Middenklasse-sedans
Suv’s zijn zó populair dat je bijna zou vergeten dat er veel aantrekkelijker alternatieven zijn. De klassieke sedans en hatchbacks van BMW, Opel en Volvo zijn niet alleen begerenswaardiger, maar ook zuiniger en sneller.
BMW 320i, Opel Insignia 2.0 Turbo, Volvo S60 B4
We hebben ons vaker vertwijfeld afgevraagd waarom suv’s en crossovers tegenwoordig zo populair zijn. En waarom gaat dit ten koste van de traditionele segmenten, zoals de klassieke sedan? Een BMW 320i rijdt veel leuker dan een vergelijkbare suv en een Opel Insignia is veel ruimer dan veel hoog op hun poten staande gevaartes. De Volvo S60 is de klassieke schoonheid in deze test: hij verleidt met design en comfort. Welke van deze drie auto’s biedt het beste totaalpakket?
In-/exterieur
De Opel biedt de ruimte van een limousine. Puur op lengte, deelt de Opel Insignia al een tik uit. Hij is veel groter dan de andere twee. De 4,90 meter lange Opel heeft voor een middenklasser dan ook een buitengewoon ruim interieur. Hij overtroeft zijn beide tegenstanders, die weliswaar voldoende bewegingsvrijheid bieden voor vier volwassenen, maar vooral wat betreft beenruimte niet aan de Opel kunnen tippen.
Bovendien heeft de Insignia de grootste bagageruimte, die bovendien het makkelijkst in gebruik is dankzij de grote kofferklep. We delen nog een klap punten uit voor het maximale laadvermogen van 603 kilo, waaraan de BMW en de Volvo wederom niet tegenop kunnen. Maar dan houdt het ook wel op. De Opel blijft achter met zijn veiligheidsopties.
Ook al kreeg hij onlangs een facelift, je merkt dat de Insignia niet meer de jongste is. Zo heeft hij niet de op de cloud gebaseerde waarschuwing dat het wegdek glad is, die de BMW wel heeft.
Comfort
De BMW is sportief, de Volvo juist uitgesproken comfortabel.
Lange, ontspannen autoritten zijn een kerncompetentie van de Volvo S60, die een soeverein veercomfort heeft. Het optionele onderstel met adaptieve schokdempers reageert gevoelig als je rustig rijdt, en weet bij hogere
snelheden ondanks een stevige basisafstemming de meeste oneffenheden netjes glad te strijken. Alleen kort op elkaar volgende, kleinere hobbels kunnen de auto uit balans brengen.
De Opel Insignia heeft ergonomische comfortstoelen en roept ook in Nederland trots dat ze zijn goedgekeurd door de Duitse Aktion Gesunder Rücken. Ze hebben dankzij de uitstekende vulling de prettige eigenschap dat je minder moe wordt en dat je rug minder wordt belast. De vering wordt standaard gekoppeld aan adaptieve dempers. Het beeld dat ontstaat, is tweeledig. De Insignia strijkt oneffenheden doorgaans prima glad, maar als je langzaam rijdt, heeft hij moeite met hobbels en randen. Bovendien voel je dat de carrosserie in de meest comfortabele stand van het onderstel nadeint en dat kan onaangenaam zijn als je de vaart erin wilt houden. Bij de maximale belading wordt het nog erger. Dat is op te lossen door het middelste van de drie programma’s te kiezen.
De BMW heeft een heel ander karakter met zijn optionele sportonderstel. Ook hier geven adaptieve dempers acte de présence, maar de afstemming is vooral gericht op dynamiek. Zelfs in de comfortstand voel je daardoor zowel in de stad als op de snelweg de oneffenheden nog onder je voorbij schieten. De akoestiek is in de BMW uitstekend voor elkaar: je hoort de banden en de wind nauwelijks. Ook de motor is de stilste van dit trio.
Motor/transmissie
De Opel is het snelst, de Volvo het zuinigst. Dat de BMW zo stil is, is niet zijn enige sterke troef. De hele aandrijflijn laat zich in dit hoofdstuk van zijn beste kant zien. Zo schakelt de achttaps automaat extreem soepel. Ook de draai-eigenschappen zijn
Op de autobahn drukken de BMW en de Opel de Volvo van de weg.
indrukwekkend voor een viercilinder. Met 184 pk heeft de 320i de minst krachtige motor in deze test, maar toch is hij een snellere sprinter dan de Volvo. Het scheelt overigens niet veel: 7,4 seconden tegen 7,6 voor de S60. De achttraps automaat van de 197 pk sterke S60 B4 reageert telkens net wat trager dan die van de BMW. Met de topsnelheid blijft de Volvo ook achter: die is begrensd op 180 km/h. Dat is in Nederland natuurlijk prima, hooguit kan het je in de weg zitten als je dwars door Duitsland zo snel mogelijk naar Zweden wilt rijden. De BMW en de Opel kunnen de Volvo met topsnelheden van 235 km/h van de autobahn drukken. De zin en onzin van de begrenzer moet ieder voor zichzelf bepalen.
