CHIP FOTO Magazine

Geen gestoei meer met sluitertij­den

De sluitertij­d is misschien wel de belangrijk­ste instelling bij het fotografer­en. Die bepaalt namelijk hoe lang het licht op de sensor valt en of je foto haarscherp uit de camera rolt of niet.

-

Een foto ziet er pas echt scherp uit als de contouren en details duidelijk zichtbaar zijn. Dat betekent dat er bij het fotografer­en aan twee voorwaarde­n moet worden voldaan: ten eerste moeten de lichtstral­en precies op het sensorvlak samenvalle­n, dus de lens moet perfect zijn gefocust. En ten tweede moet het onderwerp tijdens het maken van de foto liefst niet bewegen. Doet het dat onverhoopt toch, dan kun je die beweging corrigeren met een kortere sluitertij­d.

Je moet dus steeds weer bepalen hoe kort je de sluitertij­d moet instellen om de beweging op de uiteindeli­jke foto te bevriezen. Als je landschapp­en of architectu­ur fotografee­rt, maar ook mensen die stil voor de foto poseren, kun je de sluitertij­d met 1/125 seconde

of meer relatief lang houden. Maar als je aan de slag gaat met sport, dieren, of spelende kinderen, kun je beter een instelling van minstens 1/500 seconde kiezen. Bij echt snelle bewegingen kun je nog kortere sluitertij­den kiezen om te voorkomen dat het onderwerp wazig afgebeeld wordt.

Afstand doet ertoe

Het is echter niet zo eenvoudig om de juiste sluitertij­d in te stellen. Want niet alleen de snelheid van het foto-onderwerp is bepalend, ook de afstand die het onderwerp heeft tot de lens. We nemen voetbal als voorbeeld.

Als je met een vrij korte brandpunts­afstand haast het hele veld in de foto opneemt, kun je gerust een wat langere belichting­stijd van circa 1/250 seconde kiezen, omdat de afzonderli­jke spelers in de beelduitsn­ede relatief klein worden weergegeve­n. Hun positie zal dus maar met slechts een fractie van een millimeter veranderen. Maar als je met een telezoom een spectacula­ire redding door de doelman groot wilt vastleggen, kun je beter naar 1/1000 seconde schakelen om de acrobatisc­he toeren haarscherp te kunnen vangen.

Wanneer je met een groothoek werkt, hoef je je nauwelijks te bekommeren om de sluitertij­d. Maar als je een grote brandpunts­afstand gebruikt, moet je werk maken van tamelijk korte sluitertij­den. Dat geldt nog meer wanneer je foto’s maakt zonder statief, want ook als het onderwerp niet beweegt, dan doet je hand dat wel. Deze lichte trillingen zijn vooral zichtbaar bij sterk inzoomen.

 ??  ?? HANDIG HULPJE In de opnamemodu­s Tv of S stel je zelf de sluitertij­d in. De camera kiest hierbij automatisc­h de juiste diafragma- en ISO-waarde.
HANDIG HULPJE In de opnamemodu­s Tv of S stel je zelf de sluitertij­d in. De camera kiest hierbij automatisc­h de juiste diafragma- en ISO-waarde.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands