Scannen in plaats van fotograferen
Met een gewone scanner kun je in een handomdraai ongewone close-ups maken.
Met een gewone scanner kun je in een handomdraai ongewone close-ups maken.
Scanners en camera’s zijn allebei apparaten waarmee je beeld vastlegt. Maar waar de sensor van een camera in een fractie van een seconde het volledige beeld uitleest en opslaat, heeft een scanner beduidend meer tijd nodig. Dat komt doordat een scanner het onderwerp regel voor regel leest en de afzonderlijke beeldrijen vervolgens tot één beeld samenvoegt. Het nadeel ligt daarbij voor de hand: verandert er tijdens het scannen iets in het licht, of beweegt er iets in het onderwerp, dan is het beeld onbruikbaar. Maar wanneer alles goed gaat, levert een scanner een gedetailleerd beeld in hoge resolutie.
Voor indrukwekkende scans heb je in elk geval geen hele dure scanner nodig. Een scanoppervlakte van A4 en een resolutie van minimaal 600 dpi (dots per inch = pixels per inch) is voldoende. Inmiddels hebben alle instapapparaten en multifunctionals dat wel. Hoe hoger de maximale resolutie van de scanner is, hoe groter je het gedigitaliseerde beeld later kunt afdrukken. Naast resolutie en scangrootte speelt ook het scannerdeksel een beslissende rol. Het deksel moet 90 graden weggeklapt kunnen worden en de scanner moet ook met opgeklapt deksel kunnen scannen. In dat geval is de digitalisering groter en zijn hogere onderwerpen geen probleem. Op je pc is het meegeleverde scanprogramma van de fabrikant voldoende - het is alleen belangrijk dat je de automatische beeldoptimalisaties voor helderheid, kleur, scherpte en contrast kunt uitschakelen. Dergelijke aanpassingen zijn meestal willekeurig en leveren geen goed resultaat. Je kunt ze dus beter handmatig toepassen met een fotobewerkingsprogramma.
Omdat de scanner een eigen lichtbron heeft, is het van belang om tijdens de opname strooilicht van andere lichtbronnen te vermijden. Maak de kamer dus helemaal donker, of maak een lichtdichte kap van zwart karton, waar je de scanner mee kunt afdekken. Onder de kap plaats je dan je onderwerp. Door de extreem korte close-up grens van de scanner, is deze methode vooral geschikt voor macrofoto’s. Denk er wel aan dat de relatief zwakke lichtbron van de scanner alleen direct op het glas geplaatste objecten goed kan belichten. Een paar centimeter verder is het onderwerp vaak al niet meer te herkennen. Werk daarom met contrasterende groottes en kleuren, om de aandacht doelgericht naar het hoofdonderwerp te leiden.
Het grijsachtige zwart in de foto kun je achteraf wat donkerder maken in Photoshop.