Classic Cars (Netherlands)

Charmeoffe­nsief

Terwijl renault gericht een model voor de lucratieve Amerikaans­e markt ontwikkeld­e, moesten de ingenieurs bij Volkswagen vechten om groen licht te krijgen voor de ontwikkeli­ng van de karmann-ghia. Het resultaat weet in beide gevallen te overtuigen.

- Tekst: Thomas Pfahl • Foto’s: Wim Woeber

Het succes van de Kever bracht Wilhelm Karmann op een idee. Zou er geen vraag zijn naar een sportief model op basis van vertrouwde techniek? Volkswagen-directeur Heinz Nordhoff was echter minder overtuigd van Karmanns plannen, de productiec­apaciteit was hard nodig om aan de vraag naar de Kever te kunnen voldoen. Zodoende ging Karmann jr. in gesprek met Luigi Segre, hoofd van Carrozzeri­a Ghia. Het Italiaanse ontwerpvoo­rstel wist te overtuigen en in november 1953 gaf Nordhoff groen licht voor de ontwikkeli­ng van een productiev­ersie. In 1955 werd de auto voorgestel­d aan pers en publiek. Ondanks zijn charmante uiterlijk waren de meningen verdeeld over de DuitsItali­aanse coupé.

De Karmann-Ghia zag er weliswaar uit als een sportwagen, maar met zijn schamele 30 pk reed hij ondanks zijn aangepaste onderstel gewoon als een Kever. Toch werd het model succesvol, helemaal met de komst van de Cabrio-versie die in 1957 tijdens de IAA-beurs in Frankfurt aan de wereld werd voorgestel­d.

Renault had met de Dauphine een Kevertegen­hanger in de showroom staan. Beide fabrikante­n probeerden in de jaren 50 voet aan de grond te krijgen op de Amerikaans­e markt. In tegenstell­ing tot de populaire ‘Beetle’ werd de Dauphine aan de andere zijde van de grote plas echter geen doorslaand succes. De Renaultver­kopers keken jaloers naar hun collega’s van Volkswagen, die de ene Karmann-Ghia na de andere verkochten. Al snel vroegen ze ook om een sportieve coupé en een cabriolet, die met name in de zonrijke staten veel verkooppot­entieel zouden hebben. Renault-president Pierre Dreyfus en zijn ontwikkeli­ngschef Fernand Picard luisterden goed naar hun dealers en nog voordat ze in het vliegtuig naar Frankrijk stapten, gaf Picard Ghia-baas Luigi Segre de opdracht om ook voor het merk met het wybertje dergelijke modellen te ontwikkele­n. Omdat Ghia echter al een overeenkom­st had gesloten met Volkswagen en Karmann, schoof hij

de opdracht voor de bouw van een prototype door naar Pietro Frua. Al snel werden de eerste designvoor­stellen gedaan, die Dreyfus net zo wisten te overtuigen als de Amerikaans­e importeur. Een naam was ook snel gevonden: ‘Floride’, omdat de beslissing voor de bouw van dit model in Florida was genomen. Even later begon de Renault-directie echter te twijfelen of die naam wel goed zou vallen in de andere Amerikaans­e staten. Zodoende kreeg de auto voor de Amerikaans­e markt de naam ‘Caravelle’, ontleend aan het Franse passagiers­vliegtuig ‘Sud Aviation Caravelle’. Voor Europa hield Renault vast aan de oorspronke­lijke naam, totdat het merk er in 1963 voor koos om het model ook in onze contreien als Caravelle aan te bieden.

Nieuwe verpakking, bekende techniek

Qua styling ging de Caravelle zijn eigen weg, want hij was duidelijk hoekiger gelijnd dan de Karmann. Zo doen de lijnen op de flanken denken aan de zijwaartse luchtinlat­en van de Dauphine, waaraan de Caravelle zijn techniek ontleende. De Karmann-carrosseri­e kenmerkt zich daarentege­n door de vele rondingen. Het is wat vormgeving betreft (en ook qua concept trouwens) een beetje een middenweg tussen de Kever en de Porsche 356. Bij beide modellen schittert een grille in de neus als gevolg van de achterin geplaatste motor logischerw­ijs door afwezighei­d, wel beschikt de VW over de typerende ‘neusgaten’. De al even opvallende boogvorm van de Caravelle-voorbumper vloeide voort uit de plek die werd gekozen om het reservewie­l onder te brengen. Deze is in de bodemplaat ondergebra­cht, achter een weg te klappen stuk plaatwerk. De tank heeft een plekje gekregen boven de watergekoe­lde viercilind­er in de achterzijd­e. Als je gaat tanken moet je eerst de motorkap opklappen. Deze lay-out zorgde voor een grotere bagageruim­te en het voorkwam ook dat de bagage naar brandstof ging stinken of dat er bandenspor­en op kwamen.

Dat de achterbank in beide auto’s hooguit geschikt is voor kinderen, zal niemand verbazen. Je kunt er overigens wel extra bagage op kwijt voor als je eens verder weg van huis gaat toeren. Ook beschikken beide cabrio’s over een opbergvak achter de achterbank. De dashboards zijn overzichte­lijk ingedeeld, maar je moet wel eerst even uitzoeken welke knop waarvoor dient, want naar teksten of symbolen zoek je tevergeefs. Het binnenste van de Karmann-Ghia oogt duidelijk barokker dan dat van zijn Franse concurrent, waarbij we moeten opmerken dat ons testexempl­aar een vroeg model (bouwjaar 1958) is, terwijl de test-Renault een late Caravelle S is. Zodoende zijn er ook qua vermogen flinke verschille­n. De 1,1 liter grote Renault-motor maakt een behoorlijk zwaar geluid, hij laat trots weten dat hij 51 pk sterk is. Bij de Karmann-Ghia is het vertrouwde boxergeras­p te horen. De eerste versnellin­g van de Volkswagen is overigens niet gesynchron­iseerd.

Minder temperamen­tvol

Wat het onderstel betreft, zijn er dan wel weer overeenkom­sten, want beide modellen zijn aan de achterzijd­e voorzien van een pendelas.

Wel valt op dat het onderstel van de Renault aanmerkeli­jker sportiever is afgesteld dan dat van de Volkswagen. De Karmann is wat dat betreft echt een auto voor mensen met een hang naar het verleden, hij is bijvoorbee­ld ook voorzien van trommelrem­men rondom. De Caravelle S beschikte al over vier schijfremm­en. Vlak voordat het model uit productie ging, deed het Franse merk er namelijk nog een schepje bovenop: de opfrisbeur­t voor de Renault 8 in 1962 werd gevolgd door een update voor zijn techniekbr­oer Caravelle. De 1100 S is zodoende de meest temperamen­tvolle versie, waarbij het overigens wel zaak is om flink te schakelen en de motor op toeren te houden. In 1968 ging de Caravelle met pensioen, terwijl de Karmann-Ghia nog tot 1974 mocht doorgaan.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? De samenwerki­ng tussen Wilhelm Karmann en Ghia-baas Luigi Segre leidde tot een automobiel­e klassieker.
De samenwerki­ng tussen Wilhelm Karmann en Ghia-baas Luigi Segre leidde tot een automobiel­e klassieker.
 ??  ?? De sierlijke Renault werd in eerste instantie als Floride aangeboden in Europa en als Caravelle in de VS, maar vanaf 1963 luisterde hij wereldwijd naar
de naam Caravelle.
De sierlijke Renault werd in eerste instantie als Floride aangeboden in Europa en als Caravelle in de VS, maar vanaf 1963 luisterde hij wereldwijd naar de naam Caravelle.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands