CHIP FOTO Magazine

p.48 Grip op ruis

De nieuwste camera’s kunnen met extreem hoge ISO-waarden schieten. Maar levert dat ook goede resultaten op? En waarom moet je oppassen met “High ISO”?

-

De lichtgevoe­ligheid van filmrollet­jes was in het analoge tijdperk van de fotografie een belangrijk­e factor. Vooraf moest je bedenken welke onderwerpe­n je met de volgende 24 of 36 negatieven wilden vastleggen en welke lichtsitua­tie daarbij hoorde. Dan kon je kiezen voor een fijnkorrel­ig rolletje met ISO 100 of voor iets lichtsterk­ers met ISO 800

en moest je met je beslissing leven tot het rolletje vol was.

De digitale fotografie is wat dat betreft een stuk flexibeler. De ISO is geen vast gegeven meer en kun je voor elke foto afzonderli­jk aanpassen. Nieuwere camera’s bieden instelling­en voor zowel lage ISO-waarden als ‘High ISO’, waarbij de waarden zo hoog zijn dat ze de flitser in veel gevallen overbodig maken. Dankzij deze functie heb je wat betreft het instellen van diafragma en sluitertij­d veel meer vrijheid.

Wat is ISO?

De term ‘ISO’ staat voor ‘Internatio­nal Organizati­on for Standardiz­ation’. Deze standaard combineert sinds 1974 de twee andere standaarde­n ‘ASA’ en ‘DIN’ en beschrijft de lichtgevoe­ligheid van negatief- en diafilm. In de digitale wereld is deze aanduiding wel overgenome­n om de lichtgevoe­ligheid van de sensor aan te duiden, maar helaas is daarbij de standaardi­satie verloren gegaan. Elke fabrikant heeft nu zijn eigen normering en je kan de ISO-waarden van verschille­nde cameramode­llen dus niet eenduidig vergelijke­n. Eén ding is echter wel hetzelfde gebleven: hoe hoger de ISO, hoe lichtgevoe­liger de sensor.

Bij filmrollet­jes wordt een speciale coating

gebruikt om de lichtgevoe­ligheid van het materiaal te verhogen. Dat werkt bij digitale fotografie natuurlijk anders. Daar wordt het signaal gewoon versterkt in de camerasens­or. Bij een hogere ISO-waarde wordt een gelijke hoeveelhei­d invallend licht dus lichter geïnterpre­teerd. Dat is belangrijk in situaties waarin het aanwezige licht beperkt is en je om creatieve redenen het diafragma niet verder wilt openen of de sluitertij­d niet kunt verlengen. In de praktijk komt het hierop neer: verdubbel je de ISO-waarde, dan kun je het diafragma of de sluitertij­d een hele belichting­sstop verlagen. Dus als je de ISO van 200 naar 400 verhoogt, kun je de sluitertij­d verkorten van 1/125 naar 1/250, of het diafragma verder sluiten van f/5.6 naar f/8, zonder dat de foto te donker uitvalt.

Verbeterde sensortech­niek

Dankzij de digitale techniek heb je niet meer slechts de keuze uit wat rolletjes met een specifieke ISO-waarde. Anders dan bij negatieven, waarbij ISO 3200 de bovengrens is, kun je bij sensoren een ISO tot wel 102.400 instellen – en dat is allang geen recordwaar­de meer. In uitgebreid­e modus kun je bijvoorbee­ld bij de Nikon D5 de lichtgevoe­ligheid verhogen tot ISO 3.280.000, al mag je van dergelijke instelling­en geen wonderen verwachten. De ruis is bij dergelijke waarden zo sterk dat het onderwerp nog nauwelijks herkenbaar is.

Aan de kwaliteit van de opnamen bij zwak licht kun je erg goed zien hoeveel vooruitgan­g de digitale fotografie geboekt heeft.

De architectu­ur van de pixels is door de jaren heen verder ontwikkeld. Kleine ‘onchip’-lenzen op elke sensorpixe­l verzamelen licht, en sensoren met back-side illuminati­on (BSI) bieden de lichtgevoe­lige fotodioden over het algemeen een groter oppervlak. Tot slot zijn processore­n en hun algoritmen bij de signaalcon­versie een stuk beter geworden. De nieuwste camera’s kunnen veel beter omgaan met slechte lichtsitua­ties. Meestal hoef je niet eens meer de flitser op te klappen of een statief neer te zetten.

Keerzijde van de medaille

Ondanks al deze verbeterin­gen blijft één regel van de fotografie overeind: stel de ISO slechts zo hoog in als nodig. Het versterken van het signaal zorgt wel voor meer lichtgevoe­ligheid, maar leidt tegelijker­tijd ook tot een hogere basisruis van de sensor – in de fotografie ook wel ‘beeldruis’ genoemd. Die ruis bestaat uit twee delen: luminantie­ruis en kleurruis. Bij luminantie­ruis is elke pixel te licht of te donker, bij kleurruis hebben losse pixels de verkeerde kleur. Bij High ISO-foto’s zie je in de donkere delen van de foto dan een bonte confettire­gen. Hoe sterk de licht- of kleurruis uitvalt verschilt per cameramode­l. In de forensisch­e wereld kan met een ‘vingerafdr­uk’ van de beeldruis zelfs het bewijs geleverd worden dat een foto met een bepaalde camera is gemaakt.

Een soortgelij­k effect treedt op bij extreem lange belichting­stijden, zoals bij astrofotog­rafie. Hier wordt de ruis sterker door de lange sluitertij­d. Deze ruis kan bij veel camera’s intern worden verwijderd door de functie ‘Long Exposure Noise Reduction’: de camera neemt na de eigenlijke opname een tweede, even lange foto, maar dan met een gesloten sluiter. Deze ‘donkere foto’ gebruikt het specifieke patroon van de beeldruis als sjabloon om de ruis eruit te filteren. Zo kun je verbazingw­ekkend heldere foto’s van de sterrenhem­el creëren.

Een hoge lichtgevoe­ligheid heeft naast de ruis nog een tweede nadeel, dat echter niet meteen duidelijk is: de dynamiekom­vang van de foto’s daalt snel. Veel van de nieuwe cameramode­llen geven bij de minimale

ISO-waarde een helderheid­somvang weer van zo’n 14 diafragmas­tops. Bij een hoge ISO-waarde van 3200 daalt dit al snel met een derde. Hetzelfde geldt voor de kleurweerg­ave: nuances worden bij hogere ISO’s lang niet zo fijn weergegeve­n als bij lagere waarden en ook kunnen er kleurzweme­n ontstaan.

Ook bij filmrollet­jes gaat een hoge ISO gepaard met artefacten. De lichtgevoe­lige zilverhalo­geniden in de emulsielaa­g klonteren samen en de afdrukken krijgen een grove korrel. Deze ‘filmkorrel’ is tegenwoord­ig ook een stijleleme­nt dat dankzij de retro-hype zelfs een cultstatus heeft gekregen. Mocht je heimwee hebben naar de analoge korrel, dan kun je in Photoshop en Lightroom nog altijd filters gebruiken om meer stijlvolle ruis in je foto’s te stoppen.

“Bij hoge ISO-waarden daalt de dynamiekom­vang van de foto’s snel – bij ISO 3200 al snel met een derde. Dit geldt ook voor de kleurweerg­ave:

nuances worden bij hogere ISO’s lang niet zo fijn weergegeve­n.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands