Fiat 500e
De nieuwe Fiat 500e is meer dan een mooi snoetje. Hij geeft het uitgedunde modellengamma van Fiat een broodnodige impuls en gaat de strijd aan in het inmiddels fel bevochten segment van de compacte elektrische auto's. Hoe brengt de kleine Italiaanse charmeur het er vanaf?
‘Non cambiare mai una squadra vincente.’ Of het helemaal correct is, weet ik niet, maar daar zou in het Italiaans never change a winning team moeten staan. Want dat is precies wat Fiat met de 500e heeft gedaan. Althans, qua lijnvoering … De nieuwe 500 bewijst namelijk hoe ontzettend tijdloos het ontwerp van zijn voorganger uit 2007 is. Designer Frank
Stephenson – die eind jaren negentig ook de eerste BMW-MINI schetste – heeft met de huidige 500 onomstotelijk een kunststuk afgeleverd.
Het dertien jaar oude model – dat nog op de tweede generatie van de Panda uit 2003 is gebaseerd – gaat niet met pensioen, maar wordt in ieder geval de komende jaren nog naast de 500e verkocht. Zie je beide autootjes naast elkaar op straat, dan moet je even goed kijken welke nou welke is. De 500e is zelfs niet heel veel groter dan de 500. In de lengte en breedte scheelt het 6 centimeter, in de hoogte 4 centimeter.
En toch is het verschil tussen de 500 en 500e overduidelijk, met name als je inzoomt op de details. De elektrische driedeurs is een frisse verschijning met stijlvolle ontwerpelementen, zoals de oplichtende ‘wenkbrauwen’ boven de koplampen en de kleine, iets uitstekende richtingaanwijzers recht boven de voorwielen. Nieuw is dat er niet langer een Fiat-logo op de neus prijkt, maar dat er in zwierige letters ‘500’ staat.
Fiat introduceert de elektrische stadsauto in drie varianten: als hatchback, cabriolet en 3+1. Die laatste heeft een extra deurtje
aan de passagierskant, dat naar achteren openzwaait (net als de portieren van de Nuova 500 uit 1957) en zorgt voor een betere instap naar de tweede zitrij. De 500e Cabrio maakt gebruik van een stoffen dak, dat naar achteren en naar beneden schuift, waardoor er van de voorruit tot aan de kofferklep een grote open ruimte ontstaat.
Koning van de stad
Fiat adverteert met een vanafprijs van 24.900 euro voor de 500e, maar voor dat bedrag krijg je de Action-versie met 23,8 kwh-batterij en een actieradius van maximaal 180 kilometer. Die wil je dus niet. En dat betekent dat je op z’n minst 28.600 euro kwijt bent voor de 500e Passion met ruim 300 kilometer aan bereik. Al kun je natuurlijk 4000 euro overheidssubsidie krijgen als je hem particulier koopt. Op voorwaarde dat er nog iets in de subsidiepot zit.
Alle 500e’s – behalve de 95 pk leverende Action – hebben een elektromotor met
118 pk, die is gekoppeld aan een batterij van 42 kwh. De officiële acceleratiecijfers (0-100 km/h in 9,0 tellen) mag je vergeten, want het is het gevoel dat telt. En dat zegt dat je door het instant-koppel (220 Nm) nooit om sprintvermogen verlegen zit. Achter het stuur van de compacte Fiat voel je je de koning van de stad. Je zoeft overal tussendoor en profiteert in krappe garages van de verrassend kleine draaicirkel.
De actieradius van de 500e met 42 kwh ligt op 320 kilometer, maar als je hem alleen binnen de bebouwde kom rijdt, kun je een stuk verder komen, zeker als je de Sherpamodus gebruikt. Die schakelt stroomvretende systemen uit (zoals de airco), beperkt de acceleratie en begrenst de topsnelheid op 80 km/h. In de Sherpa-stand - en ook in de Range-modus - remt de 500e af als je het ‘gaspedaal’ loslaat. Door goed te anticiperen, hoef je de rem nooit aan te spreken. De Fiat komt zelf tot stilstand.
De 500e is uitgerust met een boordlader van 85 kw. Daarmee kun je, aan de juiste snellaadpaal, in iets meer dan een half uur weer op 80 procent laadniveau zitten. De instap-500e – de eerdergenoemde Action – moet het met een 50 kw-lader doen. Leuk detail: als je de Fiat start en voor de eerste keer wegrijdt, speelt een externe speaker een stukje Italiaanse klassieke muziek. Wees gerust, dat doet-ie daarna niet meer.
Als je wegrijdt, speelt een externe speaker Italiaanse klassieke muziek af.
Knipoog naar de jaren vijftig
In het interieur van de 500e heeft Fiat een flinke slag gemaakt, vooral als het gaat om de zitpositie. In de huidige 500 zit je – zeker als je langer bent – te hoog en is het lastig om een comfortabele houding achter het stuur te creëren. In de 500e zit je lager en zijn de verstelmogelijkheden beter. Het interieur zelf is hier en daar opgetrokken uit goedkope materialen, maar steekt verder uitstekend in elkaar.
Het design van het dashboard knipoogt naar de Fiat 500 uit de jaren vijftig, met een grote, ronde klok voor de neus van de bestuurder, die in de 500e uiteraard digitaal is. Rechts van het stuur ‘zweeft’ het touchscreen voor het Uconnect-infotainmentsysteem. Het werkt goed en snel zodra je door hebt waar alles in de menustructuur te vinden is. De belangrijkste functies hebben eigen fysieke knoppen, zoals het hoort.
Dat een elektrische aandrijflijn minder ruimte inneemt dan een verbrandingsmotor, merk je in de cabine van de 500e. Je hebt een stuk meer bewegingsvrijheid, al is het op de achterbank nog steeds een beetje behelpen. De kofferbak groeide niet. Er is 185 tot 550 liter beschikbaar (ook in de cabrio), wat heel ietsje minder is dan de ‘oude’ Fiat 500 heeft (185 tot 610 liter).