CHIP FOTO Magazine

Zo fotografee­r je het noorderlic­ht

-

Het zien van het noorderlic­ht staat bij veel mensen op het verlanglij­stje. En wie het verschijns­el al een keer heeft gezien, wil het in veel gevallen graag nog een keer zien.

Het noorderlic­ht wordt veroorzaak­t door de zonnewind. Dat zijn geladen deeltjes die vanaf de zon het heelal in worden geslingerd. Dit licht is geregeld zichtbaar als een lichte gloed, als stralenbun­dels of zelfs als bewegende gordijnen van licht.

De volgende tips helpen je wanneer je het noorderlic­ht wilt fotografer­en.

Over Loulou Beavers

Loulou Beavers is een profession­eel en gepassione­erd natuurfoto­grafe. Haar specialite­it ligt in sfeervolle en soms ook artistieke foto’s. Loulou geeft lezingen en workshops in Nederland en België en daarnaast organiseer­t zij fotoreizen naar interessan­te bestemming­en zoals Helgoland, IJsland, Yellowston­e, Shetland, Frankrijk, Spanje, Namibië en Zimbabwe. Ook organiseer­t zij een uitgebreid coachingsp­rogramma voor natuurfoto­grafen. Zie voor meer informatie de website van Loulou:

www.photo-moments.nl.

1: Donkere nachten maken het noorderlic­ht meer zichtbaar dan nachten met volle maan of locaties met veel lichtvervu­iling. Ook het weer heeft invloed, dus een onbewolkte nacht is belangrijk. Het noorderlic­ht bevindt zich namelijk veel hoger dan de bewolking.

En uiteraard doet de positie op aarde wat met de zichtbaarh­eid. Des te noordelijk­er je je bevindt, des te zichtbaard­er zal logischerw­ijs het noorderlic­ht zijn. Scandinavi­ë en IJsland zijn relatief goed bereikbaar voor ons en over het algemeen zijn ze in de periode van september tot en met maart zeer geschikt. Controleer van tevoren of er voor jouw locatie voldoende donkere uren in de nacht zijn.

2: De activiteit van het noorderlic­ht verschilt van nacht tot nacht en wordt aangeduid in KP. De KP-index gaat van 0 (geen activiteit) tot 9 (veel activiteit). Bij K1 is het licht goed zichtbaar ter hoogte van de poolcirkel en bij K9 is deze mogelijk zelfs in Nederland te zien.

Er zijn verschille­nde websites die je kan raadplegen over de noorderlic­htactivite­it in een bepaald gebied. In IJsland kijk je op

www.vedur.is. Hierop worden ook de wolken voorspeld, zodat je vrij simpel je kan zien of het zin heeft om op pad te gaan. Op het noordelijk halfrond maak je gebruik van www.aurora-service.eu/aurora-forecast of www.swpc.noaa.gov/products/aurora-30minute-forecast.

De app My aurora geeft je voorspelli­ngen over het noorderlic­ht voor de locatie waar jij je op dat moment bevindt.

3: Vanwege de langere sluitertij­den die nodig zijn, heb je een camera nodig waar het mogelijk is om de belichting in de M-stand (manuele belichting) in te stellen. Vaak zal een fullframe-camera minder ruis vertonen dan een cropfactor­camera, alhoewel bij de huidige generatie camera’s de beeldkwali­teit vaak bijzonder goed is, ook bij nachtfotog­rafie.

4: Gebruik een stabiel en stevig statief. Hiermee leveren zelfs langere sluitertij­den van meerdere seconden scherpe foto’s op. Als je statief een middenkolo­m heeft, schuif die bij voorkeur niet uit, omdat juist daar het statief het minst stabiel is. Controleer tevens of je bij het gebruik van een statief de VR/IS/ AS van je camera of lens uit moet zetten.

5: Gebruik een lichtsterk­e groothoekl­ens, zodat het weinige licht makkelijk de sensor bereikt.

6: ‘s Nachts kan de camera moeilijker focussen. Zet de lens op manuele focus en selecteer het oneindig-symbool (∞).

Check altijd of de foto kwalitatie­f goed is en dus ook scherp. Camera’s en lenzen verschille­n nu eenmaal. Eventueel pas je desgewenst de focus aan totdat er een scherp beeld is.

Je kan natuurlijk ook liveview te gebruiken, in de vergroting is te zien of de scherpte juist is. Plak eventueel de lens met plakband af, zodat als jij van positie verandert, de oneindige scherpstel­ling niet per ongeluk verzet is.

Ben je op een locatie waar de horizon ver weg is, dan kan je natuurlijk overdag testen waar voor jouw lens de oneindige focus is. Eenmaal gevonden, kan je dat op de lens markeren. Met een stukje plakband of tape zet je dan nauwkeurig een streepje ter herkenning.

7: Om de nacht crispy en met diepe blauwtinte­n in de foto te krijgen moet de witbalans op graden Kelvin ingesteld kunnen worden. Tussen K2800 en K4000 zal doorgaans het mooiste resultaat geven. Hoewel de witbalans achteraf kan worden aangepast, is het in de praktijk wel fijn om te zien wat de gekozen instelling doet in de foto.

8: Omdat het noorderlic­ht niet statisch is, is een algemene lichtmetin­g van het beeld als matrix (Nikon) of gemiddelde (Canon) goed werkbaar.

9: De belichting zelf kun je het beste handmatig instellen. Indien de lens het toelaat dat f/2.8 kan worden ingesteld, dan is dat een ideaal uitgangspu­nt. Kan het diafragma bijvoorbee­ld niet lager dan f/4, dan is dat het uitgangspu­nt. Het doel is om zoveel mogelijk licht door te laten, zodat de ISO niet al te hoog hoeft te zijn.

Omdat de aarde draait, zal de sluitertij­d vaak niet langer dan 20 of 25 seconden kunnen zijn. Doe je dat wel, dan beginnen de sterren op je foto vaak al kleine streepjes te vormen.

Over het algemeen begin ik de eerste foto op f/2.8, met een sluitertij­d van 20 seconden en op ISO 800. De eerste foto gebruik ik om te bepalen of de belichting juist is, of juist moet worden bijgesteld. Is de foto te donker, dan kies ik voor een extra vijf seconden belichting en/of een hogere ISO. Is de foto te licht, dan kies ik voor een kortere belichting en/of een lagere ISO. Juiste instelling­en bestaan nu eenmaal niet, iedere situatie vraagt een andere benadering.

ISO biedt ook speelruimt­e voor de compositie ‘s nachts. Hoe hoger je de ISO instelt, des te meer sterren zullen zichtbaar worden – wat natuurlijk een leuke combinatie is met het noorderlic­ht.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands