig is geveerd, maar op een B-weg verrassend soepel op het verloop van het asfalt reageert. De stoelen van de Jaguar zitten heerlijk, maar bieden wat minder houvast in snelle bochten dan het zitmeubilair van de Aston Martin en de
Mercedes-AMG. Daarbij moet worden aangetekend dat de AMG GT S is voorzien van optionele Performance-stoelen met verstelbare zijkussens, die je afhankelijk van de omstandigheden de keuze geven om je in de houdgreep te nemen. Jaguar heeft de F-Type voorzien van allerlei opbergvakjes, zodat je je smartphone en sleutelbossen niet in je broekzak hoeft te houden. Dat compenseert het gebrek aan een fatsoenlijk dashboardkastje. De deurgrepen die automatisch naar buiten komen, zien er mooi uit. De Aston Martin heeft ze ook. Afgezien van het esthetische aspect, zijn ze niet van toegevoegde waarde.
MOTOR/TRANSMISSIE
De Mercedes is de snelste sprinter, de Aston Martin heeft de hoogste topsnelheid. In dit hoofdstuk is de Jaguar het buitenbeentje. Op zijn sterke V8 zit namelijk een mechanische compressor, en de achttraps automaat is direct aan de motor gekoppeld. Aston Martin en Mercedes-AMG vertrouwen op een V8 met twee turbo’s en een transaxle-constructie, waarbij de transmissie en het differentieel op de achteras een geheel vormen. Het voordeel is een betere gewichtsverdeling. Op prestatiegebied schaart de F-Type zich trouwens weer bij de Vantage en de GT S. Met zijn vermogen van 550 pk en koppel van 680 Nm is hij zelfs 0,4 seconden sneller op de honderdsprint dan Jaguar in de brochure belooft: 3,7 tellen heeft hij voor deze oefening nodig. De MercedesAMG is echter 200 kilo lichter en dankzij launch control nog eens een tiende seconde sneller dan de Jaguar. De Aston Martin laat zich op een andere manier tot snelle sprintcijfers verleiden. Zet je linkervoet op het rempedaal, laat de koppelomvormer voorzichtig op toeren komen en lós! Koppelomvormer? Inderdaad, ja. Met een iets lager vermogen gebruikt Aston Martin namelijk wel de vierliter V8 van AMG, maar de Britten hebben bedankt voor de zeventraps transmissie met dubbele koppeling van de Duitsers. In plaats daarvan heeft de Vantage een conventionele automaat met acht versnellingen. Een sprintje van 0 naar 100 km/h neemt 3,8 seconden in beslag, maar het tijdverlies wordt ruimschoots gecompenseerd met minder bezoeken aan het pompstation. Bij 200 km/h draait de V8 van de Vantage nog maar 2800 tpm, en daarmee noteert hij (inclusief alle metingen) een testverbruik van 12,3 liter RON 98-benzine op 100 kilometer (1 op 8,1). Een keurige waarde. Bij 200 km/h draait de motor van de AMG GT S 3600 tpm. Hij heeft gemiddeld 2,6 liter superbenzine meer nodig (1 op 6,7) om een afstand van 100 kilometer af te leggen. Dat toerentallen en verbruik niet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, toont de Jaguar aan. Bij 200 km/h draait de supercharged V8 nog eens 100 tpm minder dan de achtcilinder in de Aston Martin, maar hij slobbert evengoed nog een liter méér op dan de AMG GT S (15,7 l/100 km, 1 op 6,4). De F-Type R is bijna 200 kilo zwaarder dan de AMG GT S en dat drukt dus een zwaar stempel op het verbruik. Maar uiteindelijk zal dat de fortuinlijke koper van dit soort auto’s worst wezen. Gevoelsmatig komt de AMG-V8 wat gemakkelijker op toeren in de Aston Martin dan in de Mercedes, de Jaguar komt enigszins aarzelend uit de startblokken en lijkt veel kracht te
De Mercedes heeft een heel arsenaal hulpmiddelen nodig voor snelle rondetijden.
verliezen in de koppelomvormer. Uitsluitend relevant voor de puntenverdeling is de topsnelheid van de drie auto’s. De Vantage gaat door tot 314 km/h, de AMG GT S topt 4 km/h vroeger en de Jaguar houdt het bij 300 km/h voor gezien. Waarvan akte.
RIJEIGENSCHAPPEN
De Mercedes-AMG heeft allerlei hulpmiddelen nodig om de Aston Martin af te troeven. Dynamische motor- en transmissielagers, een sportonderstel en een stuurhuis met aangepaste overbrenging maken deel uit van het AMG Performance Pack (à 2238 euro). Daarnaast heeft hij meesturende achterwielen (2178 euro) en carbonkeramische remschijven (8410 euro). De Mercedes-AMG GT S lijkt verzekerd van een dominante rol op het circuit, maar ondanks de investering in de dynamiek bevorderende extra’s, is de auto niet in staat om de Aston Martin Vantage af te troeven. Ook al ligt de AMG gevoelsmatig steviger op het asfalt, stuurt hij net wat scherper in en zijn hogere dwarskrachten mogelijk, de Aston Martin blijft hem op de voet volgen. Om vervolgens op de remproef nóg eerder tot stilstand te komen, als bij 100 km/h een noodstop wordt gemaakt – met koude én opgewarmde remmen. Het is niet alleen de remweg die imponeert, ook de manier waarop de Vantage tot stilstand komt, krijgt de handen op elkaar. Het ABS dringt zich niet op, de remdruk blijft ook na meerdere noodstops achter elkaar op niveau, de besturing begint niet te trekken en de achterkant wordt niet licht. Uiteindelijk, als ze bijna rood gloeien van de hitte, verliezen de stalen remschijven van de Vantage wat van hun kracht en maakt het ABS zich op een minder egale ondergrond
eerder kenbaar. Toch hoef je in de Aston Martin niet bang te zijn dat je onder deze omstandigheden voorbij schiet aan het instuurmoment. Het is alleen dat de auto zich ietwat nerveuzer gaat gedragen en dat je het stuurwiel wat steviger vast moet grijpen om een kleine correctie door te voeren. En trap het gaspedaal bovendien niet te diep in. Dolle pret gegarandeerd, ook al moet de Vantage uiteindelijk zijn meerdere erkennen in de Mercedes, die zijn krachten beter beheersbaar op het asfalt overbrengt en zonder verschillen in de doseerbaarheid blijft remmen. De Jaguar F-Type heeft op dit testonderdeel duidelijk last van zijn gewicht. Niet alleen op de remproef maar ook op de slalom en de geklokte ronde over het testcircuit. Bij snelle koersveranderingen maakt de lichte besturing niet bepaald een nauwkeurige indruk, terwijl de banden merkbaar hard moeten werken om hun grip op de ondergrond te bewaren. Op de snelle ronde hebben de remmen van de F-Type het zwaar en je voelt dat het rempedaal een langere slag gaat maken. Ook al is de Jaguar met zijn vierwielaandrijving in het voordeel in krappe bochten, voor het snelle werk op het circuit is de auto minder geschikt dan de Aston Martin en de Mercedes-AMG.
MILIEU/KOSTEN
De afschrijvingskosten laten we in deze vergelijkende test buiten beschouwing. Geen van de drie testauto’s scoort hoog in dit hoofdstuk. Voor twee ton ligt alleen de Jaguar F-Type R binnen bereik, de Aston Martin en de Mercedes zijn beide fors duurder. Ook zijn de brandstof- en onderhoudskosten hoog. De afschrijvingskosten laten we in deze test buiten beschouwing, aangezien deze voor zowel de Aston Martin als voor de Mercedes-AMG moeilijk te calculeren zijn. Voor zeldzame modellen als deze geldt vaak dat ze maar weinig worden gebruikt en heel lang in het bezit blijven van de eerste eigenaar.