Interview
Eerder dit jaar won Andrea Bruce de Anja Niedringhaus Courage in Photojournalism Award. We spraken haar over emotionele schilden, propaganda en de stille kant van de oorlog.
Andrea Bruce, winnares van de Anja Niedringhaus Courage in Photojournalism Award.
“Het is een bitterzoete eer om deze prijs te krijgen”, zegt Andrea Bruce. De Amerikaanse werd dit jaar tijdens het World Press Photo-festival in Amsterdam door de Internationale Mediastichting voor Vrouwen (International Women’s Media Foundation, IWMF) onderscheiden met de Anja Niedringhaus Courage in Photojournalism Award.
Bruce en de Duitse fotografe Niedringhaus kenden elkaar goed en werkten jarenlang samen in Afghanistan. “Toen ik van de onderscheiding hoorde, werd ik eerst ongelooflijk verdrietig”, herinnert Bruce zich. “We zijn zoveel collega’s verloren in de oorlog. Anja’s dood was een enorm verlies voor onze branche - en voor mij heel persoonlijk.” De prijs is voor haar tevens een aanmoediging om verder te gaan met haar baan en de wereld te laten zien wat er (ook vanwege de Amerikaanse regering) aan de andere kant van de wereld gebeurt.
Tijdens het interview is Andrea Bruce net zoals haar foto’s: buitengewoon rustig, evenwichtig en intelligent.
"In een oorlog is niets te voorzien en kunnen schijnbaar ongevaarlijke situaties
plotseling levensgevaarlijk zijn."
Je wordt gezien als oorlogsfotografe, documentairefotografe en ook wel als fotojournaliste. In welk genre zie je jezelf doorgaans?
Tja, mensen houden zich te zeer aan dergelijke definities. De meeste tijd in mijn carrière heb ik foto’s gemaakt van oorlogen en conflicten, of van gebieden die daardoor getroffen zijn. Daarom word ik vaak als oorlogsfotografe gezien, terwijl ik veel meer doe dan dat. Documentairefotografe en fotojournaliste zijn in onze branche best controversiële begrippen, omdat ze voor verschillende mensen verschillende dingen betekenen. Ik zie mezelf gewoon als fotografe en journaliste.
Hoe ben je van lokale journalistiek tot oorlogsverslaggeving gekomen?
Voorafgaand aan 11 september kreeg ik een baan bij de Washington Post. Toen de Irakoorlog begon, had ik nog geen plannen en ook niet de behoefte om met oorlogsfotografie te beginnen. Toen een collega die naar Irak zou vertrekken op het laatste moment moest afzeggen, werd ik gevraagd. En ik zei ja.
In oorlogsgebieden krijg je te maken met gevaar en chaos. Hoe blijf je kalm in dergelijke situaties?
Je moet vooral de logistieke kant van je baan onder controle houden en de situatie voortdurend beoordelen. Je bent tenslotte niet alleen verantwoordelijk voor je eigen veiligheid, maar ook voor die van je team. Dus je rijdt een paar kilometer, stopt, kijkt om je heen en overlegt of het er veilig is. Kunnen we verder, of moeten we omkeren? Hebben we genoeg water, eten, een plek om te overnachten, een vluchtroute? Hier over nadenken leidt ook af van de mogelijke gevaren. Natuurlijk ben ik wel eens bang. In een oorlog is namelijk niets te voorzien en zelfs schijnbaar rustige, ongevaarlijke situaties kunnen plotseling levensgevaarlijk zijn.
Hoe reageer je dan?
Het klinkt misschien gek, maar mijn hele lichaam wordt dan helemaal rustig, bijna alsof ik in slaap val. Mijn hartslag wordt trager en ik kan helderder denken dan normaal. Dat is blijkbaar mijn overlevingsmodus. Veel mensen rennen weg, ik word rustig.
Is de camera je emotionele schild?
Daar heb ik veel mensen over gehoord, maar bij mij klopt dat niet. Bovendien heb ik mijn camera niet voortdurend vast en kan me er dus ook niet beschermd door voelen. Maar ik praat met veel mensen, leer ze kennen en leef soms zelfs met ze in een oorlogsgebied. Die verbinding met mensen is heel belangrijk voor me en ik ben heel open naar ze. Zodra ik zie dat iemand huilt, huil ik ook. Soms voel ik me daardoor onprofessioneel, maar ik kan mijn emoties nou eenmaal niet uitschakelen.
Je bent een van de weinige vrouwen in dit fotografiegenre. Is dat een voordeel of een nadeel?
Dat hangt er van af waar ik werk. Ik reis vaak door moslimlanden, in het Midden-Oosten of in Azië. Ik heb de indruk dat het daar helpt om een vrouw te zijn. De religie is op een bepaalde manier heel respectvol. Ik ben
“Ik zal niemand door mijn foto’s in groter gevaar
brengen dan ze al zijn.”
nooit bang geweest om verkracht te worden. Samen met militairen op pad (ongeacht of het Amerikanen, Afghanen of Irakezen zijn) was beduidend moeilijker. Ik voelde me als vrouw veel minder geaccepteerd en moest me eerst bewijzen.
Wat moet een situatie hebben zodat je er een foto van maakt?
Dat is lastig. Het is makkelijk om de oorlog er dramatisch uit te laten zien. Het gaat mij erom het dagelijks leven van een conflict te laten zien, zodat mensen in Amerika beter kunnen begrijpen wat de mensen in Irak doormaken. Daar zorg ik natuurlijk niet actief voor, maar ik zoek naar situaties die dat weergeven: zoals een man die ‘s ochtends naar zijn werk gaat - in een oorlogsgebied. Maar ook kinderen die naar school gaan en proefwerken maken terwijl een helikopter naar de plek van een zelfmoordaanslag vliegt, slechts een blok verderop. Natuurlijk moeten we ook laten zien hoe wreed, dodelijk, bloedig en hartverscheurend de oorlog kan zijn. Maar dat doen al heel veel collega’s, zodat ik me op de stille kant van oorlog kan concentreren. Ik geloof dat deze foto’s de lezer eerder laten inleven in iets wat aan de andere kant van de wereld gebeurt.
Zijn er situaties waarin je bewust geen foto hebt gemaakt?
Ja, meerdere keren. Altijd wanneer het gevaar bestaat dat het de personen op de foto in groot gevaar kan brengen. Dat is vaak het geval bij vrouwen in Afghanistan. Ik was een keer in een ziekenhuis in de Oost-Afghaanse stad Khost. Daar lag een vrouw die zo erg door
haar man was mishandeld, dat ze in levensgevaar verkeerde. De artsen kwamen naar mij en zeiden: “Kijk dan. Je moet er foto’s van maken en de wereld laten zien wat hier gebeurt!” Maar ik was me ervan bewust dat als ik er een foto van zou maken, de man zijn vrouw zou doden. De wereld is klein geworden en ook mensen in Afghanistan hebben smartphones, en zien dus ook de New York Times en de Washington Post. Wij moeten ons meer dan ooit bewust zijn van de consequenties die onze foto’s mogelijk kunnen hebben. Bovendien was het al genoeg wanneer iemand in het ziekenhuis zou zien dat ik de vrouw fotografeerde en het tegen haar man zou vertellen. Je moet elke situatie afwegen, maar ik zal nooit iemand met mijn foto’s in nog groter gevaar brengen.
In hoeverre heeft je beroep je als persoon veranderd?
Dat is een moeilijke vraag. Ik ben me er van bewust dat ik een volledig ander mens ben geworden. Dat gebeurt in dit beroep onherroepelijk met iedereen. Het grote verschil is denk ik dat ik veel dingen niet langer als zwart of wit bekijk, of als goed of slecht. De wereld is duidelijk veel gecompliceerder dan we eigenlijk graag zouden willen.
De onderscheiding
Sinds 2014 reikt de Internationale Mediastichting voor Vrouwen de Anja Niedringhaus Courage in Photojournalism Award uit, voor moed in de fotojournalistiek. De onderscheiding herinnert aan de Duitse fotojournaliste Anja Niedringhaus, die een dag voor de presidentsverkiezingen van 2014 in Afghanistan werd neergeschoten.
Naast Andrea Bruce werden dit jaar ook Amber Bracken uit Canada en Rebecca Conway uit Engeland gelauwerd.