Leica TL2
Deze systeemcamera van het beroemde klassieke merk Leica ziet er fantastisch uit – en dat geldt ook voor de foto’s die hij maakt. De software gedraagt zich nog een beetje vreemd.
Deze klassieker maakt fantastische foto’s.
Bij zijn introductie werd de TL2 geplaagd door een vervelend softwareprobleem: gebruikte je de optionele elektronische zoeker op de camera, dan kon hij kapot gaan. Gelukkig reageerde Leica adequaat en werd het probleem opgelost met een firmware-update. Het toont echter wel een zwak punt van de camera: de interne software. De autofocus werkt in de videomodus namelijk nogal willekeurig en de elektronische sluiter is niet handmatig te selecteren. Bij de bediening kwamen we nog wat andere vreemde dingen tegen en de manier waarop de beeldinfo wordt verwerkt tot jpeg-bestanden zorgt voor kwaliteitsverlies. Hopelijk weet Leica dit soort zaken ook op te lossen met een update, want verder bevalt de TL2 ons uitstekend.
Design en kwaliteit
Twee zaken vallen meteen op: het design en de beeldkwaliteit. Vooral de zilverkleurige variant van de camera is echt prachtig om te zien. De uit een stuk aluminium gemaakte behuizing voelt bijzonder hoogwaardig aan en laat een robuuste indruk achter. Hiermee kun je – als je daar zin in hebt – met een gerust hart in nat miezerweer gaan fotograferen zonder dat je je zorgen hoeft te maken over het apparaat. Officieel is het apparaat niet afgedicht tegen invloeden van buitenaf, dus is het verstandig om de TL2 even op te bergen als het harder gaat regenen.
Nog zo’n mooi detail is de bevestiging van de draagriem – een onderdeel waar we normaliter niet echt veel aandacht aan besteden. Aan de riem zit een klein plugje dat je in een gat aan de zijkant van de behuizing kunt steken. Met het meegeleverde pinnetje kun je hem weer verwijderen, net zoals bij de sim-kaart van een moderne smartphone.
Je moet er wel aan denken om dat stukje gereedschap, evenals het kleine pinnetje dat in het gat zit wanneer je de draagband niet gebruikt, ergens netjes op te bergen, want je raakt ze wel erg gemakkelijk kwijt.
Verder vind je op de mooie behuizing een ontspanknop, een filmknop, twee draaiwieltjes en een groot touchscreen. Dat laatste gebruik je, bij gebrek aan andere knoppen, voor de meeste instellingen. Gelukkig heeft Leica het menu toegankelijk opgebouwd, met grote en duidelijke pictogrammen en een klein camerasymbooltje dat je direct naar de door jou gekozen instellingen brengt. Voor die instellingen hoef je dan niet dieper in het menu te duiken.
In deze instellingen vind je natuurlijk ook de keuze voor het bestandsformaat. Naast jpeg kun je ook kiezen voor het open rawformaat dng. Dat is handig omdat allerlei soorten fotobewerkingsprogramma’s ermee overweg kunnen en je de bestanden zelfs op je smartphone nog kunt bewerken. Sowieso is het slim om dit formaat te kiezen, want net als bij eerdere systeemcamera’s van Leica zien we een flink kwaliteitsverschil tussen jpeg- en dng-bestanden.
We moeten toegeven, tot iso 800 is de beeldkwaliteit van de jpegs nog prima. De beelden zijn zelfs voor een APS-C-sensor van 24 megapixel heel scherp. Vanaf iso 3200 wordt de ruisonderdrukking echter te sterk. Hierdoor valt de beeldruis zelfs bij iso 6400 nog mee, maar vallen detailweergave en scherpte flink tegen. Het is dan beter om in dng te fotograferen en op de computer de ruis te lijf te gaan.
Software lijkt nog niet af
Zoals boven al vermeld, lijkt het erop dat de software nog niet helemaal afgerond is. Dat merk je ook aan andere zaken. Zo kun je bijvoorbeeld de elektronische en volledig stille sluiter niet zelf handmatig activeren. Hij wordt alleen automatisch ingeschakeld bij sluitertijden boven 1/5000 seconde. Bij andere sluitertijden werkt de camera met een mechanische sluiter. Dat lijkt een futiliteit, maar alleen met de elektronische sluiter haalt de seriefotofunctie zijn hoogste snelheid. Het gaat dan om het verschil tussen 21,5 versus 7,1 foto’s per seconde en dat is vrij significant.
De autofocus is met een ontspanvertraging van minstens 0,58 seconde aan de langzame kant. Daarnaast kun je als gebruiker in de videomodus niet zelf het scherpstelpunt bepalen bij de autofocus. Zodra je begint te filmen – en dat kan erg scherp in ultra-HD met dertig beelden per seconde – stelt de camera zelf scherp en daarbij vergeet hij het onderwerp nogal eens. Tijdens het filmen is het dus verstandiger om handmatig scherp te stellen. Al blijkt uit het ontbreken van aansluitingen voor microfoon en hoofdtelefoon ook wel dat Leica zich duidelijk veel meer
richt op fotografie dan op filmen.
Micro-hdmi en een usb-aansluiting zijn natuurlijk wel aanwezig. Ze zitten naast het sd-kaartslot onder een klepje rechts aan de achterkant. Een sd-kaart is niet per se benodigd, want de camera heeft een interne opslag van 32 gigabyte. Daarop kun je 1800 jpegs of 494 dng’s kwijt. Zoveel kun je met één acculading niet eens schieten, want wij haalden in de test tussen 230 en 460 foto’s of 85 minuten video. Wil je heel lang blijven filmen of fotograferen, dan kun je een powerbank aansluiten op de usb-aansluiting.
Conclusie
Het ontwerp, de uitvoering en de beeldkwaliteit zijn fantastisch. De software op het apparaat is echter nog niet helemaal geweldig. Het probleem met de elektronische zoeker werd gelukkig adequaat opgelost, dus we hopen dat Leica net zo slagvaardig is met het aanpassen van de autofocus en de mogelijkheid het type sluiter te kiezen. Als die zaken in orde komen is het een uitstekende camera. Voor de Leica-fan die gewoon prachtige foto’s wil schieten en bereid is even te wachten op de autofocus, is de TL2 dat nu al.
“Stijlvolle systeemcamera met een pittige prijs.”
Ton Heijnen