Fujifilm X-T100
Zowel de naam, het ontwerp en de bedieningselementen doen denken aan de X-T-serie. Maar de verschillen met het topmodel komen snel aan het licht, niet in de laatste plaats in de prijs.
De camera lijkt op de X-T-serie, maar verschillen met het topmodel komen snel aan het licht.
Praktisch alle fabrikanten hebben middenklasse camera's met een zoeker. Het feit of het een optische of elektronische zoeker betreft, kan al een aanschafscriterium zijn. Fujifilm levert met de X-T100 ook een camera met deze feature af. Op zich zou je de X-T20 ook als middenklasse kunnen bestempelen, maar een prijs van rond de 900 euro voor alleen de body zal veel hobbyfotografen afschrikken. Dan is de 650 euro voor de X-T100 een stuk aantrekkelijker. Het betekent wel dat de fabrikant een aantal functies heeft moeten schrappen, maar daar is gelukkig goed over nagedacht. Een uitstekende beeldkwaliteit, een goede burst-modus en een aantal moderne extraatjes vind je namelijk ook op deze instap-dslm. Maar op bepaalde punten missen we toch wat dingen.
Beeldkwaliteit zonder X
Er is vooral een kleinigheidje dat ontbreekt: de X-trans-techniek. De X-T100 gebruikt namelijk het meer gewone Bayerfilter. Desondanks zijn
de meetresultaten zijn allesbehalve gewoon: de uitstekende JPEG-processing levert heerlijk scherpe en gedetailleerde foto's, zelfs bij hogere lichtgevoeligheid. Tot 2086 lijnenparen per beeldhoogte aan de randen, tot 1795 lp/bh op detailniveau: zo'n sterke waardes zie je in deze sensorklasse eigenlijk alleen bij de X-Trans-sensors. Is die techniek dan overbodig en ligt de magie van Fujifilm in de signaalverwerking? Gedeeltelijk: de ruiswaardes vallen een hele belichtingsstap sterker uit dan bij de X-T20 en andere camera's met de moderne X-Trans-techniek. Al vanaf ISO 1600 worden er storende pixels zichtbaar en die nemen in de standaard ISO-waardes 3200 tot 12.800 steeds verder toe. Dit maakt duidelijk dat meer beeldkwaliteit ook duurder is. Maar voor een camera uit deze prijsklasse levert de X-T100 een prima resultaat.
Verder bevalt de elektronische en aangenaam scherpe zoeker uitstekend. Vooral fotograferen in zonlicht wordt daardoor een stuk makkelijker. De vergroting van 0,62x had groter mogen zijn, maar de dekking van het kijkgebied is 100 procent. Je kunt uiteraard ook het 3 inch touchscreen met hoge resolutie gebruiken. Het display kan 180 graden draaien, zodat je er gemakkelijk selfies mee maakt.
Multifunctioneel draaiknopje
Naast tien toetsen, een moduswieltje voor handmatige en automatische belichtingsmodi en een wieltje aan de achterkant, heeft de X-T100 iets nieuws: op de linker bovenkant zit een draaiknopje waaraan je de functie zelf kunt toewijzen – bijvoorbeeld ISO, beeldgrootte of zeven verschillende filmsimulaties zoals Velvia voor levendige kleuren en zwartwit look. Simulaties zoals de contraststerke monochroom-look Acros en de verzadigde filmstijl Eterna heeft de Fujifilm niet.
Hier belanden we aan bij de beperkingen. Zo gebruikt de X-T100 nog het verouderde menu van de tweede X-generatie. Dat is weliswaar overzichtelijk, maar een tabblad dat je zelf kunt samenstellen ontbreekt. Bovendien werkt de bediening wat langzaam: de camera reageert met ongeveer een halve seconde vertraging, wat de flow er wel uit haalt.
Snelheid hoort dan ook niet echt bij de X-T100. Van aanzetten tot gebruiken heeft het apparaat ook al drie seconden nodig. Verder
“De X-T100 gebruikt nog het verouderde menu van de tweede X-generatie.”