Dronefotografie
Vrij als een vogel: met een drone heb je een uniek zicht op de wijde omgeving – en dat voor de prijs van een instapcamera. In dit artikel werpen we ons licht op de ins en outs van het fotograferen en filmen vanuit de lucht.
De ins en outs van het fotograferen en filmen vanuit de lucht.
Het besturen van een drone is kinderlijk eenvoudig. Laad de batterijen op, stel de smartphone in als monitor en bediening voor de ingebouwde camera en de quadcopter is klaar voor gebruik. Zodra het apparaat in de lucht is, krijg je een adembenemend uitzicht over het landschap. Je krijgt een glimp van de wereld te zien die normaal gesproken alleen voorbehouden is aan parachutisten, paragliders, piloten of vogels. Bovendien maakt de lage prijs van de huidige instapmodellen deze hogere sferen een stuk toegankelijker. Er zijn al drones voor fotografie beschikbaar voor minder dan 300 euro. Voordat je echter je drone laat opstijgen, moet je jezelf eerst op
de hoogte stellen van de huidige wetgeving. Het vliegen met drones is in Nederland geregeld in de Regeling Modelvliegen (http://
wetten.overheid.nl/BWBR0019147). Een paar belangrijke punten hierin zijn dat je nooit in no-flyzones of rondom vliegvelden mag vliegen en ook niet boven de 120 meter uit mag komen. We kennen inmiddels allemaal wel de verhalen van bijna-ongelukken met drones op grote vliegvelden, dus blijf weg bij dergelijke plekken! Op www.vliegjedroneveilig.nl/kaart kun je zien waar je niet mag vliegen met je drone. In verband met privacywetgeving is het ook niet toegestaan om boven bebouwing en mensenmassa’s te fotograferen. Bovendien moet je je drone altijd in het zicht kunnen houden en mag je niet ‘s nachts vliegen. Maar bovenal: gebruik je gezonde verstand.
Heb je een dronebrevet nodig?
Zowel de Nederlandse als Europese wetgeving is momenteel nog aan behoorlijke veranderingen onderhevig, dus controleer regelmatig de laatste stand van zaken. Voor
niet-commerciële doeleinden mag je met een drone tot 25 kilo zonder toestemming tot 120 meter hoog de lucht in. Gezien de lage gewichten van de nieuwste quadcopters is dat een flink gewicht. Wil je zakelijk aan de slag met een drone tot 4 kilo, dan val je onder de zogeheten minidroneregeling, ofwel ROC-Light. Hiervoor moet je een theorie-examen doen, je toestel inschrijven in het luchtvaartregister en een WA-verzekering afsluiten voor dood en schade. Pas daarna kun je bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) je ROC-Light-vergunning aanvragen. Voor een drone onder een kilo hoef je geen theorie-examen af te leggen. De totale kosten voor dit alles bedragen minimaal tussen de 720 en 970 euro. Onder deze regeling mag je maximaal 50 meter hoog vliegen en maximaal 100 meter voor je uit. Als je je drone meeneemt naar het buitenland, moet je je ook laten informeren over de regels in het betreffende land.
Sluit een verzekering af!
Het is voor recreatieve dronevliegers momenteel niet verplicht om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, maar wij raden aan om dat wel te doen. Een ongeluk zit nou eenmaal in een klein hoekje en de kosten voor een deuk in iemands auto of een gebroken arm doordat een drone tegen iemand aanvliegt kunnen al snel behoorlijk oplopen. Vraag bij je verzekeraar wel na wat het maximale gewicht van je drone mag zijn.
Je kan daarbij ook nog kiezen om je drone zelf te verzekeren tegen schade of diefstal. En aangezien wij Nederlanders houden van verzekeren kun je ook nog een speciale droneverzekering afsluiten voor schade aan je eigen drone. Dit is echter alleen de moeite waard voor echt dure toestellen, aangezien het eigen risico vaak tussen de 500 en 1000 euro ligt. Dronevliegers met een ROC-Light-vergunning zijn hoe dan ook wettelijk verplicht om een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten.
“Respecteer te allen tijde de rust en privacy van anderen.”
Eindelijk opstijgen
Wanneer je alle organisatorische rompslomp voor elkaar hebt, kun je eindelijk opstijgen! Moderne quadcopters zijn voorzien van geautomatiseerde programma’s die helpen bij het opstijgen en landen. Toestellen uit het middensegment zijn in de lucht heel gemakkelijk te besturen. Als je de drone met een afzonderlijke afstandsbediening navigeert, kun je met slechts twee bedieningssticks al prima uit de voeten: de ene stuurt de beweging in elke richting aan, de tweede regelt de hoogte en de rotatie van de drone om zijn verticale as. Als de piloot beide sticks loslaat, houden de drones zelf hun positie vast met behulp van de GPS-ondersteuning. Hoewel de vliegende camera’s in de eerste plaats zijn ontworpen om vanuit de lucht te filmen, kun je er ook prima scherpe en gedetailleerde foto’s mee schieten. De resolutie bedraagt in het algemeen 12 of 20 megapixels – vindingrijke ingenieurs weten zelfs nog meer te halen uit de kleine foto-chips. In de meeste gevallen is de kwaliteit voldoende om op minimaal A3-formaat af te drukken.
Veel drones hebben echter slechts een kleine sensor. Vergeleken met APS-C of zelfs de fullframe-standaard van moderne DLSRen systeemcamera’s hebben ze slechts een fractie van het sensoroppervlak en vaak zijn er 1/2,3-inch chips geïnstalleerd. In de DJI Phantom 4 Pro zit zelfs een 1-inch chip, vergelijkbaar met die van compactcamera’s
zoals de Sony RX100-serie. Vooral bij slechte lichtomstandigheden hebben de minichips een grote invloed op de beeldkwaliteit. Hogere ISO-waarden zullen al snel zorgen voor meer ruis dan je van je systeemcamera zou verwachten. Bovendien hebben de lenzen van bijna alle cameraquadocopters een vast diafragma. Je kan de belichting dus alleen regelen via de ISO-waarde en de sluitertijd.
De brandpuntsafstand van dronecamera’s zit meestal in het forse groothoekbereik en is in de meeste gevallen vast. In- of uitzoomen kan dus alleen digitaal of in de nabewerking. Dit proces heeft onvermijdelijk een slechte invloed op de beeldkwaliteit van je opnamen en moet je dus alleen in noodgevallen gebruiken.
Als het onderwerp beeldvullend en in een zo hoog mogelijke resolutie weergegeven moet worden, dan zul je de afstand tussen de drone en het onderwerp moeten verkleinen. Tijdens het navigeren moet je echter niet vertrouwen op het beeld dat op de controller of de smartphone wordt weergegeven. Zorg er altijd voor dat je een duidelijk zicht hebt op de drone, zodat je indien nodig andere vliegende voorwerpen, vliegtuigen of zelfs vogels kunt vermijden.
Film of foto?
In principe gelden voor luchtfotografie dezelfde regels als voor beeldmateriaal dat je met beide voeten op de grond maakt. Maar cameradrones bieden veel extra mogelijkheden die filmmakers en fotografen die hun camera op een statief hebben staan niet hebben. In het kader op pagina 102 lees je vijf tips om je luchtfoto’s nog unieker te maken.
Misschien kun je in plaats van klassieke vakantiekiekjes eens een spannende video maken? Met een paar eenvoudige trucs breng je letterlijk beweging in je beelden. Net als bij gewone fotografie kun je bij dronevideo’s kiezen uit verschillende instellingen. De camera’s van semiprofessionele drones bieden, net als camera’s voor het maken van foto’s vanuit de hand, automatische en handmatige modi voor het wijzigen van de instellingen.
Meestal kun je op zijn minst de ISO-gevoeligheid en de elektronische sluitertijd aanpassen aan de lichtomstandigheden. High-end instapmodellen of semiprofessionele quadcopters bieden daarnaast bijvoorbeeld ook de mogelijkheid om de focus doelgericht in te stellen. Creatieve camera-
“Neem de tijd om je drone te leren kennen.”
programma’s die waarden zoals contrast, dynamiek of verzadiging aanpassen, moet je echter spaarzaam gebruiken. Je kan beter achteraf op de computer de beelden volledig naar wens aanpassen.
Wat de resolutie betreft moet je steeds de afweging maken of je in de nabewerking nog genoeg speelruimte overhoudt. Bij video’s met een hogere resolutie kun je bijvoorbeeld achteraf nog wel een andere uitsnede kiezen, maar ze nemen ook aanzienlijk meer ruimte in op de geheugenkaart. En, ook niet onbelangrijk, video’s met hoge resolutie eisen ook veel meer van je computer in de montage en je hebt duurdere geheugenkaarten nodig die de hoge schrijfsnelheden aankunnen.
Welke drone moet je kiezen?
Als je nog geen ervaring hebt met het besturen van modelvliegtuigen of drones kun je het beste eerst een goedkope drone kopen. Begin met eenvoudige bewegingen en observeer hoe het toestel reageert onder verschillende omstandigheden. Instapmodellen zijn soms al verkrijgbaar voor rond de 100 euro. In het hogere prijssegment van 300 tot 1000 euro zijn de meeste systemen voorzien van GPS, een intern kompas of iets vergelijkbaars. En met een satellietontvanger kun je niet alleen bijhouden waar de drone zich op dit moment bevindt, het verhoogt ook de stabiliteit van het toestel en compenseert zo ook voor plotselinge wind. Extra sensoren die ten minste één of twee bewegingsrichtingen afdekken, controleren in geavanceerde modellen de omgeving en waarschuwen voor obstakels. Dankzij de steeds krachtigere processors kunnen sommige drones automatisch afremmen of zelfs uitwijkmanoeuvres maken. Dat is niet alleen voor beginners een goede investering in veiligheid.
Van instapmodel tot professionele drone
Boven de 1000 euro-grens hebben de quad-, hexa- of zelfs de octocopter-modellen nog meer professionele features: sensoren in alle richtingen om botsingen te voorkomen en high-performance chips met hogere resoluties en hogere datasnelheden zijn nog maar het begin. Filmmakers hebben baat bij de mogelijkheid om een drone te besturen met een partner: de piloot richt zich op de vlucht, terwijl de tweede persoon de afzonderlijk opgehangen camera bedient. Modulaire camerasystemen, die vaak een bajonetvatting hebben voor verwisselbare lenzen, persen er nog wat meer beeldkwaliteit uit.
Professionele film-, televisie- en bioscoopproducenten vertrouwen echter meestal op apparaten die een systeemcamera, DSLR of zelfs een filmcamera kunnen vervoeren dankzij hun hogere laadvermogen. Met een groot budget en de juiste vergunningen geldt voor dronefotografie wat creativiteit betreft dan ook: the sky is the limit.