Auto’s van de toekomst
De Auto van de Toekomst rijdt op stroom, dat lijkt zeker. Maar hoe de aandrijflijn er precies uitziet (groot accupakket of plug-in hybride), daar verschillen de meningen over. Wij nemen de proef op de som en zetten de Nissan Leaf tegenover de Toyota Prius
Nissan Leaf 40 kWh, Toyota Prius Plug-in Hybrid
Een reden om elektrisch te gaan rijden, is dat je iets goeds wilt doen. Met de Toyota Prius Plug-in Hybrid en de Nissan Leaf kun je je zo zuinig en schoon mogelijk van A naar B verplaatsen. Daarbij is de volledig elektrische Leaf nog groener dan de stekkerhybride, om de simpele reden dat hij geen liter fossiele brandstof verbruikt. Maar op dit moment is een EV niet voor iedereen geschikt. We denken aan alle mensen die in rijtjeshuizen of appartementen wonen en geen laadpaal tot hun beschikking hebben. Gezinnen met kleine kinderen, waarvan de ouders echt geen zin hebben om op de terugweg van opa en oma langs de Fastned te moeten voor een 30 minuten durende snellaadstop, begrijpen we ook. Om van de aanschafprijs van zo’n volledig elektrisch model nog maar de zwijgen. De Nissan Leaf heeft een basisprijs van 36.990 euro en zelfs met de beloofde aanschafsubsidie van 4000 euro voor particulieren, ben je dus nog ruim 30 mille kwijt.
Het alternatief is een plug-in hybride. Daarmee rijd je in de stad uitstootvrij en daarbuiten vertrouw je op de klassieke verbrandingsmotor. Je kunt remenergie terugwinnen en later weer gebruiken bij het optrekken, net als met een EV. Maar de zo gevreesde actieradiusvrees is weg. Want als de laadpaal in de straat bezet is, sla je gewoon een keer over en rij je door op benzine. Het prettige van de Toyota Prius Plug-in Hybrid is dat zijn verbrandingsmotor opvallend zuinig is. Je goede bedoelingen zijn wel een aanslag op je bankrekening, want ook plug-in hybrides zijn duur in aanschaf. De Toyota Prius Plug-in Hybrid kost in Nederland 39.295 euro en in België is hij zelfs nog een paar mille duurder.
In-/ exterieur
Het accupakket van de Prius maakt de kofferbak klein.
De Prius Plug-in Hybride is dik tien centimeter langer dan de gewone hybridevariant, maar daar merken de passagiers op de achterbank weinig van. Hun beenruimte is niet meer dan gemiddeld, net als in de Leaf. Achter in de Prius wordt bovendien de hoofdruimte belemmerd door het schuin aflopende dak. De bestuurder moet op een andere manier inschikken: het dashboard van de Toyota neemt meer beenruimte in beslag dan dat van de Nissan.
Het grootste verschil in binnenruimte ontdekken we in de kofferbakken. Met een inhoud van 435 liter is die van de Leaf beduidend groter dan die van de Prius Plug-in Hybrid (360 liter). Door de rugleuning plat te leggen, kun je de rollen omdraaien (Toyota: 1204 liter, Nissan: 1176 liter). De handicap van de stekkerhybride is het onder de bagageruimte geplaatste accupakket. Daardoor ontstaat een hoge laadvloer en blijft tussen de vloer en de platliggende achterklep maar weinig ruimte over. Dat is misschien maar goed ook, want je mag niet zoveel spullen meenemen. Het laadvermogen van de stekker-Prius bedraagt maar 314 kilo. Op het gebied van
materiaalgebruik en afwerking wint de Toyota echter. Zijn interieur maakt een hoogwaardiger indruk. Daar staat tegenover dat de bediening van de Nissan wat ons betreft beter is. Het navigatiesysteem berekent sneller de juiste route en het koppelen van je telefoon is zo gepiept.
Comfort
Bestaat er zoiets als te veel veercomfort? De Leaf bewijst van wel. De stoelen in de Prius hebben stevige kussens en bieden meer ondersteuning aan je bovenbenen. Zodoende zit je zowel voor- als achterin comfortabeler dan in de Leaf. Diens grote accupakket claimt het gebied onder de voorstoelen en de achterbank, inclusief de voetenbak. Door de hoge wagenvloer zitten passagiers met opgetrokken knieën. Daar komt bij dat de voorstoelen naar onze smaakt te hoog gemonteerd zijn.
In de Nissan zit je maar liefst tien centimeter hoger dan in de Toyota. Tijdens het rijden valt op hoeveel beter de afleesbaarheid van de instrumenten is in de Leaf. Je moet er alleen even aan wennen dat het instrumentarium uit een mix van oud en nieuw bestaat: links een digitaal scherm, rechts een analoge snelheidsmeter. In de Prius tuur je naar een klein display in het midden van het dashboard, ver weg onder de voorruit. Op dat display wordt veel informatie gedeeld, misschien wel te veel. De mechanische parkeerrem met voetbediening doet trouwens een beetje ouderwets aan.
Zoals je kon verwachten, is de volledig elektrische Leaf stiller dan de Prius Plug-in Hybrid. Daarin werkt een viercilinder verbrandingsmotor samen met een continu variabele transmissie. Elke beweging van het gaspedaal wordt beantwoord in twee stappen: eerst merk je een verandering in het toerental en dan pas maakt de Toyota vaart. Dit gaat al veel stiller en soepeler dan in eerdere Prius-modellen, maar het blijft iets waaraan je moet wennen. Over gekke geluiden gesproken: op slechte wegen maakt de Toyota soms spookachtige klanken. In de Leaf horen we geen mysterieus gekraak of geratel. Het valt wel op hoe enorm comfortabel het onderstel staat afgesteld. Op een egale snelweg merk je dat al een beetje, als de koets soepel meebeweegt met de vorm van het asfalt. Maar zodra er gaten en bulten in het spel komen, deint de carrosserie zo hevig op en neer dat de passagiers langzaam van kleur veranderen. Op hetzelfde erbarmelijke traject houden de vering en demping van de Prius zijn carrosserie veel beter in bedwang.
Motor/transmissie
Twee motoren zijn niet per se beter dan een.
Het accupakket van de test-Leaf heeft een capaciteit van 40 kWh (de Leaf e+ heeft 62 kWh, maar kost bijna 7 mille meer) en kan in een uur tijd tot 80 procent worden gevuld met een Chademosnellader. Met een eigen laadpaal of wallbox ben je veel minder afhankelijk van zulke snellaadstations. Na 7,5 uur opladen zit het accupakket weer helemaal vol. De elektromotor levert 150 pk vermogen en 320 Nm trekkracht. Al dat koppel zorgt vanuit stilstand voor een krachtige acceleratie, die extra soepel aanvoelt omdat er niet geschakeld hoeft te worden. Je hoort een zacht gefluit en na 8,3 seconden passeert de snelheidsmeter de 100 km/h. Nissan heeft de topsnelheid vastgepind op 144 km/h. Daar zul je amper hinder van ondervinden, want hard rijden in de Leaf kost zoveel extra stroom dat je dat vanzelf afleert. Ons testverbruik komt uit op 18,4 kWh per 100 kilometer, wat zich vertaalt naar een actieradius van zo’n 200 kilometer. De Toyota Prius Plug-in Hybrid wordt aangedreven door een forse 1,8-liter atmosferische viercilinder benzinemotor met 98 pk. Hij werkt samen met een bijna net zo krachtige elektromotor van 92 pk. Het accupakket heeft een capaciteit van 8,8 kWh – grofweg een vijfde van de Leaf-batterij. Het is fascinerend hoe gemakkelijk de verbrandingsmotor en de elektromotor samenwerken met elkaar of juist los van elkaar. Er is geen schokje te voelen. Toch moeten de twee motoren het afleggen als het op brute kracht aankomt. De standaardsprint duurt maar liefst 11,3 seconden – een verschil van drie tellen met de Nissan. Zijn topsnelheid is wel hoger. Als je maar lang genoeg geduld hebt, komt de Prius Plug-in Hybrid met 162 km/h voorbij kachelen. Daarvoor moet de verbrandingsmotor wel meehelpen, want op stroom alleen gaat de Toyota maximaal 135 km/h.
Het brandstofverbruik van een plug-in hybride wisselt enorm per gebruiker. Mensen die altijd korte ritten maken en daarna braaf weer opladen, verbruiken amper benzine. Mensen die het accupakket leegrijden en hun weg vervolgen op benzine totdat de grens met Italië bereikt is, krijgen een heel ander gemiddeld verbruik te zien. Wij testen het verbruik van plug-in hybrides op onze gebruikelijk manier (een vaste
Of je nu kiest voor een volledig elektrische auto of een plug-in hybride, ze zijn allebei duur in aanschaf.
testroute over een combinatie van wegen), maar doen dat een keer met een volle accu en een keer met een lege en nemen daar het gemiddelde van. Op die manier komt de Prius uit op een testverbruik van 3,9 liter benzine en 3,6 kWh stroom per 100 kilometer. Om dit even in perspectief te plaatsen: de drie stekkerende stationwagons die we elders in deze uitgave met elkaar vergelijken, komen uit op ongeveer 6,0 l en 5,0 kWh. Een keurig verbruik voor de Prius Plug-in Hybrid, dus. Het opladen van de batterij duurt overigens twee uur met een wallbox en drieënhalf met een gewoon stopcontact. De totale actieradius van de Toyota komt uit op ruim 1000 kilometer.
Rijeigenschappen
Alsof je Mark Rutte vraagt de tango te dansen.
Ziehier een race tussen een Nissan Leaf en een Toyota Prius – twee auto’s die niet bedoeld zijn voor het circuit. En toch staan we hier. De comfortabele Nissan doet het bij voorkeur rustig aan. Want zodra we het tempo opvoeren, worstelt hij in bochten met nogal sterke rol- en schommelneigingen. In combinatie met de vage besturing is het bijna onmogelijk om de ideale lijn te volgen. Alsof je Mark Rutte vraagt de tango te dansen. Verder is er maar weinig voor nodig om lastwisselreacties uit te lokken, waarbij het ESP alles op alles moet zetten om de Nissan Leaf weer op koers te brengen.
De Toyota Prius is uit een heel ander hout gesneden. Het gaat wat ver om hem dynamisch te noemen, maar na de Leaf zijn de rijeigenschappen een verademing. Je kunt de Prius veel nauwkeuriger over het circuit loodsen, want zijn carrosserie beweegt minder in de bochten en zijn besturing biedt zowaar enige feedback. Evengoed heeft hij de neiging om al vroeg te ondersturen, wat resulteert in erbarmelijke rondetijden en slalomsnelheden. Zo kan het dat de
Prius Plug-in Hybrid in het hoofdstuk nog minder punten scoort dan de zwalkende Leaf. Beide auto’s presteren ook nog eens matig op de remmentest. Dat de Toyota liefst 40,0 meter nodig heeft om van 100 km/h terug naar 0 te worden gebracht, is de grootste negatieve uitschieter.
Milieu/kosten
De Prius Plug-in Hybrid volgt de voordelige Leaf op de voet.
Of je nu kiest voor een volledig elektrische auto of een plug-in hybride, ze zijn allebei duur in aanschaf. Onze testauto’s kosten om en nabij de 39 mille. Voor de particuliere EV-koper komt binnenkort verlichting in de vorm van een aankoopsubsidie. Die bedraagt 4000 euro en geldt voor de Nissan Leaf en alle andere volledig elektrische auto’s die minder dan 45.000 euro kosten. De Nederlandse overheid verstrekt daarentegen geen subsidie voor de aanschaf van een plugin hybride. Je krijgt alleen 50 procent korting op de wegenbelasting tot en met 2024. Maar weer is de EV-rijder baas boven baas: hij betaalt immers helemaal
De Nissan Leaf en de Toyota Prius zijn pioniers en brachten grote veranderingen teweeg.
geen wegenbelasting. Sowieso staan volledig elektrische auto’s bekend om hun lage gebruikskosten. Elk testscore met een euroteken erachter, wint de Leaf met gemak. Maar het verschil met de Prius Plug-in Hybrid valt ons erg mee. Met andere woorden: je bent niet zo heel veel meer geld kwijt als je toch voor het actieradiusgenot van de stekkerPrius kiest.
Conclusie
Bij de Toyota Prius Plug-in Hybride staan efficiëntie en zuinig rijden centraal. Het is een gestroomlijnd pakketje met een bovengemiddeld efficiënte verbrandingsmotor onder de motorkap en een accupakket onder de kofferbak. Het resultaat is zowel een laag verbruik als een grote actieradius. Bovendien is hij gezegend met een fatsoenlijk veercomfort. Op dat gebied stelt de te zacht geveerde Nissan Leaf teleur, maar hij heeft andere pluspunten die hem de overwinning bezorgen. De volledig elektrische hatchback is gemakkelijker te bedienen, heeft een grotere kofferbak en remt beter. De elektromotor maakt hem bovendien krachtiger, sneller, stiller en voordeliger in gebruik. Het relatief kleine accupakket beperkt de actieradius. En wanneer je een milieuvriendelijke auto koopt, zou de actieradius wel eens doorslaggevend kunnen zijn.