KRACHT STROOM
De nieuwe Audi E-Tron Sportback 55 quattro is geen auto voor de spaarzame geitenwollensokkenbreier. Hij is ontworpen als businessclass reisauto, die je emissievrij en in alle luxe en comfort naar meetings en conferenties brengt. De Mercedes EQC 400 4Matic opereert al wat langer op de zakelijke markt, en beschikt eveneens over een elektrisch vermogen van 408 pk. Hij is alleen veel goedkoper in de lease en de bijtelling. Welke elektro-suv moet het worden?
De Audi E-Tron en Mercedes EQC zijn de elektrotechnische topmodellen van beide merken. Nu zet Audi de volgende stap en voorziet zijn stroom-suv van een sportief aflopende Sportbackachterkant. Boet de volledig elektrische suv daarmee in op zijn dagelijkse bruikbaarheid, of is het opvallende design van de auto zijn meerprijs waard? We vergelijken de Audi E-Tron Sportback 55 quattro met de Mercedes EQC 400 4Matic. Beide auto’s beschikken over een elektrische aandrijflijn met een vermogen van 408 pk. De Mercedes is in de basis echter bijna 10.000 euro goedkoper dan de Audi, voor beide testauto’s geldt een verschil van bijna 16.000 euro. En dat scheelt op de eindbalans toch een slok op de lease- en bijtellingsborrel. Waarmee trouwens niet gezegd is dat de EQC met twee vingers in de gestroomlijnde neus gaat winnen. Er zijn immers tal van andere testonderdelen die zwaar meewegen in ons eindoordeel.
In-/exterieur De Audi E-Tron Sportback is een klasse groter dan de Mercedes EQC.
Zodra je in de Audi bent gestapt, valt op hoe ruim het interieur is - ondanks de aflopende daklijn. Vergeleken met de standaard E-Tron, komt het plafond boven de achterbank 4 centimeter naar beneden. Toch hebben de passagiers achterin nog altijd meer hoofdruimte dan in de Mercedes. Het interieur van de EQC is bovendien duidelijk smaller - waardoor de auto een klasse kleiner lijkt dan de Audi. De kofferruimte versterkt die indruk: de EQC transporteert 500 tot 1460 liter. Daar zet de E-Tron Sportback 615 tot 1655 liter tegenover. Een minpunt van de Audi is zijn hoge tildrempel: je rug moet eerst 80 centimeter overbruggen om zware goederen in de kofferruimte te tillen. Overigens kan de E-Tron zijn achterkant nog wel iets laten zakken, met dank aan de luchtvering. De Mercedes EQC staat op stalen schroefveren en niveauregeling ontbreekt. Dat de tildrempel evengoed 76 centimeter hoog is, komt met het oog op de laag uitgesneden achterklep als een onaangename verrassing. Met een laadvermogen van 434 kilo kan de Mercedes maar een bescheiden vracht vervoeren. De Audi mag 575 kilo torsen. Als je regelmatig een aanhanger te trekken hebt, mag deze voor beide auto’s tot 1800 kilo worden beladen.
Comfort De Mercedes legt je in de watten, de Audi deelt soms een onbedoelde uppercut uit.
In dit hoofdstuk tekenen zich duidelijke verschillen af. Zo heeft de Mercedes stoelen met een zachte schuimvulling en is de Audi uitgerust met stevige houvast biedende S-sportstoelen (een optie van 1966 euro, die uitsluitend geleverd wordt op de dure S edition). Achter in de E-Tron is de bank eveneens steviger gevoerd en beter van vorm. De middelste zitting is echter zo hard, dat je hier niet langer wilt zitten dan strikt noodzakelijk is. De driezitsbank achter in de Mercedes EQC is veel zachter van vulling en heeft een langere zitting die je bovenbenen beter ondersteunt, maar in snelle bochten word je veel minder stevig op je plaats gehouden. Daarnaast slokt de hoge transmissietunnel veel beenruimte op.
Zowel de Audi als de Mercedes biedt dankzij de stille elektrische aandrijflijn natuurlijk een uitstekend geluidscomfort. Beide testauto’s zijn voorzien van geluidsisolerende zijruiten (Audi: 604 euro;
Mercedes: standaard). De kleine camera’s van de Virtual Mirrors op de Audi (1434 euro) ontwikkelen nauwelijks windgeruis en ook de rolgeluiden van de 20-inch wielen blijven in de E-Tron ver op de achtergrond. Dissonant op comfortgebied is de stijfbenigheid van de standaard luchtvering op korte oneffenheden. En dat terwijl een meer glooiende ondergrond snaarstrak wordt getrokken.
Het onderstel van de Mercedes EQC heeft een veel toegeeflijker afstemming. Maar al worden de wielbewegingen nog zo soepel verwerkt, de auto vertoont ook vrij veel onrust. Je voelt de carrosserie de hele tijd op zijn veren dansen. Dat wordt na een lange rit wat vermoeiend.
Motor/transmissie De Mercedes is een verrassend vlotte sprinter, maar de Audi laadt sneller op.
Elektrische auto’s zijn niet alleen fluisterstil, ze leveren in de regel ook geweldige prestaties. Daarvan zijn onze twee testauto’s een prachtig voorbeeld. Al vanuit stilstand bouwen hun elektromotoren een immens koppel op, zodat de ruim 2500 kilo aan rijklare massa in een flitsend tempo naar de 100 km/h wordt gekatapulteerd. De Mercedes EQC is zelfs nog een iets snellere sprinter dan de Audi E-Tron. Op topsnelheid zijn de rollen omgedraaid. De E-Tron is elektronisch begrensd op 200 km/h, de Mercedes wordt bij 180 km/h door de computer beteugeld.
Kijken we naar het energieverbruik van beide auto’s, dan zien we enkele praktische verschillen.
De Audi kun je onderweg aan een snellader met 150 kW van verse stroom voorzien, de Mercedes komt niet verder dan 110 kW aan laadvermogen. Als je de accu weer helemaal wilt opladen, ben je met de Mercedes dus meer tijd kwijt. Bovendien heeft de Audi een grotere actieradius. Dat ligt in de eerste plaats aan de grotere capaciteit van het accupakket, maar dankzij het hogere recuperatievermogen is onderweg ook meer remenergie om te zetten in laadstroom. Alle kleine beetjes helpen, al vinden we een actieradius van 288 kilometer (Mercedes) tot 313 kilometer (Audi) aan de karige kant. Het devies luidt: laden waar je laden kunt.
Rijeigenschappen De Mercedes heeft het naar zijn zin - totdat de remproef zich aandient.
Eensgezindheid bij Audi en Mercedes: het accupakket ligt laag in de auto en twee elektromotoren brengen hun gezamenlijk vermogen van 408 pk (zonder interruptie van een versnellingsbak) keurig afgemeten over op de voor- en achterwielen. Dankzij het lage zwaartepunt en de uitstekende tractie, bieden deze zware elektrische suv’s verrassend veel rijplezier. Nu gaat het te ver om ze als sportieve scheurijzers te betitelen, veiligheid staat voorop. Ondanks zijn soepele vering stuurt de Mercedes heerlijk direct en met veel precisie. In de E-Tron bouwt de besturing een vervelende tegenwerking op, alsof de voorwielen zich verzetten wanneer ze een bocht in moeten draaien. Uiteindelijk begint de Audi over zijn voorwielen naar buiten te glijden.
Elektrische auto’s zijn niet alleen fluisterstil, ze leveren in de regel ook geweldige prestaties.
Dat de E-Tron uiteindelijk toch voor de Mercedes over de finish komt, is te danken aan zijn remmen. Bij een noodstof vanaf 100 km/h staat de E-Tron drie meter eerder stil dan de EQC.
Milieu/kosten Het prijsverschil van bijna 16.000 euro laat zich moeilijk recht praten.
Dankzij het lage zwaartepunt en de uitstekende tractie, bieden deze zware elektrische suv’s verrassend veel rijplezier.
In testtrim is de Audi E-Tron Sportback 55 quattro 15.978 euro duurder dan de Mercedes EQC 400 4Matic. Een aanzienlijk verschil, dat je in de maandelijkse leasekosten en de bijtelling beslist gaat voelen. De Mercedes heeft bovendien een lagere afschrijving en gunstiger garantievoorwaarden. De Audi probeert nog terug te slaan met een lagere verzekeringspremie en een completer multimediasysteem, maar het is onvoldoende om achterstand nog in te halen. De Mercedes wint dit hoofdstuk met overmacht. Conclusie
De Audi E-Tron Sportback 55 quattro is groot en ruim. Hij heeft standaard luchtvering en beschikt over een setje daadkrachtige remmen. De accu’s zijn snel weer opgeladen en het multimediasysteem is zeer compleet. Maar in de geteste uitvoering is de Audi bijna 16.000 euro duurder dan de Mercedes EQC 400 4Matic, die goede sier maakt met zijn uitermate comfortabele rijeigenschappen en verbluffende sprintkracht. Weliswaar is de EQC minder ruim, heeft hij een kleiner laadvermogen, staat-ie op stalen schroefveren in plaats van adaptief gedempte luchtbalgen en ben je wat meer tijd kwijt aan de laadpaal, dan nog laat de grote meerprijs van de Audi zich niet (volledig) verklaren. Tellen we alle punten bij elkaar op, dan is er echter maar een conclusie mogelijk, en dat is dat de Audi beter in de test scoort dan de Mercedes. Zijn overwinning is verdiend.