Kooptips Renault Caravelle (1958-1968)
De Caravelle werd voornamelijk gebouwd voor de Amerikaanse markt. Zodoende is een groot deel van de ruim 117.000 gebouwde coupés en cabriolets de oceaan overgegaan. In Europa en helemaal in ons land moet je deze chique Renault dan ook met een lantaarntje zoeken. Doordat er veel onderdelen zijn gebruikt van volumemodellen, is de onderdelenvoorziening goed. Als je carrosseriedelen zoekt, wordt het een lastiger verhaal. De korte wielbasis zorgt in combinatie met de lichte voorzijde voor een eigengereid rijgedrag, dat met de introductie van de Caravelle S aanzienlijk werd verbeterd.
De cabriolet had een torsiestijfheid die
CARROSSERIE die naam nauwelijks verdient. Slecht sluitende deuren en barstjes in de lak onderstrepen dat in veel gevallen. Ook de bekende roestnesten verdienen een nauwkeurige inspectie. Vooral de gedeelten onder de sierstrips en het vak onder het reservewiel lopen gevaar.
De techniek van de Floride/Caravelle stamt
TECHNIEK van de Dauphine, later diende de Renault 8 als techniekdonor. Vroege modellen hebben soms last van lekkage in het koelsysteem en van een defecte waterpomp. De lange schakelwegen zijn vervelend, maar ze hoeven niet op ernstige problemen te duiden. Uitgelubberde onderstelbussen en defecte rubbers komen vaak voor. De accu hoort eigenlijk voorin te zitten, maar hij is vaak verplaatst naar de motorruimte. Let op bij de cabriokap: in de loop der jaren werden drie verschillende varianten gemonteerd.
Veel onderdelen zijn alleen gebruikt leverbaar
ONDERDELEN en dan nog is het vaak een kwestie van geluk hebben. Dit geldt zowel voor carrosseriedelen als voor details als logo’s en portiergrepen. De mechanische componenten zijn vanwege de hoge productieaantallen eenvoudiger te vinden. In sommige gevallen worden onderdelen opnieuw geproduceerd, bij clubs weten ze vaak ook waar je heen moet.