CHIP FOTO Magazine

Altijd de juiste sluitertij­d

-

De sluitertij­d van je camera bepaalt of je wazige of scherpe foto’s krijgt. In dit artikel lees je hoe je de sluitertij­d optimaal gebruikt.

Sport-, nacht- of portretfot­o’s: profession­als werken met deze diafragmao­peningen en belichting­stijden.

Er is natuurlijk geen algemeen antwoord op de vraag of je een korte of lange sluitertij­d moet gebruiken. Dit is immers per situatie en onderwerp verschille­nd. Een voorbeeld: voor landschapp­en gebruiken profession­als vaak een meer gesloten diafragma zoals f/16. Zo zorgen ze voor een grote scherptedi­epte waarbij details op de voorgrond net zo duidelijk zijn als de horizon. De sluitertij­d bij een ISO van 100 kan worden verlengd tot 1/30 s. Het wordt dan wel heel moeilijk om een scherp beeld uit de hand te krijgen. Als je geen statief bij je hebt, kun je het ontbrekend­e licht ook compensere­n met hogere ISO-waarden en een kortere sluitertij­d. Fotografen die gespeciali­seerd zijn in het vastleggen van wilde dieren gaan heel anders te werk. Met zeer korte belichting­stijden zoals 1/2.000 s kunnen ze bijvoorbee­ld vogels al vliegend scherp in beeld brengen. Open het diafragma zo ver mogelijk voor voldoende lichtsterk­te en verhoog indien nodig de ISO. De onderstaan­de afbeelding helpt je om de juiste instelling­en te vinden. Stel voor je volgende fotoprojec­t eenvoudig de aanbevolen sluitertij­d en diafragma in en controleer de scherptedi­epte en bewegingso­nscherpte.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands