CHIP FOTO Magazine

Het licht

Wanneer je met Available Light wilt fotografer­en, moet je het licht eerst leren begrijpen. Daarna kun je het pas gebruiken.

-

De lichtomsta­ndigheden op een locatie en tijdstip zijn een gegeven. Voor fotografen die alleen met Available Light fotografer­en, is dat bijzonder belangrijk om te begrijpen. Dat gaat het beste door ter plekke de lichtsitua­tie te analyseren. Daarbij zijn drie vragen van belang: Waar komt het licht vandaan? Is het hard of zacht licht? Welke sfeer creëert het licht? Ook hangt de kwaliteit van het licht af van het weer en het tijdstip. Op een later tijdstip kan dezelfde foto er volledig anders uitzien. In tegenstell­ing tot de aanname dat Available Light-fotografen altijd en overal kunnen werken, moet je om je foto-idee te realiseren doorgaans nauwkeurig plannen wat je waar en wanneer wilt fotografer­en.

Zacht licht

Zacht licht is favoriet bij fotografen en flatteert de meeste onderwerpe­n. Hoe groter het oppervlak van de lichtbron, hoe zachter het licht wordt. Dat gebeurt bijvoorbee­ld wanneer het bewolkt is, of zoals hier wanneer het mistig is. Het zonlicht wordt verstrooid en zo wordt het stralingso­ppervlak van de zon vergroot. Zacht licht is zeer bruikbaar bij portretfot­ografie, omdat het oneffenhed­en in de huid naar de achtergron­d brengt.

Lichtricht­ing

De lichtricht­ing beïnvloedt in grote mate de beeldwerki­ng en elke richting heeft zijn specifieke voor- en nadelen. Licht van voren belicht een onderwerp gelijkmati­g, maar dat ziet er vaak saai uit. Tegenlicht is populair om silhouette­n te creëren, lichtmarge­s in te bouwen of semitransp­arante onderwerpe­n zoals bladeren lichter te maken. Het sterke strooilich­t zorgt wel voor minder contrast.

Sfeer

Het beschikbar­e licht op een plek bepaalt de sfeer. Zo geeft neonreclam­e in de nacht een hele andere sfeer dan hard zonlicht. Voor Available Light-fotografen is kaarslicht vaak favoriet. Het belicht maar matig, creëert desondanks hard licht en zorgt voor een krachtige kleur. Maar er zijn meer sferen mogelijk en het kan een onderwerp veel mooier maken.

Kleurtempe­ratuur

De kleuren in licht zijn niet altijd uitgebalan­ceerd, waardoor en kleurzweme­n kunnen ontstaan. Om dit tegen te gaan, kun je de kleur via de witbalans handmatig of automatisc­h aanpassen. Fotografee­r je in RAW, dan kun je kleurzweme­n ook nog achteraf verwijdere­n, of desgewenst bewust toevoegen – bijvoorbee­ld om een koudere of warmere sfeer te creëren. De kleurtoon wordt daarbij als kleurtempe­ratuur in de eenheid Kelvin aangegeven. Lichtbronn­en met een lage kleurtempe­ratuur zien er roodachtig uit. Lichtbronn­en met een hoge kleurtempe­ratuur eerder blauw.

Hard licht

Kleine lichtbronn­en creëren hard licht, waardoor er ook harde schaduwen ontstaan (de zon is in verhouding tot de hemel zeer klein). Het hoge contrast tussen helder en donker kan, zoals hier, als stijlmidde­l worden gebruikt. Maar de meeste portretfot­ografen proberen hard licht te vermijden, omdat er anders slagschadu­wen in het gezicht ontstaan.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands