Altijd een goede compositie
Iets moois op de foto zetten is niet zo moeilijk, iets mooi op de foto zetten wel. Fotografie is meer dan het registreren van een onderwerp.
Zo leg je ieder onderwerp steeds weer op zijn mooist vast.
Een foto wordt gevormd door de compositie: het rangschikken van de aanwezige beeldelementen. Een sterke compositie houdt de aandacht van de kijker vast. Men weet in een oogopslag waar het in de foto om gaat. De kunst is om alle elementen zo in het beeld te gebruiken, dat de kijker niet ‘dwaalt’ en de foto toegankelijk is. Hierover staan in dit artikel een aantal tips.
Voordat de fotografie bestond, werd er in de schilderkunst al gebruikgemaakt van de compositieleer. Deze composities zijn allemaal terug te brengen tot vlakverdelingen in het beeld. Ook een schilderij is tenslotte niet een letterlijke imitatie van de buitenwereld, maar de wijze waarop de schilder deze ervaart. Een goede compositie maken is het meest uitdagende in de fotografie. De compositie is dus simpelweg het fundament van de foto.
Het maakt fotografie eenvoudiger als het besef er is dat alle elementen bijdragen aan het beeld. Iedere foto/compositie heeft een onderwerp, licht, kleur en vormen. Over deze vier zaken beslis jij als fotograaf hoe je daarmee omgaat om een aansprekende foto te maken. Indien je vertrouwd bent met de principes omtrent composities, zul je sterkere foto’s maken en meer composities zien. Dat is kijken als een fotograaf, het zien van composities.
Er zijn geen vaste regels in de fotografie, maar er zijn wel basisrichtlijnen die je kunnen helpen om te leren composities beter te gaan zien. Een daarvan is de regel van derden, een manier om alle onderdelen van de foto te ordenen.
De regel van derden
Dit is een compositieregel die schilders in de middeleeuwen al gebruikten en die vandaag de dag nog steeds veel gebruikt wordt, ook in de fotografie. De regel van derden deelt een afbeelding in negen gelijke vlakken, door twee horizontale lijnen en twee verticale lijnen door een afbeelding te trekken. Omdat een onderwerp in natuurfotografie meestal niet symmetrisch is, is
een foto waarin een aandachtspunt (het onderwerp) geheel centraal in het midden staat, meestal niet erg spannend. Staat het onderwerp op een van de vier kruispunten van de lijnen, dan wordt de foto vaak een stuk dynamischer en sterker.
De regel van derden kan worden gebruikt om de horizon te positioneren. Door de horizon laag te plaatsen benadruk je de bovenkant van de foto, plaats je de horizon hoog, dan benadruk je de onderkant. De horizon in het midden kan een foto statisch laten overkomen. Volgens het principe van de regel van derden zijn de belangrijkste elementen in de foto nabij of op de kruising van lijnen geplaatst. Deze verdeling brengt ook visueel evenwicht en balans in de foto. Om het onderwerp niet in het midden te plaatsen maar op, of in de buurt van deze lijnen is dus logisch. Sommige camera’s hebben een optie in het menu om de regel van derden als raster op het LCD scherm
weer te geven. Uiteraard is dit een leidraad, een hulpmiddel en geen vereiste om te komen tot een goede foto.
Onderwerp
De fotograaf begint bij het onderwerp met het bepalen van een compositie. Dat kan een landschap zijn, maar ook een bloemetje. Beide onderwerpen vragen een andere opbouw van compositie en kijken naar beeldelementen. Bij een landschap zijn scherptediepte belangrijk, dieptewerking en/of de lijnen in het landschap. Bij het fotograferen van een kleiner onderwerp (macro en close-up) speelt onscherpte een veel belangrijkere rol. Dieptewerking speelt over het algemeen minder een rol bij macro en close-up fotografie.
