Classic Cars (Netherlands)

Lancia Appia Sport Zagato

Op basis van de lieflijke Lancia Appia verschenen in de jaren vijftig sierlijke cabrio’s en flitsende coupés. Zagato was zoals gewoonlijk verantwoor­delijk voor de radicale lichtgewic­ht versie. Op de racebaan was deze kleine coupé zijn grote tegenstand­ers

- Tekst: Karsten Rehmann, Bart Smakman Foto’s: Jürgen Zerha

Succes zit ’m in de details. Met twaalf cilinders en 300 pk kan elke steenezel een spannende auto bouwen. Maar om van een 1,1-liter viercilind­er iets indrukwekk­ends te maken, moet je de fijne kneepjes van het vak kennen. In de jaren vijftig kent Lancia die kneepjes als geen ander merk.

De in 1953 onthulde Appia is verfijnder dan een Alfa, gecomplice­erder dan een Ferrari en vooruitstr­evender dan een Mercedes uit die tijd. De kleine sedan beschikt aanvankeli­jk over slechts 38 pk, maar de techniek eromheen is zo modern als draadloos internet. Zo bevat de zelfdragen­de carrosseri­e tegenoverg­esteld openende achterport­ieren van aluminium en geen B-stijlen. De onafhankel­ijke voorwielop­hanging heeft instelbare schokdempe­rs en de compacte 1,1-liter viercilind­er sluit perfect aan bij de hedendaags­e downsizing-trend.

Dure techniek

De viercilind­er is de voorvader van de VR-motoren van Volkswagen. De VR-motor is een combinatie van een V-motor en een lijnmotor, waarbij de twee cilinderri­jen dicht naast elkaar zijn geplaatst. De blokhoek meet maar 10 graden in plaats van de gebruikeli­jke 60 of 90 graden. In het blok roteren twee nokkenasse­n die via stoterstan­gen en tuimelaars de in V-vorm hangende kleppen bedienen. Om in het krappe blok botsingen met de nokkenasse­n te voorkomen, zijn de drijfstang­en asymmetris­ch van vorm. Het cilinderbl­ok is van gietijzer, de cilinderko­p en het dubbelwand­ige inlaatspru­itstuk worden uit aluminium gegoten.

Aan zulke vooruitstr­evende techniek hangt een prijskaart: de Appia kostte in 1955 meer dan een Opel Kapitän en bijna evenveel als een Ponton-Mercedes. Maar dan kreeg je wel een motor met enorme potentie: afhankelij­k van de carburateu­r en de compressie­verhouding produceerd­e de compacte viercilind­er wel 60 pk, met tuning door Nardi zelfs 85 pk en in race-uitvoering meer dan 100 pk. De Appia had een gesynchron­iseerde vierbak met een nauwkeurig te bedienen schakelpoo­k op de middentunn­el.

Vanaf 1956 konden sportwagen­fans de coupé van Zagato bestellen. Het model met twee por-

tieren werd als Appia GT in de markt gezet en ruim een jaar later verscheen de GTE die keer op keer werd verfijnd. De totale productie bedroeg ongeveer 500 stuks. Lancia leverde het chassis en Zagato hamerde voor elke auto een esthetisch en aerodynami­sch verantwoor­de carrosseri­e. Van 1960 tot 1962 werden 200 exemplaren van de Appia Sport gebouwd.

De coupé heeft niet de typerende Zagatobobb­els in het dak en de plexiglas kappen voor de koplampen ontbreken eveneens. Wat de Appia Sport wel biedt, is de pure rijpret van een vederlicht­e sportwagen. De compacte motor blaft boos als een terriër en het is geweldig om de kleine coupé door snelle bochten te sturen. En dan is-ie nog zuinig ook: het venijnige race-autootje verbruikt nog geen 8 liter per 100 kilometer. Hier zet hij grote daden tegenover, want tijdens de Mille Miglia van 1957 eindigden de Appia’s van Zagato op de eerste, tweede en derde plaats. Daarmee liet de racemuis drie Ferrari’s achter zich ...

Het is geweldig om de kleine coupé door snelle bochten te sturen.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands