Mini Electric
De nieuwe Mini Electric is een echte showpony: spannende rijeigenschappen staan boven praktische bruikbaarheid. Hoe bevalt het om een week lang door Nederland te reizen met de leukste elektrische auto met het kleinste accupakket?
Dag 1
179 kilometer actieradius. Het staat er echt. Terwijl Mini op zijn website en in de persinformatie toch echt rept over 225 kilometer. Ik sta op de parkeerplaats bij de importeur van BMW en Mini, in Rijswijk. De terugweg naar Nijmegen is 150 kilometer. Dat moet ik redden, ware het niet dat ik een tussenstop ga maken in het centrum van Den Haag. Dat is nog eens acht kilometer extra. Het rekenen begint al op het parkeerterrein, zonder nog maar een kilometer gereden te hebben. Halen we Nijmegen op één acculading of niet? Ik denk aan de woorden van collega Bart in de rijimpressie van de elektrische Mini in AutoReview 4: “We voorzien een stroom van boze tweets van mensen die op de snelweg maar 150 kilometer ver komen.” Maar ik heb geen keus, dus auto starten en gáán. De Mini Electric blijkt meteen een wonderlijke auto. Kijk je puur naar de actieradius, dan ben je wel gek als je er een koopt. Maar eenmaal onderweg, pakt de auto je meteen in. Elektrisch rijden was nog nooit zo enerverend als met deze Mini, zelfs als je het ultieme spaarprogramma (Green+) instelt. Dat doe ik aanvankelijk ook, gezien de opborrelende range anxiety. Maar dan gaat zelfs de airco uit, dus switch ik naar het iets minder groene Green. Een week lang zijn we elkaars metgezel, de Mini Electric en ik. Wat gaat het worden, een spannende flirt waarbij de nadelen op lange termijn niet opwegen tegen de voordelen? Of zou ik de elektrische Mini na een week overwegen voor een langere relatie?
Dag 2
De Mini blijkt een sympathieke eigenschap te hebben: hij ziet het elektrische leven niet van de overdreven optimistische kant. De geschatte actieradius van 179 kilometer bleek pessimistisch. Mijn weerzin tegen een tussentijdse oplaadbeurt (tot 80 procent opladen bij een snellader kost 36 minuten), was ongegrond: ik haalde Nijmegen met stroom in de accu voor nog eens 30 kilometer. En dat ondanks vele kilometers snelweg, niet de plek waar een elektrische auto zich thuis voelt. De boze tweet kan achterwege blijven, al bleef ik voor de zekerheid 100 km/h rijden. Ook na zevenen, op plekken waar je 130 km/h mag. De daadwerkelijke actieradius ligt waarschijnlijk iets boven de 200 kilometer, maar dan moet je de accu helemaal leeg rijden en dat is onverstandig en griezelig. Hou liever een buffer aan. Dat is precies wat de boordcomputer ook doet wanneer hij 179 kilometer voorspelt.
De Mini heeft een sympathieke eigenschap: hij ziet het elektrische leven niet van de overdreven optimistische kant.
Via het navigatiesysteem van de Mini zoek ik een vrije laadpaal. Die blijkt achter een hek te staan bij de plaatselijke busremise. Een simpele Google-opdracht ‘laadpaal in de buurt’ levert wél nuttige informatie op. Bekijk je de kaart van Nederland, dan zie je dat met name in de steden honderden laadpalen te vinden zijn. In Nijmegen kan ik al kiezen uit vier plekken op loopafstand. Op de app zie je ook al of ze bezet zijn. Ik moet zeggen, het werkt perfect.
Dag 3
Het is zondag en het is prachtig zomerweer. Tijd voor een tocht in de buurt, met volle accu, met een blij gemoed en een Mini die over de weg dartelt als een veulen die voor het eerst na de winter een groene wei betreedt. Wat is de Mini Electric dan een leuke auto. Hij is snel, wendbaar en voelt veel lichter aan dan de 1365 kilo die hij daadwerkelijk weegt. Natuurlijk gaat het rijprogramma nu niet in Green, maar in Sport. De besturing is net zo direct als die van een Mini op benzine. Maar dankzij het lage zwaartepunt en de optimale gewichtsverdeling van de stekker-Mini zijn de rijeigenschappen wellicht nog leuker. Ik volg een motorrijder die op de Zevenheuvelenweg bij Groesbeek de gashendel opentrekt. Dat is in een elektrische auto een fluitje van een cent - 270 Nm aan koppel is direct beschikbaar. De motorrijder zal verbaasd zijn dat we moeiteloos volgen.