Voorgrond en diepte
Een foto is een plat tweedimensionaal beeld. Diepte, of de illusie van diepte kan op verschillende manieren gecreëerd worden. Een ervan is door een of meerdere objecten op de voorgrond in het beeld te betrekken; dit stuurt de kijker via de voorgrond naar de achtergrond naar het onderwerp. Dat kan elk willekeurig object zijn, bijvoorbeeld een muurtje, een boom, een rots of een dier. Ook wolken kunnen de illusie van diepte in een foto geven. Een andere techniek is het laten overlappen van een diffuus/transparant object met het onderwerp, waarbij het voorste deel onscherp is en het onderwerp scherp. Het geeft de illusie van doorkijk in een foto. Het geeft dus een gevoel van diepte en soms ook van spanning. Denk hierbij aan het fotograferen door bladeren, gras of andere vegetatie. Diepte, of de illusie van diepte is overigens niet altijd belangrijk.
Achtergrond
De achtergrond van de foto is net zo belangrijk als het zorgvuldig gekozen onderwerp. De achtergrond bepaalt in grote mate de expressie door bijvoorbeeld kleurgebruik, (on)scherpte, vorm en contrastverschil. Het laat het onderwerp loskomen en kan sfeerbepalend zijn. Dit
geldt zowel bij landschapsfotografie, waar over het algemeen de hele foto scherp is, alsook voor bijvoorbeeld wild- en macrofotografie, waar de achtergrond doorgaans door onscherpte het onderwerp zal benadrukken.
Balans en eenheid
Als er niets afleidt van het geheel, is er eenheid in de foto. Het gehele beeld bestaat uit gelijke vormen en tinten, en niks leidt af van het onderwerp. De foto is duidelijk één geheel. Dit versterkt de balans in de foto en brengt rust. Balans in een foto betekent dat er evenwichtigheid is in de beeldvulling en dat er zo min mogelijk afleidende elementen zijn.
Open ruimte
Open ruimte in een foto kan een belangrijke functie hebben. Voor de kijker maakt ruimte om een onderwerp heen de foto toegankelijker, het onderwerp kan ‘ademen’. Ook vrije kaderranden, dus geen storende of afwijkende elementen in de rand van het beeld, worden over het algemeen als prettig ervaren. Ruimte kan bijdragen aan rust in de foto. Let ook op de verdeling van ruimte bij de kijkrichting van het onderwerp.
Lichte tinten
De aandacht van de kijker zal over het algemeen naar de lichtste delen in een foto gaan. Vaak maakt dat de foto, of breekt het de foto. Het is een logische en goede keuze om deze lichte delen te gebruiken om de compositie te versterken.
Kader
Een natuurlijk kader gebruiken, zoals bogen, takken, of bomen als omlijsting van het onderwerp, zal de compositie versterken en een sturende factor zijn. Het vormt een omlijsting van het onderwerp, stuurt naar het onderwerp en versterkt het.
Lijnen
Wanneer we naar een foto kijken, volgen onze ogen als vanzelf de aanwezige lijnen. Door na te denken over hoe je lijnen in een compositie plaatst, is er dus invloed op de manier hoe iemand jouw beeld bekijkt. Lijnen geven letterlijk richting en leiden het oog door de compositie heen. Gebruikmaken van aanwezige lijnen in bijvoorbeeld een landschap of de structuur van een bloem, kan versterkend en bepalend zijn qua beeldtaal. Door gebruik te maken van de technische mogelijkheden van de camera kunnen lijnen worden versterkt.
Perspectief
Perspectief ontstaat als herkenbare onderwerpen met een verschillende verhouding worden weergegeven. Een persoon die in een landschap als klein of juist als groot onderdeel in de foto wordt weergegeven, zal het landschap perspectief geven. Alle onderwerpen, mits herkenbaar, kunnen indien ze op de juiste manier in het beeld zijn geplaatst, verhoudingen zichtbaar maken.
Overtreden van de ‘regels’
Pas als je bekend bent met de gangbare compositieregels (zoals bijvoorbeeld de regel van derden) en weet hoe je deze moet toepassen, weet je ook wanneer je hier van kan afwijken. Wat je ook doet, doe het bewust en met een goede creatieve reden!
“Door na te denken over hoe je lijnen in een compositie plaatst, kun je beïnvloeden hoe iemand je foto bekijkt.”