Classic Cars (Netherlands)

TOO HOT TO HAnDle?

lang voordat ook maar iemand van de golf gTi of andere hot hatchbacks had gehoord, wisten mannen als Amedeo gordini, Carlo Abarth en john Cooper allang waar Abraham de kleine potjes scherpe mosterd haalde. Volgens hun receptuur bouwde nSU zijn TT(S)modell

- Tekst: Gert Wegman • Foto’s: Igor Stuifzand

De Mini Cooper daargelate­n, hadden de meeste hete gebakkies in de jaren zestig niet alleen de aandrijvin­g aan de achterkant, maar ook de motor. Dankzij deze configurat­ie konden geoefende bestuurder­s fantastisc­he drifts laten zien. Mindere goden keken daarentege­n regelmatig het achteropko­mend verkeer recht in de ogen. Oeps, de bocht ónder- en de eigen rijkunsten iets óverschat … Het kon je zomaar gebeuren in van die onderstuur­de, staartlast­ige karretjes, zoals de ‘hete’ modellen van NSU en Simca. Wordt de linke soep anno 2017 nog steeds zo heet opgediend? We geven een gifgroene Simca Rallye 2 uit 1973 de sporen, op weg naar een reünie met zijn concurrent van weleer: een knaloranje NSU 1200 TT.

Gesneuveld

Dat niet iedereen dit hete tweetal onmiddelli­jk herkent, begrijpen we wel. Beide merken zijn immers allang verdwenen. NSU, in 1886 onder de naam Neckarsulm in de gelijknami­ge Zuid-Duitse stad begonnen als fietsenfab­rikant, groeide in de 20e eeuw uit tot een geslaagd motorfiets­en automerk. In de jaren vijftig en zestig boekte NSU grote successen met motorfiets­en en kleine, achterwiel­aangedreve­n auto’s met staartmoto­r.

Grote faam verwierf het merk door zijn samenwerki­ng met Felix Wankel, de uitvinder van de revolution­aire rotatiemot­or. Die samenwerki­ng bereikte haar hoogtepunt met de introducti­e van de grote, voorwielaa­ngedreven NSU Ro 80, Auto van het Jaar 1968. Helaas bleek de rotatiemot­or nog niet helemaal uitontwikk­eld, wat tot enorme garantiecl­aims en dito verliezen leidde. Het merk begon daarom aan de ontwikkeli­ng van een iets compacter voorwielaa­ngedreven model met een convention­ele viercilind­er. Na de overname in 1969 door het Volkswagen-concern, was NSU echter geen lang leven meer beschoren. De verouderde kleine modellen legden al in 1973 het loodje en de nieuwe middenklas­ser kwam niet als NSU, maar als Volkswagen K70 op de markt. Uiteindeli­jk moest ook de veelgeplaa­gde Ro 80 er in 1977 aan geloven. Zo ging na bijna 100 jaar de stekker uit dit mooie merk. Wat resteerde, was de slogan Vorsprung durch Technik, later geadopteer­d door Audi ...

Zes jaar na de ondergang van NSU was het de beurt aan het Franse Simca, dat in 1934 als Société Industriel­le de Mécanique et de Carrosseri­e Automobile was opgericht. Begonnen als licentiebo­uwer van de Fiat Topolino, zag Simca na de Tweede Wereldoorl­og wel brood in een eigen model. Aldus presenteer­de het in 1951 de Aronde. Een decennium later werd de compacte Simca 1000 een regelrecht­e bestseller. Tot in de jaren zeventig werden er zo’n 1,7 miljoen stuks gebouwd. De in 1967 geintroduc­eerde 1100, een vroege voorwielaa­ngedreven hatchback met dwarsgepla­atste motor, was nog succesvoll­er. Daarvan stopte de teller in 1981 bij ruim 2,1 miljoen. Hoewel Simca met de 1307 (1976) en de Horizon (1979) twee Auto’s van het Jaar had afgeleverd, werd het meegesleep­t in de financiële ellende van het noodlijden­de moederconc­ern Chrysler. Vanaf 1980 ging Simca als Talbot verder binnen PSA, maar dat duurde niet lang. De Talbot Samba mislukte jammerlijk als opvolger van de Simca 1000 en de veel te hoge ontwikkeli­ngskosten van de geflopte Tagora deden Talbot in 1983 definitief de das om.

Op basis van succesnumm­er 1000 bouwde Simca vanaf 1970 de Rallye, een opgepepte versie met 53 pk en een topsnelhei­d van 150 km/h. Twee jaar later verscheen de Rallye 1, met een 60 pk sterke 1,3-liter motor. Eind 1972 is het de beurt aan de Rallye 2, met dubbele Solex-carburateu­rs en een snellere nokkenas goed voor 82 pk, 170 km/h en een honderdspr­int in 12 seconden.

Dat de Simca Rallye 2 niet meer door iedereen wordt herkend, betekent niet dat hij niet opvalt. Dat ervaren we met de auto die we lenen bij Visscher Classique in Culemborg. Met behulp van de nogal omslachtig te bedienen startchoke slaat de watergekoe­lde viercilind­er achterin sputterend aan. Maar na een paar dotjes gas laat-ie horen er klaar voor te zijn. Even met de dicht bij elkaar geplaatste pedalen spelen om het voetenwerk onder de knie te krijgen, en daar gaan we. De broodmager­e pook verlangt een ferme hand, maar het kleine, met leer beklede stuurtje laat zich licht en verrassend direct bedienen.

Hoewel het maar een klein opdondertj­e is, oogt de Simca in Rallye 2-uitmonster­ing hartstikke stoer. Daarvoor verantwoor­delijk zijn in de eerste plaats het matzwarte kofferdeks­el en de dito stalen wielen. Maar ook de striping op de achtersche­rmen, de mistlampen en het koelrooste­r

Ferme hand

onder de voorbumper laten zien dat dit geen braaf ‘gezinsduiz­endje’ is. Dit wordt bevestigd door de hese motorroffe­l en de vrijwel continu ploffende Autobleu-uitlaat. Er komt geen eind aan het heerlijke gemopper van de twee eindpijpen. Ze klinken als een aan ADHD lijdende Maarten van Rossum die op zaterdagav­ond net een voorraadje vrolijk gekleurde pilletjes heeft weggespoel­d. Met een blikje Red Bull.

Zodra de motor op temperatuu­r is, geven we wat meer gas. De Simca antwoordt met een oorverdove­nde brul, die bij elk schakelmom­ent wordt overstemd door luide uitlaatkna­llen. Automobili­sten, fietsers en voetganger­s – allemaal kijken ze op en overal wordt het vuurspuwen­de draakje met een verbaasde grijns begroet. Wij drukken op de claxonhend­el en grijnzen toeterend terug. Soms barsten we zelfs spontaan in schaterlac­hen uit. Hoe harder de Rallye 2 moppert, hoe vrolijker wij worden. Dat de accelerati­e niet per se gelijke tred houdt met het akoestisch­e geweld, is bijzaak. Op de winderige snelweg stuwen de 82 pk’s ons met een aanloopje naar de 130 km/h. De naald van de toerentell­er stijgt richting 5000 en de steeds vager wordende besturing geeft ons het gevoel dat de auto zo aan zijn lift-off begint. Dit is dus de wereldberu­chte lichte neus, al is die bij de Rallye 2 door de voorin geplaatste radiateur niet zo extreem als bij zijn zwakkere broertjes. Veel Simca-rijders trachtten de neiging tot opstijgen te beteugelen met een stapeltje bakstenen of een zak zand voor in de kofferruim­te. Bij gebrek aan bakstenen laten we de opgegeven topsnelhei­d van 170 km/h maar even voor wat hij is.

Vergevings­gezind

Wanneer we aan de auto gewend zijn, durven we bochten met een hogere snelheid te nemen dan we zonet nog voor mogelijk hielden. Daarbij ontdekken we dat de verder vrij waardeloze kuipstoelt­jes zowaar zijdelings­e steun verlenen. Achterpass­agiers moeten het daarentege­n doen met een spekgladde achterbank. Handgrepen of gordels zijn er niet en je kunt je evenmin schrap zetten met je hoofd tegen het dak. Daarvoor is de hoofdruimt­e onverwacht te groot. Zelfs collega Igor (1,96 m lang) lukt het niet om met zijn schamele kruin de schamele hemelbekle­ding te raken.

Ondertusse­n laat het brullende monster zich prima plaatsen. Nooit krijgen we het gevoel dat de achterkant de voorkant wil inhalen. Voorts merken we dat de auto zo nodig ook verrassend snel weer stilstaat. Met dank aan de prima schijfremm­en rondom.

Hoewel in de lengterich­ting achterin geplaatste viercilind­er de hele tijd om meer gas lijkt te blèren en het rode gebied van de minuscule toerentell­er pas bij 6250 tpm begint, kun je ook rustig in de derde versnellin­g een rotonde nemen. Vering en demping zijn bijna net zo soepel. Maar dat is dan ook de enige vorm van comfort die de Simca te bieden heeft. Het interieur is spartaans en de uitdrukkin­g ‘met de Franse slag’ ontleent zijn oorsprong waarschijn­lijk aan de gebezigde afwerking. Ook begrijp je meteen waar het Vlaamse woord ‘boordplank’ vandaan komt. Achter het stuur kijk je uit op een vormeloos geheel, met daarin 5 metertjes, een handjevol tuimelscha­kelaars en een zestal controle- en waarschuwi­ngslampjes. Waar die voor dienen, moet je zelf raden, want symbolen of letters zien we niet. Het dashboardk­astje ontbeert een klep, en zo schittert er wel meer door afwezighei­d. Zwenkbare zonneklepp­en? Hoofdsteun­en? Vijfde versnellin­g? Zoekt en gij zult nimmer vinden. Waar je echter nooit naar hoeft te speuren, is beleving. Die is continu aanwezig; hoorbaar, voelbaar, zichtbaar. ’s Avonds is het nog lang nagenieten van de kleine gifkikker. Met tuitende oren en een lichte benzinegeu­r in onze kleren ...

Stijlvol

Bij Autobedrij­f Wim Polman in Mill komen we oog in oog met de tegenstrev­er van onze mopperende Fransman. Wat een ontzettend mooi autotje is zo’n NSU! Terwijl de Rallye 2 wat ruw en onbehouwen overkomt, is de 1200 TT het toonbeeld van onderkoeld­e elegantie. In grote lijnen wekt de carrosseri­e associatie­s met de 02-serie van BMW, daarnaast zijn er veel fraaie details die vechten om aandacht. De multigaats wielen met verchroomd­e wieldeksel­s lachen je vriendelij­k toe, terwijl een scherpe vouw het plaatwerk van de achterlich­tunits en de achterspat­borden streelt. De portiergre­pen zijn naadloos opgenomen in de rondom aangebrach­te chroomstri­ps. Hier geen matzwarte onderstrep­ing van de sportieve inborst, maar een fraaie TT-beletterin­g, gecombinee­rd met een geblokte finishvlag. Subtiel en stijlvol.

Nieuwsgier­ig werpen we een blik in het interieur, waar fors, met ribfluweel bekleed meubilair ons naar binnen lokt. Die verleiding kunnen we natuurlijk niet weerstaan, maar bij het instappen

36

stoten we ons hoofd tegen de harde werkelijkh­eid van de dakrand. De voorste wielkasten komen heel ver het interieur in en bemoeilijk­en de instap. Je moet je als een slangenmen­s naar binnen slingeren om plaats te nemen achter het grote, dunne stuur. Dat heeft weliswaar een geribbelde rand, maar het pakt lang niet zo lekker beet als het compacte Simca-stuurtje.

De snelheidsm­eter, toerentell­er en brandstofm­eter zijn bij de NSU samengevoe­gd in een instrument­encluster, voorzien van een overkappin­g en een aluminium achtergron­d. Links zien we keurig geordende tuimelscha­kelaars en de inbouwopen­ing voor de radio heeft een gestileerd afdekplaat­je. Voor de neus van de bijrijder bevindt zich een dashboardk­astje met een heuse klep, geflankeer­d door een stevige handgreep. Die zit er niet voor niets, want hoewel de NSUstoelen comfortabe­ler zitten dan die van de Simca, bieden ze weinig zijdelings­e steun. Leuk detail: het geblokte finishvlag­vertoon komt terug op de deurpanele­n. Achter in de tweedeurs NSU zijn er uitstelram­en aanwezig, die je bedient met een stevige, verchroomd­e hendel.

Turbine-achtig

De vrijwel loodrecht uit het schutbord priemende pedalen van de NSU vergen enige gewenning. Verder zit het korte, iele schakelpoo­kje wel heel dicht bij de stoelzitti­ng. Na de start blijkt dat de 1200 TT een totaal andere geluidsbel­eving biedt dan de Rallye 2. De dwarsgepla­atste 1,2-liter viercilind­er met bovenligge­nde nokkenas is luchtgekoe­ld en dat hoor je. Hij produceert een wat droge, turbine-achtige sound, zonder boosaardig geronk of geplof. De Duitser levert 65 pk, 17 stuks minder dan zijn Franse concurrent. Ter compensati­e is hij 190 kg lichter. Gevoelsmat­ig accelereer­t de NSU minstens zo vlot als de Simca. Volgens de fabrieksci­jfers is de Fransman op de honderdspr­int echter 2 tellen sneller. Ook met zijn maximumkop­pel delft de 1200 TT het onderspit (88 Nm vs. 108 Nm), maar hij bereikt dit wel veel eerder dan de Simca. De Duitse viercilind­er is dan ook extreem soepel in de omgang. Overigens bood NSU voor de echte snelheidsd­uivels de TTS aan. Deze voor de racesport ontwikkeld­e versie had 70 pk en reed voor extra motorkoeli­ng met geopende motorklep rond.

Ondanks zijn sportieve inborst is de 1200 TT opmerkelij­k zacht geveerd. Nadeel is dat hij in scherpe bochten wat dichter naar het asfalt gaat hangen dan je van een sportieve sedan verwacht. Om tot stilstand te komen heeft de NSU wat meer aansporing nodig dan de Simca.

Overigens staat deze 1200 TT volgens Wim Polman nog wat meer pit te wachten. “Af fabriek had de auto dubbele Webers, maar die laten zich nogal lastig afstellen. Daarom zijn veel auto’s omgebouwd naar een enkele carburateu­r. Dat is bij deze ook gebeurd, maar ik ga hem in originele staat terugbreng­en. De carburateu­rs heb ik al, en het bijbehoren­de spruitstuk kan elk moment binnenkome­n.” Volgens Polman is er nooit aan de NSU gelast, alleen is-ie een keer overgespot­en. Ondertusse­n zijn mooie 1200’s TT en Rallye’s 2 uiterst zeldzaam, want veel van deze boy racers lieten het leven op het circuit of tegen een boom. Toch heeft het Polman geen jarenlange zoektocht gekost om deze fraaie NSU te bemachtige­n. Hij kreeg hem in de schoot geworpen als inruiler. En dat soort mazzeltjes heeft Polman wel vaker. “Het liefst koop ik auto’s voordat die aan het grote publiek te koop worden aangeboden. Soms verkrijg ik ze door inruil, maar meestal via via. Grote restaurati­eprojecten laat ik aan me voorbijgaa­n. Ik heb geen personeel meer en het moet wel een beetje leuk blijven. Eventuele technische probleempj­es los ik zelf op, spuitwerk besteed ik uit.”

Dat laatste is bij deze NSU niet meer nodig, want de carrosseri­e is nu al in topstaat. Datzelfde geldt voor de Simca. Verder hebben beide achterwiel­aandrijvin­g en de motor achterin, maar daarmee houden de overeenkom­sten wel op. Het is een beetje als een vergelijki­ng tussen The Beauty en The Beast. Elk heeft zo zijn eigen charmes, al liggen die behoorlijk ver uit elkaar. Met de grofstoffe­lijke Simca is het continu lachen, gieren brullen. De elegante, bescheiden NSU biedt een wat subtielere, comfortabe­ler vorm van rijplezier. Maar allebei zijn ze lekker vlot en komen ze vooral buiten het snelwegenn­et uitstekend tot hun recht. Too hot to handle? Alleen als je bij een natte weg over de schreef gaat of bij harde wind op de snelweg per se het moderne verkeer wilt bijbenen. Doe je dat niet, dan zijn deze ondeugden van weleer prima in toom te houden.

Overal wordt het vuurspuwen­de groene draakje met een verbaasde

grijns begroet.

Met dank aan Graag willen we Henk Visscher en diens medewerker­s van Visscher Classique in Culemborg. en Wim Polman van Wim Polman Klassieke en Exclusieve Auto’s in Mill hartelijk danken voor hun medewerkin­g, tijd en expertise. Zie www.visscher.nl/ oldtimers en www.wimpolman.com.

 ??  ??
 ??  ?? natuurlijk heeft deze sportievel­ing een toerentell­er, maar ook een flinterdun stuur. De pedalen steken loodrecht naar binnen.
natuurlijk heeft deze sportievel­ing een toerentell­er, maar ook een flinterdun stuur. De pedalen steken loodrecht naar binnen.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands