Fujifilm XPro3
De Fujifilm X-Pro3 is een van de opvallendste camera’s van de afgelopen tijd. Met zijn e-inkdisplay aan de achterkant onderscheidt de systeemcamera zich van de rest. Maar niet alleen de trouwe aanhangers zijn hierover verdeeld en ook de bediening heeft twee gezichten.
Fujifilm had het zich waarschijnlijk een beetje anders voorgesteld. Toen de Japanners de X-Pro3 half september onthulden, was de anders zo loyale fanbase verdeeld. Het ene deel verwelkomde de veranderingen, terwijl het andere deel het hoofdschuddend aanzag. Het roept de vraag op wat Fujifilm met het display wil bereiken en voor wie ze het hebben gemaakt.
De ene kant wordt in beslag genomen door een normaal scherm, aan de andere kant vind je een kleuren-e-inkscherm voor de weergave van instellingen en de geselecteerde filtersimulatie. De plaatsing is echter precies omgekeerd aan wat je zou verwachten. Want om foto’s te controleren of systeeminstellingen te wijzigen moet je eerst het scherm 180 graden naar onder klappen. Een draaimechanisme zoals bij de X-A7 – waarbij je het uitgeklapte display om zijn eigen as kan draaien en omgekeerd terug kan klappen – ontbreekt helaas bij de X-Pro3. Dat maakt het werken met de systeemcamera vrij omslachtig. Maar dat is niet de enige ontwerpwijziging waaraan de oude Fujifilm-fanschare moet wennen.
Een gereedschap voor gevorderden
De X-Pro-serie is al sinds zijn introductie in 2013 een interessant lid van de dslm-familie. Geen scènemodi, nauwelijks automatische
functies en het uitgebreide menu met instellingen zal veel beginners afschrikken. Deze systeemcamera is dan ook echt bedoeld voor gevorderden die weten wat ze willen en graag zelf overal de controle over hebben.
Dat wordt nog eens extra benadrukt door de drie wieltjes voor de sluitertijd, ISO en belichtingscorrectie. Het diafragma wijzig je zoals gebruikelijk op de lens zelf. Nu kun je natuurlijk alle instellingen op de automatische ‘A’-stand zetten en de camera zelf de instellingen laten kiezen, maar dat wil je eigenlijk liever niet.
Het is ook gewoon leuk om aan de wieltjes te draaien en zo over alles maximale controle te hebben. En als je daar geen plezier aan beleeft, is de X-T30 misschien een betere keuze. De X-Pro3 is in ieder geval een goede keuze voor experts en fotografen die ooit analoog hebben gewerkt, en verder voor iedereen die niet na het maken van elke foto eerst de afbeelding op het scherm wil controleren, in goed Nederlands tegenwoordig ook wel ‘chimpen’ genoemd. Desondanks is het omslachtig om steeds het display te moeten opklappen als je een keer de instellingen wilt veranderen, of een verbinding met de smartphone wilt maken via wifi en bluetooth.
Verder heb je nog de geweldige hybride zoeker in meetzoekerstijl, die de analoge en elektronische fotografie samenbrengt. Je kan dus een optische zoeker inschakelen, die met een oplichtend kader de parallaxverschuiving laat zien, zodat je gemakkelijk de beste compositie kan kiezen. Door kort te trekken aan een schakelaar aan de voorzijde wissel je naar de elektronische en erg heldere OLED-weergave met een haarscherpe 3,69 miljoen subpixels en een heerlijk vloeiende 200 hertz verversingsfrequentie. Dankzij de live view zie je vooraf al hoe je foto zal worden. Met zijn de 0,66-voudige vergrotingsfactor (optisch: 0,5-voudig) is het bovendien wat breder dan bij de X-Pro2, wat prettig is.
Het elektronische display is wel praktisch wanneer je aan de slag gaan met de tien filtersimulaties (zie kader). De kleureffecten bootsen de stijl van de analoge films met dezelfde naam na. Daarnaast is de nieuwe simulatie ‘Classic Black’ toegevoegd. De ietwat vervaagde roodzweem met harde contrasten doet denken aan polaroids en goedkope kleurenfilms uit de jaren 80. Vooral oldschool fotografen zullen dit een leuke gimmick vinden.
De beeldkwaliteit is weer goed
Ook op het technische vlak is er het een en ander veranderd, al blijven grote verrassingen uit. De vierde en nieuwste X-Trans-sensorgeneratie verwerkt foto’s in APS-C-formaat, DCI-4K-video met maximaal 30 frames per seconde en 200 MBit, maar de grote sprong voorwaarts wat betreft de beeldkwaliteit blijft uit. De randscherpte bedraagt 2231 lijnparen per beeldhoogte, wat ongeveer 100 lijnparen meer is dan voorheen. De structuren en detailweergave blijven nagenoeg hetzelfde, maar de beeldruis is in vergelijking met de
X-Pro2 iets toegenomen. In de praktijk betekent dit dat de foto’s ongeveer twee megapixel groter uitvallen, maar de kwaliteit haast hetzelfde is. Tot ISO 6400 zijn er eigenlijk geen noemenswaardige problemen zichtbaar.
Je doet er trouwens goed aan om de voorkeur te geven aan interne raw-verwerking boven externe programma’s. Omdat X-Trans-sensoren een andere architectuur hebben dat de gebruikelijke Bayer-chips struikelen Lightroom en andere raw-bewerkers bij het converteren naar jpeg-formaat. Scherpte en microcontrasten zien er veel beter uit in de foto’s die door de camera zijn verwerkt. Dit is ook de reden dat Fujifilm meer dan een jaar geleden besloot om zijn eigen software – het gratis programma ‘X RAW Studio’ – beschikbaar te stellen. Maak in dat geval via usb verbinding tussen de pc of Mac en de camera om de raw-foto’s met behulp van de camera om te zetten in jpeg. Alternatief heeft de camera een uitgebreide raw-converter waarmee je nu ook raw-afbeeldingen kunt omzetten naar tiff-bestanden.
Andere verbeteringen zijn doorgevoerd in enkele basisfuncties. Vooral de burstmodus werkt met 11,1 beelden per seconde verrassend snel. Het onbeperkte aantal jpeg’s en de 39 raw-foto’s per seconde maken dit een prima sportcamera. Ook de 425 focuspunten zijn wat verbeterd – niet op het gebied van snelheid, want de ontspanvertraging van 0, seconde bij zowel daglicht als weinig licht was al snel genoeg. Maar de AF-punten zijn wel veel gevoeliger geworden. Zelfs bij -6 EV vanaf diafragma f/2.8 kan de camera nauwkeurig automatisch scherpstellen. Bovendien zijn de focus-tracking en ogen-autofocus een stuk nauwkeuriger geworden. De X-Pro3 heeft echter wel wat moeite met kinderen, want hij herkent hun ogen niet altijd. Naar ook al zit de ogen-AF van Fujifilm nog niet op het niveau van moderne Sony-dslm’s, het is wel een stap in de juiste richting. Misschien dat toekomstige firmware-updates nog uitkomst bieden.
Geen vierpuntsdruktoets
Een ander positief punt is de versnelling voor SD-kaarten, want beide kaartslots werken nu met de supersnelle UHS-II-standaard. In theorie kunnen de een hoeveelheid data tot 300 MB per seconde aan. De wissel van micro-usb naar usb-c is ook prettig. Bovendien kun je via deze uitgang de camera opladen of een koptelefoon aansluiten. Het is wel een beetje verwonderlijk dat Fujifilm voor de microfoonuitgang de wat ongebruikelijke 2,5mm-aansluiting gebruikt.
Ook het wegvallen van het vierpuntsdruktoets is opmerkelijk. Door het sys
teemmenu of je foto’s bladeren met een mini-joystick of door te swipen, daaraan kun je makkelijk wennen. Maar er ontbreken nu ook meteen vier functietoetsen, en dat is moeilijker te verteren. De overgebleven drie Fn-knoppen zijn voor veel fotografen niet genoeg. Om steeds langs het touchscreen te moeten om vier andere functies te activeren is eigenlijk onbespreekbaar – daarvoor moet je namelijk eerst het beeldscherm uitklappen ...
Conclusie
De X-Pro3 laat een gemengde indruk achter. De systeemcamera wordt geleverd met allerlei belangrijke vernieuwingen in vergelijking met zijn voorganger. Maar enkele zaken aan he ontwerp lijken meer een achteruitgang dan een vooruitgang te zijn. Het e-inkdisplay is zeker een interessante en goede functie, maar in de praktijk heb je er weinig aan. Gezien de vele instelwieltjes lijkt wat overbodig om de gekozen instellingen ook nog eens apart weer te geven. En het tonen van de geselecteerde filtersimulatie is meer een gimmick. Een ander probleem is dat door het weglaten van het vierpuntsdruktoets er ook vier functietoetsen wegvallen.
Daarbij moeten we echter ook duidelijk vooropstellen dat de Fujifilm X-Pro3 een uitstekende camera is met een erg goede beeldkwaliteit, mooie functies en een charmante body in de stijl van een analoge camera. Dit alles gold echter ook al voor de X-Pro2. De vraag is dus of overstappen van de voorganger naar het nieuwe model de moeite waard is. Moet je 1900 euro neertellen voor een nieuwe filtersimulatie en wat verbeteringen op het gebied van de zoeker, autofocus en burstmodus? Misschien niet. Maar als je nog geen X-Pro-camera hebt, kun je prima instappen met het nieuwste model. En vooruit, voor 200 euro extra kun je de robuuste ‘Dura’-editie kopen, die volgens de fabrikant een veel hardere body heeft in de kleuren zwart-grijs en zwart-zilver.
Uitstekende beeldkwaliteit, snel,
prima filmsimulaties, ogen-AF
Onwennige displayplaatsing, vierpuntsdruktoets ontbreekt, 2,5mm-aansluiting