Dag 4
Vandaag staat een rit naar Amsterdam-Zuidoost op het programma: een dag rijden met de Audi E-Tron Sportback (niet de S-versie elders in het blad, maar de ‘gewone’). Heen en weer bedraagt de afstand 224 kilometer - ik vraag van tevoren of de Mini in Amsterdam aan de laadpaal kan. Het antwoord is bevestigend. Tussen allemaal grote E-Trons laaft onze kleine Mini zich aan de Audi-stroom.
Na ruim twee uur met de E-Tron kom ik terug. het lampje van de laadpaal is nog blauw, wat betekent dat de accu nog niet volledig is opgeladen. Geen probleem, dat is ook niet nodig om Nijmegen te halen. Als ik wegrijd, is er toch enige verbazing. Er is in die periode maar 20 kilometer range bij gekomen! Blijkbaar hebben de E-Trons weinig stroom overgelaten voor de Mini. Maar dat het zó langzaam kan gaan, verbaast me toch. Ook bij openbare laadpalen is het oppassen geblazen: daar vind je een waarschuwing dat laden tussen vijf uur ’s middags en negen uur ’s avonds, wanneer heel Nederland kookt, (’s winters) de verwarming aanzet, wast, stofzuigt en poetst, stukken trager gaat.
Dag 5
Vanaf mijn huis is het twee minuten lopen naar de dichtstbijzijnde laadpaal. Maar dat is het gekke: hoewel het een afstand is die je zelfs met een halve fles whisky op nog kruipend kunt afleggen (ik spreek niet uit ervaring), voelt het alsof je de Vierdaagse moet lopen. Puur omdat mijn benzineauto meestal gewoon voor de deur staat. Als ik de Mini om twee uur ’s middags aan de laadpaal hang, is de verleiding groot om hem daar te laten staan tot de volgende ochtend, wanneer ik hem weer nodig heb. Wat je met een gewone auto eigenlijk doet zonder erbij na te denken. Maar ik wil geen laadpaalklever zijn en dus loop ik na een paar uur nog een Vierdaagse-etappe om de auto los te koppelen van de laadpaal. In de zomer niet eens een onplezierige wandeling, maar zou ik in een winterse bui ook mijn warme huis verlaten? Een huis met eigen laadpaal voor de deur of op de oprit is natuurlijk de ideale situatie, dan heb je van deze dilemma’s geen last.
Dag 6
De korte ritten met de Mini Electric zijn het fijnst. Je hoeft het spelletje ‘Zoek de laadpaal’ niet te spelen en profiteert van alles wat Mini rijden leuk maakt. De Mini is stil, vlot en dynamisch. Bij elektrische auto’s kun je de mate van terugwinning van de remenergie meestal instellen. Dat is bij de Mini niet anders, er zijn twee standen. In de meest krachtige remt de Mini bij het loslaten van het stroompedaal alsof zijn leven ervan afhangt. In de andere stand, gebeurt er juist niet zoveel. Onepedaldriving went, maar toch raden we Mini aan om een extra trap in te bouwen. Een stand tussen losjes en krachtig terugwinnen was welkom geweest.
Dag 7
Eens rekenen. Een Mini Cooper S op benzine met 192 pk kost 36.943 euro, de Mini Electric is met 184 pk ongeveer even krachtig. Positief: hij is goedkoper, met zijn basisprijs van 34.900 euro. Helaas is de subsidiepot voor particulieren al leeg, anders had de overheid 4000 euro op je rekening gestort en was het prijsvoordeel van de elektrische Mini nog een stuk verder opgelopen. Wegenbelasting hoef je ook niet te betalen.
Nog één keer komt de range anxiety om de hoek kijken. Voordat ik de Mini terugbreng, haal ik collega Remco in Utrecht op en doen we de fotoshoot in Maarssen. O, die wegtikkende kilometers … Eén keer extra op- en neer rijden voor een fotoshoot kan het verschil betekenen tussen rechtstreeks naar Rijswijk en een gedwongen koffiestop van een kwartier. Gelukkig is Remco in vorm en staan de foto’s er snel op. Ik kan in één keer naar de importeur rijden. Eenmaal weer herenigd met mijn auto op benzine, moet ik even wennen dat onepedaldriving met een benzineauto niet zo handig is. Maar oh, dat genot van een volle tank …