Monitoren voor fotografen
Pixels, inches, aansluitingen, beeldverhouding en soorten panels. Er zijn veel zaken waar je op moet letten als je een nieuwe monitor koopt. En die eisen zijn voor games, kantoortoepassingen en fotografie weer heel verschillend. Voor fotografen die een ni
We zetten de beste kooptips op een rij.
Als je na het fotograferen thuiskomt en je foto’s bewerkt op je computer, gebruik je je monitor om het resultaat te bepalen. In het hele proces van beeldbewerking vormt de monitor een belangrijk onderdeel. Ben je op zoek naar een nieuw beeldscherm, dan is het voor een fotograaf erg belangrijk om op een paar zaken te letten en niet zomaar de eerste de beste monitor te kopen.
Het eerste criterium is vaak het formaat. Monitoren van 21 tot 24 inch met een resolutie van 1920 x 1080 pixels zijn al vele jaren de standaard. De laatste jaren zijn grotere schermen een stuk betaalbaarder geworden. Deze modellen van 27 tot 30 inch met zogenaamde ‘Quad HD’-resolutie (2560 x 1440 pixels) bieden meer werkruimte tegen een geringe meerprijs.
Veel pixels op een kleiner oppervlak, dat
zorgt voor fantastisch scherpe beelden.
Kijk maar naar een smartphone met full-HD resolutie op een scherm van 5 inch. Tekst ziet er op zo’n scherm enorm scherp uit. En zo zijn er dus ook 4K-schermen van een vrij klein formaat (24 inch is voor 4K best klein). Onder Windows werkten dit soort schermen in het verleden niet prettig, omdat de interface niet goed werd geschaald en je dus geconfronteerd werd met extreem kleine bedieningselementen. Sinds Windows 10 werkt het schalen van de verschillende elementen van het besturingssysteem gelukkig prima. Op dit soort kleine 4K-schermen worden foto’s heel scherp weergegeven, maar die enorm hoge ppi-waarde heeft ook nadelen. Omdat de individuele pixels erg klein zijn, wordt het lastig om de scherpte van een foto op pixelniveau te beoordelen. Dan is het vaak nodig om extra in te zoomen naar 200%. Als je portemonnee en de ruimte op je bureau het toelaten, is een 4K-scherm een prima keuze, maar kies in dat geval wel voor minstens 30 inch. Tip 1 is dus: koop veel, maar niet te veel pixels en kies anders voor een groter scherm.
Paneldiscussie
Een ander belangrijk punt is de gebruikte displaytechniek. Voor de weergave van het beeld wordt in de monitor een zogenaamd ‘panel’ gebruikt, waarvoor verschillende fabricagetechnieken bestaan. De goedkoopste schermen maken gebruik van twisted nematic-techniek. Deze TN-panels zijn goedkoop en hebben een hoge verversingssnelheid. Daarom worden ze vaak gebruikt als allround-monitor voor desktops en zijn ze ook populair bij gamers. De kleurweergave van dit soort panelen valt echter tegen en ook de kijkhoek is beperkt. Dat laatste herken je waarschijnlijk wel van goedkopere laptops, waarbij de kleur en het contrast al snel veranderen als je in een andere hoek naar het scherm kijkt. Bij desktopmonitoren is het effect minder sterk dan bij een laptop, maar het is zeker aanwezig.
Denk je nu dat dat geen probleem is omdat je niet raar gaat bewegen voor je scherm, dan heb je het mis. Bij een grotere monitor speelt dit probleem namelijk ook al wanneer je stil blijft zitten. Immers is het verschil in kijkhoek tussen het midden van het beeld en de rand groter dan bij kleinere monitoren. In de productcategorie van 27-inch monitoren vind je best veel modellen met TN-panels. Gamen op een groot scherm met hoge resolutie is dan ook erg indrukwekkend, maar wat ons betreft is deze techniek niet geschikt voor fotografen.
