Bentley Mulsanne Speed
Met de Brexit-soap zou je bijna vergeten dat er ook goede dingen gebeuren in Groot-Brittannië. Rolls-Royce en Bentley blijven klinkende namen: traditierijke merken met blauw bloed én met Duitsers aan het roer ... We gaan op pad met speciale edities van de
Voor ons staan twee rijdende burchten. De Bentley Mulsanne en de Rolls-Royce Ghost lijken met hun lengte van 5,5 meter oneindig lang. Gevoelsmatig zijn soort auto's steeds meer relikwieën uit vervlogen tijden, toen grote limousines boven aan de pikorde van de autowereld stonden. Inmiddels zagen rappers, vloggers, instagrammers en voetbalvrouwen aan de stoelpoten van de limousine door hun geld steeds vaker aan een suv te spenderen. Elders in dit blad lees je over de Bentley Bentayga en ook Rolls-Royce waagt zich met de Cullinan aan zijn eerste suv. Hoe traditioneel de merken ook zijn, de suv is een cashcow waarvoor je je principes opzij moet zetten om je voortbestaan de komende jaren te garanderen. Aan de andere kant blijft de roemrijke historie bij grote Britse merken een grote rol spelen. De Mulsanne en de Ghost hebben wat dat betreft een streepje voor, omdat ze meer zijn ingebed in de merktradities dan bij veel andere fabrikanten. Je maakt in beide auto’s je entree via verchroomde portiergrepen die zo dik zijn als de deurkloppers op Windsor Castle. Het portier alleen al weegt gevoelsmatig meer dan een hele Toyota Aygo. Ineens maak je je - meer dan anders - druk over de vraag of je je schoenen hebt gepoetst en of je haar goed zit. Even instappen dóe je gewoon niet, het is een heel ritueel. Het portier met een ferme klap dichtsmijten past evenmin in het stijlboek van Rolls-Royce en Bentley. Je laat het juist heel zachtjes in het slot vallen. In de Rolls-Royce is het instapspektakel naar de achterbank het grootst vanwege de suicidedoors. Alleen de beste koeien werden opgeofferd om hun kostbare huid aan de Britse ambachtslieden af te staan. Je móet even met je hand over het leer strijken voordat je het stuur vastpakt. Het heeft iets hypnotiserends. Eén ding strookt niet met onze verwachting: er is niet rijkelijk met hout gestrooid. Bij de Ghost Black Badge is vooral veel carbon toe-
gepast, dat alleen wordt gebruikt bij stealth-vliegtuigen. De afwerking geschiedt met de hand en alleen al het polijsten duurt vele uren.
“Jongelui, je ziet maar”
De Black Badge is een speciale uitvoering van de Ghost, die bedoeld is om een jonger koperspubliek te trekken. Carbon past beter bij jonge automobilisten dan hout, dachten ze bij Rolls-Royce. Bovendien kunnen ze harder rijden, want de Ghost Black Badge is goed voor 40 pk en 60 Nm extra. De jonge koper wordt verder verleid met extra donkere lak, zwarte verchroomde sierelementen (omlijsting van de grille, sierstrip op de kofferklep, luchtinlaten) en zwarte wielen van carbon, met velgranden van aluminium en titanium. Mocht je in de (gouden) pen willen klimmen omdat je die velgen niet op de foto ziet: onze Ghost staat op winterbanden. Op het hoofdkantoor bedachten ze bovendien dat de jeugd graag meer geluid wenst, vandaar dat een nieuwe sportuitlaat onder de auto werd geschroefd. Bij de gewone Ghost hoor je de twaalfcilinder niet, in de Black Badge is hij wel degelijk akoestisch aanwezig. De Ghost voor jonge goden is zowaar best leuk op bochtige wegen, omdat ook de besturing een tandje scherper werd gesteld en het onderstel wat sportiever is. De meeste andere Rolls-Royces laten bochten met aristocratische desinteresse links liggen. Ook de afstemming van de achttraps automaat is anders, hij schakelt nu later op en eerder terug. De motor onder de lange kap laat horen dat hij leeft en klinkt magistraal.
Een reusachtig koppel
Wie niet met een gouden lepel in de mond is geboren, gaat automatisch voorin zitten. Is dat wel het geval, dan stap je uiteraard achterin. Wij verloochenen onze afkomst niet en kiezen voor de bestuurderszetel. Dat past ook wel iets beter bij de stoïcijnse Black Badge, die je als je wilt in een rijdende wervelstorm kunt veranderen. Of de traditionele clientèle van Rolls-Royce daarop zit te wachten, is zeer de vraag. Maar de wegen van de marketingafdeling zijn soms ondoorgrondelijk … De kans dat ze een Ghost Black Badge in plaats van een Bentley Mulsanne kopen, is wél groot. Rolls-Royce-kopers en Bentley-adepten leven in parallelle universa. Een Bentley-koper zal nooit overstappen naar Rolls-Royce en andersom geldt precies hetzelfde. Bentley is van oudsher een tikje sportiever. De 6,76-liter V8 met twee turbo’s is dan ook goed voor - fastenyourseatbelts - 1100 newtonmeter, en dat al bij 1750 toeren per minuut. Dit exorbitante koppel staat eigenlijk al tot je beschikking zodra je wegrijdt. De 537 paardenkrachten zijn slechts bijvangst.
Vermogen: voldoende
Dat de karakters van de Rolls-Royce en de Bentley als dag en nacht verschillen, blijkt alleen al uit de fabrieksopgave van de topsnelheid. Bentley meldt trots een maximum van 305 km/h, Rolls-Royce gaat niet verder dan 250 km/h. De V12motor is tot veel meer in staat, maar al die extra poeha is nergens voor nodig. Het is al heel wat dat Rolls-Royce überhaupt iets loslaat over het vermogen, vroeger stond er alleen ‘vermogen: voldoende’. De toerenteller wordt nog altijd powermeter genoemd. Bij Bentley piekeren ze er niet over om de topsnelheid elektronisch te begrenzen. In de Mulsanne Speed speelt de motor de hoofdrol. Hij gromt en trekt, dondert en borrelt. De Black Badge mag in de ogen van Rolls-Royce dan al krankzinnig zijn, vergeleken bij de Mulsanne is hij nog altijd het toonbeeld van beschaving. In de Mulsanne is luxe geen understatement, het ligt er juist duimendik bovenop. Nóg meer hout, nóg meer chroom, nóg meer leer. Alsof de opperBentley zijn eigenaar er bij elke rit aan wil herinneren waaraan hij zijn geld heeft gespendeerd. Bij de Rolls-Royce is dat ondenkbaar. Jonge doelgroep of niet, luxe is zo vanzelfsprekend dat je dat niet van de daken hoeft te schreeuwen.
Rolls-Royce-kopers en Bentley-adepten leven in parallelle universa.