Remco Slump
Net als in de gelijknamige film, ik wil het. 500 Days of Summer waarin het stoffen dak van de Lexus LC 500 Convertible naar beneden kan. Want zijn magistrale V8 moet je ongefilterd kunnen horen!
“Al na enkele minuten in de Lexus LC 500 Convertible ben je verliefd. Op de Toyota Prius.”
Al na enkele minuten in de Lexus LC 500 Convertible ben je verliefd. Op de Toyota Prius. Wij dachten nooit van de Japanse hybridepionier te kunnen houden, maar zijn nu stapel tot over onze oren. Niet vanwege de smaakloze muesliaandrijving van de Prius, of de jengelende transmissie, maar om de atmosferische V8 van de Lexus LC 500.
Dankzij het succes van hybrides als de Prius heeft Toyota zijn gemiddelde Co2-uitstoot keurig onder controle. Daarmee ontloopt het bedrijf niet alleen een Europese boete, maar creëert het ook ruimte voor … bah … vieze modellen als de Lexus LC 500. En daarvoor danken we Akio Toyoda op onze blote knieën. “No more boring cars”, roept de topman altijd, maar dat kan alleen dankzij die boring cars.
Geen hybrideversie
De Lexus LC vindt zijn oorsprong in de prachtige Lexus LF-LC Concept uit 2012, die vrijwel ongewijzigd in productie ging. De coupéversie van de LC debuteerde in 2016 en is er in twee versies: met een 3,5-liter V6 en hybridetechniek (de 359 pk leverende LC 500h) of met een atmosferische 5,0-liter V8 met 477 pk.
Om wat voor reden dan ook, is de hybrideaandrijflijn van de LC 500h niet leverbaar in de open LC. En dat verpest in ieder geval op de Nederlandse markt de kansen van de Convertible. De Belastingdienst is niet gediend van de Co2-uitstoot van 275 g/km en legt de LC 500 daarom een bpm-boete op van 50.074 euro.
Met een vanafprijs van 186.995 euro is de Lexus iets duurder dan de BMW M850i xdrive Cabrio (530 pk, 182.438 euro), die waarschijnlijk ook wat merkbeleving betreft een streepje voor heeft. Tenminste, bij de snobistische Europese premiumkoper. Want een Lexus, dat is gewoon een opgedirkte Toyota. Toch?
Neen! Ga je mond spoelen met zeep, want de Lexus LC 500 Convertible heeft niets, maar dan ook niets te maken met de huis-tuinen-keuken-toyota van je buurman. Daarvoor hoef je alleen maar naar de sportwagen te kijken. Wat je ook van Lexus’ uitgesproken designtaal vindt, op de LC komen de Predator-bek en alle scherpe lijnen en vouwen uitstekend tot hun recht.
De Convertible oogt laag en vooral bréééd. Schuin van voren is zijn mooiste hoek. Dan komt zijn elegante basisvorm het beste tot zijn recht. Schuin van achteren oogt-ie minder fijn. Vooral bij de Convertible valt op hoe visueel zwaar de kont van de LC eigenlijk is. Bijna hypnotiserend zijn de 3D-achterlichten, die als hologrammen uit een oude sciencefictionfilm in de diepte verdwijnen.
Kleine bagageruimte
Onze testauto is uitgevoerd met de enige optie in de Lexus Lc-prijslijst: metallic lak. De wondermooie donkergroene kleur heet Terrane Khaki en is gecombineerd met een beige cabriokap (zwart kan ook). Het dak neemt in zijn weggevouwen positie geen hap uit de kofferbak. En dat is maar goed ook, want van de 149 liter kleine bagageruimte kun je geen litertje missen.
De LC 500 Convertible is een 2+2, dus heb je achter de stoelen twee minizitjes, die alleen geschikt zijn voor kinderen, huisdieren of weekendtassen. De afwerking van de cabine is voorbeeldig. In een BMW vind je op plekken waar je niet vaak kijkt goedkope kunststoffen, maar niet in deze Lexus. Elk hoekje, elk gaatje is afgewerkt met leer, alcantara of aluminium. Wat een interieur!
Superieure grand tourer
En wat een motor! Want de deze auto komt pas echt tot leven als je zijn achtcilinder start. Hij blaft tot leven met een uithaal waar Otis Redding trots op zou zijn. Het is een trucje, want Lexus heeft het motormanagement zo geprogrammeerd dat de V8 bij het aanslingeren iets langer hoog in de toeren blijft hangen dan nodig is.
Het zij het merk vergeven, want als je zo’n fabelachtige krachtbron hebt ontwikkeld, mag je er ook mee pronken. De achtcilinder van de LC is een meesterstuk, een zwaar verslavende drug. Je oren moeten om de paar minuten – nee, seconden – een nieuwe dosis van zijn hemelse gebrul hebben. Alleen van de hoogtoerige V10 in de Lexus LFA krijg je nog meer kippenvel.
Een echte sportwagen is de LC niet. Daarvoor is hij te zwaar, niet scherp genoeg. Wat hij wel is, is een superieure grand tourer.
Met de Lexus moet je continenten doorkruisen - met de kap omlaag. De stuur-, stoel- en nekverwarming houden je zelfs als het buiten 4 graden is heerlijk op temperatuur. Geloof ons, wij hebben het uitgeprobeerd.
Pas op met die wielen!
Pas wel op als je op straat parkeert of een ondergrondse garage binnenrijdt! De Lexus meet bijna 2 meter in de breedte, staat op kwetsbare 21-inch lichtmetalen wielen en heeft een behoorlijk onoverzichtelijke carrosserie. Bij vergelijkbare auto’s kun je dan veelal vertrouwen op een 360-graden camera, maar helaas … die heeft de LC niet.
Als de auto ergens op achterblijft, dan is dat op elektronicagebied. Hij heeft alles wat je nodig hebt (behalve de 360-graden camera dan), maar de concurrentie heeft meer. Bovendien vinden wij de bediening van het infotainmentsysteem niet ideaal. Je went eraan, absoluut, maar het touchpad op de middenconsole vergt toch meer aandacht dan een draaiknop of een touchscreen.