Aliens op het spoor
Sprinkhanen en libellen zien eruit alsof ze van een andere planeet komen. Alleen zie je dat pas echt goed wanneer je er een macrofoto van maakt.
Zoals gezegd is het belangrijkste bij het maken van macrofoto’s van insecten, dat je ‘s ochtends al vroeg op pad gaat. Wanneer het nog koel is, zijn insecten nog maar weinig beweeglijk en daardoor veel makkelijker te fotograferen. Verder moet je weten welke insecten je waar kunt vinden. Het helpt dus als je weet naar welk specifiek beestje je op zoek bent. Je weet dan in elk geval waar je moet gaan zoeken. En vervolgens moet je veel geduld hebben. De meest beweeglijke insecten zullen je het eerst opvallen, maar die zijn ook het moeilijkst om vast te leggen. Minder beweeglijke insecten fotografeer je veel makkelijker, maar zijn moeilijker te vinden. Heb je een geschikte plek gevonden, ga er dan even rustig zitten en kijk alleen maar. Het zal niet lang duren voordat je insecten ziet die je daarvoor helemaal niet zijn opgevallen. Voor de uiteindelijke foto raden we je aan om zoveel mogelijk op ooghoogte van het insect te fotograferen (en stel scherp op de ogen). Ten eerste ziet een foto van de bovenkant van een insect er meestal niet heel erg bijzonder uit, ten tweede krijg je van zo’n foto op ooghoogte echt een idee van hoe het beestje eruit ziet wanneer je zelf net zo groot zou zijn.
“Minder beweeglijke insecten fotografeer je een stuk gemakkelijker, maar zijn ook veel
moeilijker om te vinden.”