In drie stappen: zo zorg je voor de juiste belichting
Hier moet je goed op letten als je fotografeert in de handmatige modus.
Zet hem op M
Draai het wiel naar de stand M. In de zoeker of op het scherm zie je nu het ingestelde diafragma en de gekozen sluitertijd. Waarschijnlijk zijn het de parameters die je de laatste keer in de M-stand hebt gebruikt.
Parameters aanpassen
Afhankelijk van je camera kun je de parameters instellen met twee draaiwielen. Heeft je camera maar één instelwieltje, dan kun je vaak met een speciale knop wisselen tussen de instellingen.
Controleren
De belichtingsschaal laat zien of de gekozen sluitertijd en het gekozen diafragma in balans zijn en of je onderwerp over- dan wel onderbelicht wordt. Staat de aanduiding in het midden, dan wordt je foto vaak goed belicht.