Bavo Galama carpoolt met Magere Hein
De meest gevraagde en gebruikte rouwauto's in ons land zijn van de merken Mercedes en Cadillac. Er wordt vaak voor deze chique premiummerken gekozen als teken van respect voor de overledene. Maar het tonen van respect kent steeds meer gezichten.
In een grote hal midden in Scheveningen staan onder zwarte doeken verschillende lange auto’s geparkeerd. De doeken tonen de herkenbare contouren van rouwauto’s: een ietwat verlengde station-uitvoering met een hogere en bollere daklijn dan normaal. Er staan er minstens twaalf. Ik heb wel eens in minder macabere omgevingen vertoefd. Tussen al deze bedekte verdrietkoetsen ontwaar ik plots de Batmobielachtige versie waarnaar ik op zoek was. Van één kant is deze buitenissige rouwauto buitengewoon opvallend, extravert en right-in-your-face, en van de andere kant op een bepaalde manier ook weer ingetogen. De auto is veel langer dan de foto’s op internet deden vermoeden. Daarnaast lijkt hij vanwege een bijzondere soort zwarte lak rechtstreeks weggereden uit een stripboek. Aan de voorzijde doet hij wat denken aan een Citroën Traction Avant, maar deze grille ligt veel horizontaler en de spatborden zijn breder dan die van het Franse icoon. De aparte lijkwagen ligt ook een stuk dichter bij het wegdek. Vandaar die hotrod-achtige indruk, maar een echte hotrod is het natuurlijk in de verste verte niet. Alleen al die lengte van 7 meter 25!
CHEVROLET CAPRICE CLASSIC
Even later zit ik aan tafel met twee van de drie eigenaren van de stretched afscheidslimo, Jan Busscher en Maurits Monnereau. Samen met Patrick Straver vormen zij een bijzonder drietal in de uitvaartbusiness. Alle drie hebben zij hun zelfstandige onderneming met een eigen wagenpark, maar gezamenlijk kopen ze afwijkende en bijzondere rouwauto’s. Die worden gedeeld en in elkaars werkgebied ingezet en zo worden deze zogenaamde ‘specials’ alsnog rendabel. Maurits Monnereau: “Wij leveren ieder afzonderlijk alle faciliteiten aan de lokale begrafenisondernemers bij ons in de buurt, waaronder de auto’s. Vroeger had zo’n man zelf vaak een rouwauto, maar die investering is tegenwoordig vaak te groot. In het verleden kon je volstaan met een Chevrolet Caprice Classic, maar de mensen zijn in de loop der tijd langer geworden, dus de rouwauto’s moeten tegenwoordig echt verlengd worden. Anders past de kist niet. Het laten verlengen en inrichten van een rouwauto kost op z’n minst evenveel als de auto zelf.”
GEEN PIETJE-PRECIES
Bij de ingang van een grote uitvaartbeurs in Austin, Texas, zagen de drie ondernemers deze auto van de Mexicaanse carrosseriebouwer VACA voor het eerst. “Iedereen ging ervan uit dat het een kunstwerk was om de beurs wat luister bij te zetten”, vertelt Jan Busscher. “Maar niemand vroeg wat het nu precies was. Wij dus wel en toen bleek de
auto volledig als begrafenisauto ingericht te zijn en ook gewoon te kunnen rijden. Toen hebben we, ietwat lichtzinnig misschien, gezamenlijk besloten om hem te kopen.” Maurits Monnereau vult aan: “Dat deden we vooral met de bedoeling de auto te gebruiken als eyecatcher op beurzen en dergelijke. Dus vooral als promotievoertuig en niet zozeer voor begrafenissen. Maar de praktijk zou ons nog behoorlijk verrassen.” De auto naar Nederland krijgen had heel wat voeten in de aarde, omdat de Mexicaanse verkoper niet bepaald een administratief pietje-precies bleek te zijn geweest. De auto was rijdend van Mexico naar Texas gekomen, maar daar was hij nooit officieel ingevoerd. Dat maakte de export naar Nederland er niet eenvoudiger op.
GEEN PORTIERGREPEN
Om de auto vervolgens hier in Nederland legaal te laten rijden, bleek zo mogelijk nóg ingewikkelder. Om de RDW zover te krijgen een typegoedkeuring te verlenen, moest er eerst het een en ander worden aangepast. Zo moesten er extra koplampen worden toegevoegd, omdat deze niet verder dan 50 centimeterverwijderdmogenzijnvandebuitenhoeken van de auto. Ook had de auto geen portiergrepen. Dat hoort ook niet bij een hotrod, maar in Nederland is het wel verplicht. Uiteindelijk heeft het drietal een stel geschikte portiergrepen gevonden die ze wel bij de auto vonden passen. Bij de Gamma! Verder zat er geen kachel in. Dat is op zich niet verplicht, maar een ontwasemingssysteem voor de ruiten natuurlijk weer wel. “De bestuurdersstoel bleek met slechts vier dunne schroefjes te zijn vastgezet in plaats van met bouten”, vertelt Jan Busscher. “Dan ben je bij een aanrijding snel klant van je eigen bedrijf natuurlijk. Er moesten ook nog extra knipperlichten boven op de spatborden komen. Daarvoor hebben we exemplaren van een oude Volkswagen Kever gebruikt. Die pasten wonderwel bij het ontwerp.” Maurits Monnereau: “We hebben er uiteindelijk één jaar en zes dagen over gedaan om hem op kenteken te krijgen.”
WELKE WEL EN WELKE NIET?
Jan Busscher legt uit dat rijden in het vehikel nog een kunst op zich is. Daarom laat hij er binnen zijn eigen personeelbestand maar twee van zijn medewerkers in rijden.“Het is toch een soort van specialisme. Ten eerste kun je je linkervoet eigenlijk niet kwijt. Daar is geen ruimte voor. Die moet boven het rem-
pedaal blijven zweven. Daarnaast zitten er wel twee buitenspiegels op, maar het zicht naar achteren is heel beperkt. Het begrip dode hoek’ krijgt hier een speciale betekenis. Daarbij heeft de auto een draaicirkel van een touringcar met aanhanger. Bovendien ligt hij heel laag op de weg. We waren laatst in de Jordaan, en daar moet de chauffeur echt weten welke brug hij wel kan nemen en welke toch echt te bol van vorm is.” De auto is gebaseerd op de Ford Crown Victoria, die we vooral kennen als Amerikaanse politiewagen en als ‘yellow cab’ in New York. Een logische keuze van VACA, omdat deze Ford geen zelfdragende carrosserie heeft, maar een chassis met daarop een separaat koetswerk. Van de donorauto heeft VACA, behalve de aandrijflijn en het chassis, helemaal niets bewaard.
ENIGE FORD STRAVER HEARSE
Je zou denken dat de modelnaam Crown Victoria ergens terug komt op de kentekenpapieren, maar dat is niet zo. Nadat eindelijk de goedkeuring voor elkaar was, schreef een medewerker van de RDW per abuis de achternaam van de aangever, in dit geval partner Patrick Straver, op als modelnaam. Hierdoor werd de auto officieel dus een Ford Straver Hearse. Dat laatste woord, Hearse, wordt op kentekenpapieren vaker gebruikt als aanduiding voor een speciaal gebouwde rouwauto. Hoe dan ook, het is de enige Ford Straver Hearse ter wereld. “Het is een doorzettende trend dat uitvaarten steeds individueler ingekleurd worden”, zegt Maurits Monnereau. “Vroeger werden alle rituelen voorgeschreven door de kerk. Door de ontkerkelijking gaan mensen nu zelf nadenken over de vormgeving van de uitvaart. Dan past een standaard Mercedes of Cadillac niet altijd meer in het plaatje. Deze auto wordt tot onze verrassing gevraagd door een veel breder publiek dan je zou denken. Jazeker, ook door kunstenaars en autoliefhebbers. Maar nog veel meer door nabestaanden die met deze bijzondere rouwauto willen aangeven hoe speciaal de overledene voor hen was.”
ROUWAUTO VOOR KINDEREN
De allereerste auto die het drietal Busscher, Monnereau en Straver als ‘deelauto’ aanschafte, was een Fiat 500 in een speciale uitvaartuitvoering. Jan Busscher: “Wij hadden alle drie een soort van plaatsvervangende schaamte als wij op de uitvaart van een jong kind kwamen aanrijden met zo’n in verhouding monstrueuze begrafenisauto voor een heel bescheiden kistje. Toen hebben we de koppen eens bij elkaar gestoken. Een rouwauto voor kinderen bestond nog niet, dus hebben we hem zelf ontworpen en laten bouwen. We hebben ook een Mini overwogen, maar vonden een Fiat 500 toch aaibaarder, ronder en liever. De maximale kistmaat die de Fiat kan vervoeren is 1,40 meter, dus hij is voor jongere kinderen.” Ook deze speciale, parelmoerwitte Fiat 500 staat geparkeerd in de grote hal. In feite is dat toeval, omdat hij net zo goed bij Maurits in de Achterhoek had kunnen staan, of bij Stravermobility in Gouda. Maurits heeft nog een andere bijzondere lijkwagen meegenomen, die ook gezamenlijk is aangeschaft. Een Volkswagen T2, die op een schitterende manier is gerestaureerd. Vanbinnen schijnt een blauwe hemelbekleding op de kist neer. Ook Jan heeft diverse bijzondere rouwmobielen, waaronder een Land Rover Defender en een origineel Nederlandse Cadillac-begrafenisauto uit 1955. Terwijl ik die aan het bekijken ben, komt toevallig net een donkergrijze Tesla in uitvaartuitvoering de hal binnenzweven. Daar is er ook maar één van in ons land. Het wordt steeds duidelijker: het tijdperk van de standaard uitvaartauto’s nadert zijn einde. Ik had mijn dochter laatst half voor de grap meegedeeld dat ik graag in mijn oude Volvo 240 naar mijn laatste rustplaats wil worden gebracht. Mocht ik hem dan nog in mijn bezit hebben, natuurlijk. Maar nu twijfel ik. Die Ford Straver Hearse is wel héél bijzonder en dat Volkswagen-busje vind ik ook helemaal te gek. Zolang ik er nog niet uit ben, moet Magere Heinnogmaarevengeduldhebben.
"We hebben er één jaar en zes dagen over gedaan om hem op kenteken te krijgen.”