Wat Volvo goed voor elkaar heeft, is het lage verbruik. De viercilinder benzinemotor heeft een 48V startgenerator, die als mild hybrid-systeem dient. In ruil voor een afstand van 100 kilometer, vraagt de Volvo 7,5 liter benzine. Dat is keurig, al doet de BMW zónder mild-hybridtechnologie nauwelijks voor de S60 onder. Zijn testverbruik komt uit op 7,6 l/100 km. De Opel is met 8,4 l/100 km wat minder zuinig. Daar stelt hij wel de beste prestaties tegenover. Als enige weet de Opel de sprint van 0 naar 100 km/h in minder dan zeven seconden af te leggen. Jammer dat de negentraps automaat niet altijd even vloeiend schakelt, anders was hij misschien nog sneller geweest. De topsnelheid is precies gelijk aan die van de BMW, al kan de motor van de Opel niet tippen aan de draai-eigenschappen van diens viercilinder.
Rijeigenschappen De BMW rijdt de concurrentie zoek.
Sommige hoofdstukken in een test zijn spannend, andere niet. Bij de rijeigenschappen zijn de verschillen tussen de BMW enerzijds en de Opel en Volvo anderzijds gewoonweg te groot. De BMW wint dit hoofdstuk glansrijk. Het is knap hoe hij zuinigheid en dynamiek weet te verenigen. Het nette verbruik gaat allerminst ten koste van de rijeigenschappen. Op bochtige wegen presteert de Dreier soeverein. Aan de optionele sportbesturing moet je aanvankelijk wennen, maar als dat eenmaal zover is, kun je zowel snelle als krappe bochten goed
De Opel is de dorstigste, maar stelt daar de beste prestaties tegenover
overmeesteren. Bij het insturen van de bocht blijft de BMW neutraal, en bij het uitgaan staat de achterwielaandrijving nauwelijks wielslip toe. Wat daarbij helpt, is dat de achterbanden van de testauto breder zijn dan de voorbanden. De BMW is het snelst op de slalom en op onze circuitronde, en zijn sportieve escapades gaan gepaard met een veilig weggedrag. Ook op de remproeven met warme schijven is de 320i de nummer 1. Wel moeten we aantekenen dat hij daar veel optionele hulpsystemen voor nodig heeft, want de sportremmen kosten een vermogen. Ze zijn alleen leverbaar in combinatie met het peperdure M Sport Individual-pakket, waarvoor BMW een meerprijs rekent van liefst 8499 euro.
De Opel Insignia heeft verrassend sportieve rijeigenschappen, ondanks zijn lengte. Zijn gewicht is laag, dat scheelt flink. Op de grens schuift hij goedmoedig over zijn
voorwielen en staat hij zelfs een beetje overstuur toe. Aan de BMW kan hij niet tippen op ons handlingparcours, op de geklokte ronde verliest hij 1,8 seconde. Maar de Insignia declasseert de Volvo met 4,5 seconden.
Dit is niet het hoofdstuk van de Volvo S60. In Zweden zullen ze daar toch wel een beetje van schrikken, want de S60 werd nadrukkelijk wél als sportieve auto gepresenteerd. Maar hij is te zwaar om sportief te zijn. De S60 weegt 1774 kilo en dat is 217 kilo meer dan de Opel Insignia. Het stuurgevoel is vaag en de S60 heeft al snel last van onderstuur. Bovendien bouwt de Volvo de minste grip op en dat is voor een merk dat zich laat voorstaan op zijn veiligheid wel een aandachtspunt. Toch slaat de S60 op een belangrijk onderdeel terug: met koude remmen staat hij als eerste stil.
Milieu/kosten
Koopjes zijn het allerminst, ook de Opel niet. Je zou zeggen dat de Opel dit hoofdstuk met gemak wint. Maar de Insignia GS Line die wij meekregen, is de duurste auto in de test. Als enige komt hij met zijn basisprijs boven de 50.000 euro uit. De meerprijspolitiek van BMW is bijzonder ingewikkeld: sommige opties kun je alleen bestellen in combinatie met peperdure pakketten. Als we alle dynamische systemen bij de basisprijs optellen, kost de BMW 320i maar liefst 58.931 euro.
De Volvo S60 B4 is uiteindelijk het goedkoopst. Met adaptieve schokdempers en 19-inch wielen komt zijn totaalprijs uit op 49.969 euro. Omdat de S60 behoorlijk zwaar is, betaal je elke drie maanden 50 euro meer wegenbelasting dan voor de BMW en de Opel.
De BMW 320i is in de geteste uitvoering het duurst, maar ook het meest waardevast. Na vier jaar is hij nog meer dan de helft van zijn oorspronkelijke prijs waard. De Opel Insignia doet het een stuk minder goed, hij levert dan nog 42,9 procent van de nieuwprijs op. Bij de Volvo S60 bedraagt het percentage 45,3 procent.
De Volvo S60 is de enige die onder de 50.000 euro weet te blijven.