Professioneel belichten
Gewoon (automatisch) scherpstellen en op de ontspanknop drukken is een beetje saai. Geef jezelf wat meer uitdaging en stel zelf diafragma, ISO en belichtingstijd in.
Geef jezelf wat meer uitdaging en stel zelf diafragma, ISO en belichtingstijd in.
Wanneer je aan een professionele fotograaf vraagt welke modus hij het liefst gebruikt, zul je in de meeste gevallen ‘Handmatig’ als antwoord krijgen. Denken ze dat ze het beter kunnen dan de automatische belichting? Of maken ze het zichzelf uit principe graag moeilijk? Nee, daar gaat het niet om. Maar alleen wanneer je diafragma en sluitertijd zelf bepaalt, heb je echt invloed op de look van je foto. Want ook de beste automatische instelling weet niet of je een atleet in actie nu haarscherp, of juist dynamisch (meetrekken) wilt fotograferen. Voor beide manieren heb je heel verschillende belichtingstijden nodig.
Oefening baart kunst
Modus »M« staat voor veel creatieve speelruimte, maar helpt je ook niet om de juiste instellingen te vinden. Die moet je zelf uitzoeken. Het overzicht op de volgende pagina geeft je richtlijnen voor verschillende onderwerpen, die je ook naar eigen inzicht weer kunt veranderen. Neem macro als voorbeeld: veel handboeken raden aan om het diafragma klein te houden, om de toch al geringe scherptediepte nog kleiner te maken. Andere macrofotografen houden van het zachte bokeh en het scherptebereik van een open diafragma. Probeer verschillende instellingen uit. Fotograferen in de handmatige modus is niet alleen goed voor de ontwikkeling van je vaardigheden, maar helpt ook bij het ontwikkelen van een eigen stijl.
Bij de halfautomatische modi bepaal je zelf de sluitertijd of het diafragma en berekent de camera automatisch de instelling die daarbij past. In de handmatige modus gebeurt dat niet. Dus dan moet je weten dat wanneer de helderheid gelijk moet blijven, je het verkleinen van het diafragma moet compenseren door de belichtingstijd te verlengen. Om te beginnen kun je ook de light-variant van de handmatige modus uitproberen en de ISO-waarde op »Auto« zetten. De camera kiest dan automatisch een lichtgevoeligheid die leidt tot een gemiddelde belichting. Om de hoeveelheid beeldruis te beperken, moet je in het menu van de camera wel een maximale waarde voor het bereik van de »Auto«-stand invoeren.
Professionele fotografen gebruiken de handmatige modus ook graag vanwege zijn consistentie. Dat is ook de reden dat deze modus in studio’s standaard wordt gebruikt, want alleen zo weet je zeker dat alle foto’s van een shoot dezelfde look hebben.
Homogene belichting
Ook in de landschapsfotografie heeft de handmatige modus een aantal voordelen. Wanneer je bijvoorbeeld aan de kust met een (half)automatische instelling fotografeert, richt de belichting zich steeds op het gekozen bereik van het onderwerp. Stel je scherp op de witte branding, dan verschijnt die gedetailleerd op de foto, maar zien de rotsen er relatief donker uit. Stel je scherp op de rotsen, dan is de branding juist overbelicht. In de handmatige modus zul je die helderheidsverschillen niet zien en ook nabewerken wordt een stuk makkelijker: kleur- en helderheidscontouren kunnen op alle foto’s tegelijk worden toegepast, samengevoegde panoramafoto’s hebben geen verschillen in helderheid. Uiteraard is dit alleen het geval wanneer de lichtomstandigheden gelijk blijven. Wanneer plotseling de zon doorbreekt, dan moet je de overbelichting opheffen door het diafragma te sluiten of een kortere sluitertijd in te stellen.