Van veewagens tot Rolls-Royces
Bas Jansen is carrosseriebouwer in Wesepe, maar niet zomaar een. Je waant je bij het bedrijf in een vooroorlogse smederij annex werkplaats. Bas moet niets hebben van een moderne hal die is voorzien van alle hedendaagse gemakken. Ook Bas’ klanten houden van deze sfeer van ambachtelijkheid. En inderdaad, het voelt als een warm bad. Vrij rondlopen in de werkplaats tussen al het geslijp en gelas en getimmer door is een droom voor elke autoliefhebber. Overal staan auto’s in aanbouw, van een RollsRoyce Phantom tot een Porsche 928.
Het restaureren en bouwen van auto’s is Bas met de paplepel ingegoten. Zijn twee rechterhanden erfde hij van zijn vader en indirect van zijn opa. Grootvader Reint Jansen begon in 1937 als wagenmaker en maakte furore als constructeur van veewagens. Zoon Gerrit nam de zaak over en de business floreerde als nooit tevoren. Totdat de mondenklauwzeerepidemie uitbrak. Transport van dieren stond ineens op een laag pitje, veewagens waren overbodig geworden. Pa Jansen moest de bakens verzetten, hij kon immers niet inschatten hoe lang de mond en klauwzeercrisis ging duren. Een dorpsgenoot bracht hem op het juiste spoor. Die was zo onder de indruk van Gerrits werkzaamheden aan zijn Austin Seven dat hij hem vroeg nog zo’n auto te restaureren en te voorzien van een eigen koetswerk. Gerrit ontwierp een jaren 30racecarrosserie met de druppelvormige achterkant die ook de TC21 op deze pagina’s kenmerkt. De klant was zo enthousiast over het resultaat dat hij Gerrit aanmoedigde om ‘vooral door te gaan’. De rest is geschiedenis. Inmiddels zijn de agenda en het planbord vol. Het is niet zo dat Bas Jansen uitsluitend dit soort exoten bouwt, ook ‘gewonere’ en modernere auto’s zijn welkom. Zo staat er een Porsche 928 op het terrein en heeft hij juist een Alfa Spider ‘Graduate’ voltooid.