Sigma 70-200mm f/2.8
De Sigma 70-200mm f/2.8 DG OS HSM (S) levert puike prestaties en is een stuk goedkoper dan zijn tegenhanger, de Canon EF 70-200mm f/2.8L IS III USM.
Een 70-200mm f/2.8 is in de fullframe-klasse een van de belangrijkste telezooms. Hij verenigt een flexibele brandpuntsafstand voor portretten, sport-, dier- en architectuurfoto’s met een continue lichtsterkte van f/2.8.
Dat biedt meer dan genoeg speelruimte om onderwerpen tegen een onscherpe achtergrond af te zetten, of om bij invallende duisternis nog iets langer uit de hand te kunnen fotograferen.
Nadat Canon onlangs al een verbeterde versie III uitbracht van zijn 70-200 mm f/2.8L IS USM komt nu ook Sigma met een update van zijn concurrent.
Effectieve stabilisatie
Met een prijs van ongeveer 1400 euro is de Sigma 70-200mm f/2.8 DG OS HSM (S) een goede 700 euro goedkoper dan de nieuwe telezoom van Canon. De vraag is natuurlijk of dit prijsverschil ook in de kwaliteit is terug te zien. In de eerste plaats valt het op dat de Sigma zeer goed afgewerkt en volledig stof- en spatwaterdicht is. Vergeleken met de Canon valt hij wat grover uit. De diameter van de Sigma is iets groter, waardoor ook de filtermaat wat groter is: die van de Canon is 77 mm en die van de Sigma 82 mm. Ook is de Sigma ongeveer 325 gram zwaarder – belangrijk om te weten wanneer je hem hele dagen moet meezeulen.
Als je je arm wilt ontlasten, kun je de Sigma op een monopod schroeven via de vaste statiefgondel. De lens kan in de gondel heel gemakkelijk tot 90 graden naar verticaal formaat worden gedraaid. Bovendien klikt hij voelbaar vast wanneer de 90 graden zijn bereikt. Als je foto’s met lange belichtingstijden wilt maken, moet je er wel aan denken dat je de beeldstabilisatie (OS) uitschakelt. Daar dachten we pas aan toen we tijdens het blauwe uur al enkele foto’s hadden gemaakt van de Dom van Keulen (linksonder). Het resultaat: alle foto’s waarop de beeldstabilisatie nog ingeschakeld stond waren zo wazig dat ze onbruikbaar waren. Maar toen we dit eenmaal doorhadden, waren de foto’s werkelijk haarscherp.
Afgezien van deze statiefproblemen werkt de optische beeldstabilisatie in de praktijk goed. Zelfs bij zwak licht en een brandpuntsafstand van 200 millimeter kun je vanuit de hand nog bij een halve seconde belichtings
tijd scherpe foto’s maken. Pas bij een hele seconde was de koek op.
Voor de autofocus gebruikt Sigma een ultrasone elektromotor (HSM), die dankzij een nieuw algoritme snel bewegende objecten moet kunnen detecteren. In het laboratorium haalde de AF ook werkelijk snelle tijden. Bij goede lichtomstandigheden stelde de lens binnen 0,19 tot 0,22 seconden scherp over het hele zoombereik. Bij matig licht was de autofocus echter regelmatig wat traag. In de MO-modus (Manual Override) kun je automatisch scherpstellen en de focus indien nodig handmatig bijstellen. Daarnaast heeft de telezoom focusknoppen om een eerder gekozen focuspositie te behouden, zelfs bij continue focus.
Hogere resolutie in het midden
Wat betreft de scherpte presteert Sigma’s standaard telezoom in het algemeen iets beter dan de Canon-tegenhanger.
Dit komt vooral door de betere gemeten resolutie in het midden van de afbeelding bij een geopend diafragma. Bij de kortste brandpuntsafstand meten we in het lab in het midden van het beeld maar liefst 2734 lijnenparen per beeldhoogte (lp/bh). Zelfs bij de langste brandpuntsafstand blijven er in het midden nog steeds 2682 lp/bh over. De Canon-zoomlens haalt bij 70 mm slechts 2493 lp/bh en bij 200 mm 2376 lp/bh. Aan de randen van de foto is het een heel ander verhaal. De Sigma begint op 70 mm en een geopend diafragma nog met een goede
2369 lp/bh, maar die waarde daalt bij 200 mm naar slechts 1825 lp/bh. De Canon start op 70 mm met een matige 1979 lijnenparen, maar op 200 mm haalt hij maar liefst 2238 lp/bh.
Als je kijkt naar de kenmerkende lensfouten, valt op dat het Canon-origineel op onze meetcamera, de Canon- EOS 5DsR, gewoon beter wordt gecorrigeerd. Zo vertoont de Sigma bij geopend diafragma over het gehele zoombereik een duidelijk zichtbare lichtafval van 1,3 tot 1,5 f-stops. De breedte van de chromatische aberratie is daarentegen met slechts 0,4 pixels zeer goed bij de kortste en gemiddelde brandpuntsafstand. Bij de langste brandpuntsafstand neemt de kleurrandbreedte iets toe tot 0,6 pixels.
Wat de autofocus betreft heeft de AF van de Sigma met een hoger trefferaantal en minder afwijkingen een streepje voor.
Conclusie
Als je de testresultaten van de Sigma
70-200 mm f/2.8 DG OS HSM (S) met die van de eveneens nieuwe Canon EF 70-200 mm f/2.8L IS III USM vergelijkt en daarbij ook het prijsverschil van 700 euro meeneemt, dan blijven er eigenlijk niet veel argumenten over om de duurdere Canon te kopen. De Sigma heeft een uitstekende resolutie, focust snel en trefzeker, is afgedicht tegen stof en spatwater, en beschikt over een erg effectieve beeldstabilisatie. Aantrekkelijke punten van de Canon zijn dat hij kleiner en zo’n 325 gram lichter is, en dat hij de vignettering beter corrigeert.