ZONNEKONING
Geen kleur staat hem zo goed als GialloSole - zonnegeel. Het zet de iconische Lamborghini Miura P400 S in vuur en vlam.
Noem het bevoorrecht, noem het verwend. Van de meeste auto’s raakt een doorsnee autojournalist niet snel onder de indruk. Maar soms - heel soms - komt het voor het dat zelfs vier medewerkers van een automagazine op precies hetzelfde moment als aan de grond genageld blijven staan, wanneer ze op 30 meter afstand een auto opmerken. Een paar seconden lang, roerloos. Om vervolgens, wanneer hun monden zijn opengevallen en hun polsslag is verhoogd, met versnelde pas op de gespotte vierwieler af te stormen. Want ja, hoe vaak komt het voor dat je een Lamborghini Miura P400 S tegenkomt, met het linkerportier uitnodigend geopend en de sleutel in het contact? Statig als een sfinx uit de Egyptische oudheid, laat de Miura de gloedrijke avondzon met de wulpse rondingen van zijn plaatwerk spelen. Zwijgzaam aanschouwen we het tafereel, terwijl fotograaf Wim zijn Leica behoedzaam tevoorschijn haalt. Als op kousenvoeten bewegen we bedachtzaam om de Miura heen, zodat we Wim niet in de weg lopen. Wat is de Miura toch een beeldschone creatie. Vooral hier en nu, terwijl de goudgele lak door de zon in vuur en vlam wordt gezet, krijgt ons ontzag voor de Italiaanse klassieker een nieuwe impuls.
Vuurzee
“Bewoog de auto nou?” vraagt Wim. Niemand kan het met zekerheid uitsluiten. Het is niet moeilijk om de Miura dierlijke trekjes toe te dichten. Masculien als een roofdier staat de Lamborghini op het warme asfalt, ogenschijnlijk kalm, maar klaar voor de aanval. De glanzende lak heeft trouwens geen enkel aandeel in de onhebbelijke gewoonte van de Miura om zichzelf in lichterlaaie te zetten. De vier driepoorts Weber-carburateurs die de benzine met de aangezogen lucht vermengen, worden wel heel dicht benaderd door de gloeiend hete buizen van het uitlaatspruitstuk. Als de V12-motor zich ook maar even in de brandstof verslikt, verandert de motorruimte met de knip van de vingers in een vuurzee. Inmiddels durven we de auto te benaderen en alle details van nabij te registreren. De perfect gebogen omranding van de achterlichten, het Miuraembleem met de hoorns en staart van een vechtstier, de volle wimpers rond de rustende klapkoplampen, de scherp uitgesneden wielkuipen over de ballonbanden en de matzwarte lamellen in de omhoog gebogen raamstijlen van de portieren beroeren stuk voor stuk je ziel.
Handtekening
De tussen de lamellen verstopte drukknop van het portierslot en de van de Fiat 850 Sport Spider geleende achterlichten vormen het bewijs dat de Miura wel degelijk van deze planeet afkomstig is. Op het betoverende ontwerp prijkt de handtekening van Bertone. In dienst van deze beroemde studio, hebben twee meesterontwerpers afzonderlijk van elkaar aan het design gewerkt. Zij creëerden een auto die bij een groot autoconcern nooit en te nimmer bedacht had kunnen worden, ook al was er een honderdkoppig designteam op gezet. Die twee meesterontwerpers heten Giorgetto Giugiaro en Marcello Gandini.
Met het op de Chevrolet Corvair uit 1963 gebaseerde studiemodel Testudo, legde Giugiaro de basis voor de Miura. Met hun lage neus en de naar de hemel starende klapkoplampen vertonen beide auto’s grote gelijkenissen met elkaar. En net als de Testudo, heeft de Miura de proporties van een klassieke sportwagen met de motor voorin, terwijl deze daadwerkelijk vlak achter de rug van de inzittenden is geplaatst. Voordat Giugiaro het ontwerp van de Miura definitief kon afronden, verliet hij Bertone om voor zichzelf te beginnen, en werd hij opgevolgd door Marcello Gandini. Die bekeek de schetsen van Giugiaro nog eens goed, voegde er enkele elementen aan toe - die later terugkeerden op de Alfa Romeo Montreal - en plaatste zijn handtekening onder het definitieve ontwerp.
DEZE AUTO ZET ELK CONCOURS D’ÉLÉGANCE NAAR ZIJN HAND , MAAR JE WINT ER GEEN SLALOM MEE .