Tussenstation waar de elektrische sneltrein nooit stopte
In 2012, tijdens de autobeurs van Genève, stal Hyundai de show met de conceptcar I-Oniq. Voor zijn tot range-extender omgebouwde benzinemotor, lag een rooskleurige toekomst in het verschiet. De tijd snelde echter voort …
Hyundai heeft het beste met de mensheid voor. Om de klimaatveranderingen zo snel mogelijk een halt toe te roepen, wil het Zuid-Koreaanse merk in 2025 dik een half miljoen volledig elektrische auto’s op jaarbasis verkopen, en daarnaast nog eens ruim honderdduizend voertuigen met brandstofcel (op waterstof). Om dit plan te realiseren, zet Hyundai vol in op het aanbieden van alternatieve mobiliteitsoplossingen. De focus ligt niet zozeer op het bezit van de auto, maar op de toepassing van nieuwe (gedeelde) vervoersvormen.
In 2012 klonk de transformatie naar volledig elektrische mobiliteit nog als heel verre toekomstmuziek. Als er in Seoel al werd nagedacht over volledig elektrische modellen als de Kona Electric en waterstofauto’s als de Nexo, dan verkeerde de ontwikkeling van deze modellen nog in een heel pril stadium. Acht jaar geleden was de inzet van elektrische energie als aanvulling op de verbrandingsmotor nog een actueel onderwerp.
Lef
Tijdens de autosalon van Genève in 2012 debuteerden nieuwe auto’s als de Bentley Bentayga (als studiemodel), de Bugatti Veyron Grand Sport Vitesse en de Aston Martin V12 Vantage - en dan laten we de Ferrari F12 Berlinetta en Lamborghini Aventador J voor het gemak maar achterwege … Op de beursvloer stonden we heel even stil bij de B-stijlloze Ford B-Max, voorspelden we een gouden toekomst voor de spiksplinternieuwe Volvo V40 en vergaapten we ons aan conceptcars als de Lexus LF-LC.
Bij Hyundai stond de nieuwe i30 Wagon in de schijnwerpers. Daarmee namen de Koreanen een bloedserieus alternatief voor succesvolle Europese stationwagons als de Ford Focus en Opel Astra in het programma op. Maar het studiemodel I-Oniq getuigde van veel meer lef: deze bloedmooie en opvallend realistisch ogende fastback-coupé trok de aandacht met zijn vloeiende lijnvoering, grootformaat grille en wijds uitslaande (en dus niet zo realistische) vleugeldeuren. Met zijn lengte van 4,4 meter, verkende de conceptcar het territorium van populaire coupés als de Volkswagen Scirocco en Peugeot RCZ. Alsof de ontwerpers van Hyundai’s R&D-centrum in het Duitse Rüsselsheim vanuit het hoofdkwartier in Seoel de opdracht hadden gekregen om vooral niet te vergeten dat hun werkgever in Oost-Aziatische grond wortelde, was het interieur van de I-Oniq het toonbeeld van gekunstelde creativiteit. Door de ronde vormen, het blauwe neonlicht, het ‘gelaagde’ stuur met geïntegreerde touchscreen en de combinatie van rode stoffering met gewelfd houtfineer, leek het wel alsof je de brug van Battlestar Galactica had betreden.
Tussenstation
Terwijl het prachtige exterieur veel waardering oogstte, verloor de ware petrolhead bij het lezen van de specs al snel de aandacht. Onder de motorkap van de I-Oniq geen bruut benzinegeweld, maar slechts een 1,0-liter driecilindertje die het tot een alles behalve hoogdravend vermogen schopte van … 61 pk. Maar dat is niet het volledige verhaal. De benzinemotor diende namelijk slechts als range-extender, en stond niet in directe verbinding met de aangedreven wielen. Hij was er enkel om energie op te wekken voor de 105 pk sterke elektromotor. Op alleen het lithium-ion batterijpakket, konden 120 volledig elektrische kilometers worden afgelegd. Wanneer je ook de aanvullende brandstofvoorraad erdoorheen had gejaagd, had je inmiddels 700 kilometer achter de kiezen.
In 2012 werd de range-extender nog gezien als bijzonder effectieve oplossing om de CO2-uitstoot van een auto in de kiem te smoren. Een tussenstation, zoveel was zeker, want op langere termijn zou de volledig elektrische auto het stokje overnemen. De ontwikkelingen op dit gebied gingen echter zo snel, dat de range-extender al heel gauw een gepasseerd station was …
De range-extender werd gezien als bijzonder effectieve oplossing om de CO2-uitstoot in de kiem te smoren.