Hef lensvervorming op
Gebruik lensprofielen om veelvoorkomende lensfouten automatisch te corrigeren.
Werken met Lightroom-lensprofielen.
Wat je ziet met je ogen komt niet altijd zo op de foto te staan. Als je bijvoorbeeld met een groothoeklens fotografeert, wordt het beeld vervormd. Ton- of kussenvormige vertekening komt misschien wel het duidelijkst naar voren bij het fotograferen van gebouwen met veel horizontale en verticale lijnen: de rechte lijnen komen dan krom in beeld.
Daarnaast hebben goedkopere objectieven soms het probleem dat ze gekleurde randen om een onderwerp produceren. Als de rand van het onderwerp sterk afsteekt tegen de achtergrond, zoals bijvoorbeeld een witte zwaan tegen een donkerblauw meer of donkere boomtakken tegen een witte lucht, verschijnt er een paarse rand om het onderwerp in beeld. Dit noemen we chromatische aberratie. De fout ontstaat doordat de lens de verschillende golflengtes van de kleuren niet op exact dezelfde plek op de camerasensor kan richten.
Vignettering is een andere veelvoorkomende lensfout. Hierbij zijn de hoeken van het beeld donkerder dan het midden. Vignettering wordt veroorzaakt doordat het midden van het beeld meer belicht wordt dan de hoeken. Het effect wordt vaak versterkt als je uitzoomt voor een ruimere uitsnede. Ook een groot diafragma, bijvoorbeeld f/2.8, draagt hieraan bij.
Gelukkig heeft Lightroom het deelvenster ‘Lenscorrecties’ (Lens Corrections), dat alle tools bevat om lensfouten te lijf te gaan. Met de meegeleverde verzameling lensprofielen gebeurt dit zelfs automatisch, zodat je foto’s meer lijken op het beeld dat je ter plekke voor ogen had.
Raster toevoegen
Voeg Lightroom16.dng toe aan de ‘Bibliotheek’. Met een raster kun je controleren of rechte lijnen scheef staan. Ga naar ‘Weergave | Loepoverlay’ (View | Loupe Overlay) en klik op ‘Raster’ (Grid). Druk Ctrl in en stel ‘Grootte’ (Size) en ‘Dekking’ (Opacity) in om het raster aan te passen aan de foto.
De metadata
Open het deelvenster ‘Metagegevens’ (Metadata). Hier zie je dat er een 20-35mm f/2.8-objectief is gebruikt. De brandpuntsafstand was 22 millimeter en de gebruikte camera was een Nikon D700. Lightroom gebruikt deze informatie om te bepalen waar zich mogelijk lensfouten voordoen en verbetert deze.
Lensprofiel maken
Ga naar ‘Ontwikkelen’ en open het deelvenster ‘Lenscorrecties’ (Lens Corrections). Voor de meest nauwkeurige correctie klik je op ‘Profiel’ (Profile) en vink je ‘Correcties profiel inschakelen’ (Enable Profile Corrections) aan. Onder ‘Lensprofiel’ (Lens Profile) kies je bij ‘Merk’ (Make) voor ‘Nikon’.
Vergelijken
Het lensprofiel leest de metadata van de foto en kiest dan automatisch het juiste objectief uit de lijst met profielen. Vink ‘Correcties profiel inschakelen’ (Enable Profile Corrections) uit en weer aan om te bekijken hoe Lightroom de oorspronkelijke foto heeft aangepast.
Vignettering verwijderen
Hoewel het profiel zijn werk prima doet, kun je het resultaat desgewenst nog finetunen met ‘Vervorming’ (Distortion). Klik het profiel nogmaals uit en weer aan en ontdek dat ook de iets te donkere hoeken van de foto zijn aangepast. Het profiel zorgt voor een opheldering die past bij de rest van de foto.
Kleurranden weghalen
Ga naar het tabblad ‘Kleur’ (Color) en activeer ‘Kleurafwijking verwijderen’ (Remove Chromatic Aberration). Hiermee verwijder je kleurranden bij onderwerpen met contrasterende randen. Verfijn het resultaat door met de pipet op de ongewenste kleurrand te klikken en de ‘Hoeveelheid’ (Amount) aan te passen.