Meer dynamiek dankzij opzetflitsers
Gebruik je flitser om dynamische foto’s te maken.
“Voor levendiger foto’s zijn er twee prachtige flitsmethoden.”
Hier laten we je twee mooie methoden zien om je foto’s levendiger te maken. Voor beide methoden heb je een of meer opzetflitsers nodig.
De eerste methode is flitsen op het tweede sluitergordijn. Dit heeft alleen zin bij een belichting die langer duurt dan twee seconden. Waarom? Als je de opname maakt, opent het eerste sluitergordijn. Bij korte sluitertijden gaat het tweede sluitergordijn al zo snel na het eerste dicht, dat de sensor geen enkel moment volledig belicht wordt. Bij het flitsen op het tweede sluitergordijn, dus wanneer de flitser pas kort voor het sluiten van het tweede gordijn afgaat, kun je bijvoorbeeld het zwakkere licht in een verlichte straat bij nacht opvangen als je een langere sluitertijd gebruikt.
Om de beweging van je model te bevriezen, moet je daarbij ook nog flitsen. Die flits volgt pas na de volledige openingstijd van de sluiter. Ondanks de lange belichting wordt de persoon op de foto op deze manier scherp en met een stralend omgevingslicht afgebeeld. Onze voorbeeldfoto rechts laat zien dat dit ideaal is om een mooi lichtspel in je compositie op te nemen. Als de sluitertijd slechts 1/125 is, kun je dit effect niet bereiken. Dan zou je niet meer zien dan een verlicht model in een donkere omgeving. De iso-waarde verhogen leidt tot korrelige beelden, wat vaak storend en lelijk is. Met de tweede methode leg je een scherp afgetekende achtergrond vast. Het is niet verkeerd om met een sterk verkleind diafragma en hoge flitsintensiteit te fotograferen, maar het kan eleganter. De oplossing wordt geboden door je opzetflitser: high-speedsynchronisatie. Bij deze korte flitssynchronisatietijd gaan er in plaats van één intensieve flits in korte tijd verschillende zwakkere flitsen af. Op de volgende pagina leggen we uit hoe dit precies werkt.