De meeste 24-inch modellen en ook veel andere modellen groter dan 27 inch hebben panelen met een andere techniek: in-plane switching, kortweg IPS. Deze techniek zorgt voor een betere kleurweergave en een beter contrast.
Daarnaast zijn er nog VA-panelen (vertical alignment). Net als bij IPS is de kleurweergave van deze panelen stukken beter dan bij TN. De kijkhoek is iets minder breed dan bij een IPS-paneel, maar daar staat een betere zwartweergave tegenover. Dat laatste zorgt ook voor een hoger contrast. Professionele monitoren voor vormgevers zijn vaak uitgerust met dit soort panelen.
Kleurruimte
Een scherm met goed contrast en accurate kleurweergave is belangrijk. Het gaat er daarbij ook om hoeveel kleuren worden weergegeven en in welke kleurruimte. Kleurruimte is een manier om aan te duiden welk bereik aan kleuren een monitor kan weergeven. Fabrikanten schermen hierbij nogal graag met
imposante cijfers, zoals de mogelijkheid om 100% sRGB te tonen. Dat klinkt interessant, maar sRGB is geen heel speciale kleurruimte. Bij de betere monitoren wordt ook aangegeven hoeveel procent van de Adobe RGB-kleurruimte wordt getoond. Die informatie is een stuk interessanter voor fotografen.
Nog zo’n getal dat niet zo veel betekent is de contrastverhouding. Een goede monitor haalt doorgaans wel een contrastverhouding van 1000:1. In specificaties vind je vaak nog veel hogere getallen, maar die hebben betrekking op dynamische metingen die niet bij iedere fabrikant op dezelfde manier worden doorgevoerd.
Er is nog een waarde die niet zo heel veel zegt: de maximale helderheid. Het is vast imposant voor de specificaties, maar niemand gaat voor zijn plezier voor een veel te felle monitor zitten. Een goed afgestelde monitor staat meestal op maximaal zo’n 150 cd/m2 en dat is een waarde die je met goede monitoren altijd wel haalt.
Aansluitingen
Je moet je monitor natuurlijk aansluiten op je computer. Voorheen was dat vrij simpel: iedere computer heeft wel een VGA- of DVI-uitgang en monitoren hebben de bijbehorende ingang. Voor het weergeven van 4K en andere hoge resoluties volstaan deze aansluitingen niet meer. Hiervoor heb je namelijk HDMI 2.0 of DisplayPort 1.2 nodig. De oudere versies ondersteunen wel 4K, maar slechts met een verversingsfrequentie van maximaal 30 Hz. Dat lijkt prima voor het weergeven van foto’s en video’s, maar is te langzaam om bewegingen van je muis vloeiend weer te geven op het scherm. HDMI 2.0 zie je vooral bij televisies en niet op computers. Let er daarom op dat je computer DisplayPort 1.2 ondersteunt en de monitor ook. Ook in dat geval kan het gebeuren dat je toch nog haperend beeld krijgt op 30 Hz. In dat geval moet je waarschijnlijk de juiste modus kiezen in de instellingen van de monitor.
VGA wordt steeds minder gebruikt, maar er zijn genoeg situaties denkbaar waarin zo’n ouderwetse aansluiting handig kan zijn. Menigeen heeft nog een oude computer die voor een specifieke taak wordt gebruikt.
Dan is het fijn dat je daar geen extra monitor voor hoeft te gebruiken, al zul je wel moeten accepteren dat het oude systeem geen hoge resoluties kan weergeven.
Werk je tot slot met een laptop en koppel je die vaak thuis aan je monitor, maak dan vooral ook gebruik van een ingebouwde usbhub. In dat geval sluit je je toetsenbord, muis, tekentablet, scanner of andere randapparatuur gewoon op je monitor aan en koppel je die vervolgens met één usb-kabel en een kabel voor het beeld aan je laptop.