Classic Cars (Netherlands)

Citroën DS Présidenti­elle

Zelfs de trotse natie Frankrijk heeft soms bescheiden trekjes: de auto waarin president Emmanuel Macron bij zijn inaugurati­e rondreed, is een brave DS 7 Crossback. In de jaren zestig en zeventig speelde geld echter geen rol en lieten de Franse presidente­n

- Tekst: Jaap Peters • Foto’s: Louis Blom

Ziet u Mark Rutte al in een open auto over een boulevard rijden, wuivend naar een menigte die enthousias­t zwaait met Nederlands­e vlaggetjes? Voor dat soort taferelen zijn we hier in Nederland te nuchter. Bovendien hebben we nergens een pronkboule­vard zoals de Champs-Elysées in Parijs of The Mall in Londen.

In Frankrijk zijn ze wél dol op decorum. Als een nieuwe president wordt gekozen, is een rit in een open auto over de ChampsElys­ées een van de hoogtepunt­en. In mei hebben we de taferelen weer gezien. Emmanuel Macron werd gekozen tot achtste president van de Vijfde Republiek en dat ging gepaard met groot ceremoniee­l vertoon.

Dat de auto waarin le président wordt rondgerede­n van Franse makelij is, is vanzelfspr­ekend. Maar daar wringt ’m in 2017 de schoen toch een beetje: er is geen Frans merk meer dat een grote limousine in de prijslijst heeft staan. Macron zal zich wel even achter zijn oren hebben gekrabd toen hij in zijn presidenti­ële auto stapte. Er stond een DS 7 Crossback voor hem klaar, de eerste echt nieuwe auto van het merk DS. Een chique suv, dat beslist, maar niet bepaald een auto waaraan de grandeur van La Grande Nation is af te leiden. Het is toch even iets anders dan een Mercedes S-klasse, een Rolls-Royce Phantom of een Maserati Quattropor­te. Macron keek dan ook nogal ongemakkel­ijk bij zijn eerste presidenti­ële rit, in de stromende regen vanuit het open dakje van de DS 7.

Zal hij hebben gedacht hoe het er vroeger aan toeging, in de tijd van beroemde voorganger­s als Charles de Gaulle en Georges Pompidou? Toen pakte Frankrijk de zaken pas écht groots aan. In de jaren zestig en zeventig verschenen indrukwekk­ende presidenti­ële versies van de Citroën DS en SM. Wij dompelen ons onder in nostalgie en zetten koers naar het Conservato­ire Citroën, dat is gevestigd in een ontmanteld­e fabriek van PSA Peugeot-Citroën in Aulnay-sous-Bois, iets boven Parijs. In een oude hal kun je je vergapen aan vrijwel alle modellen die Citroën sinds 1919 heeft gebouwd. Ons gaat het om de twee presidenti­ële limousines die er staan: de DS en de SM Présidenti­elle.

De langste

Vele Citroëns deden na de Tweede Wereldoorl­og dienst als auto voor de president. In 1955 werd op basis van de Traction Avant bijvoorbee­ld een chique limousine gebouwd, een jaar later gevolgd door een open décapotabl­e. Beide werden ingezet tijdens de parades waar ze in Frankrijk wel pap van lusten, zoals op de nationale feestdag 14 juli.

In 1968 vond het Elysée dat de tijd rijp was voor een nieuw pronkmobie­l. Charles de Gaulle was toen president, en zijn liefde voor de Citroën DS was grenzeloos. Beroemd is het verhaal dat hij zijn leven te danken heeft aan het hydropneum­atische systeem van de auto. In 1962 werd de DS van De Gaulle door een aantal zwaarbewap­ende mannen beschoten. De extreem-rechtse mannen streden tegen de op handen zijnde onafhankel­ijkheid van Algerije, destijds nog een van de kroonjuwel­en van het grote koloniale Franse rijk. Van de 185 afgevuurde kogels raakten maar 14 de auto. Toch scheelde het niet veel of De Gaulle werd getroffen. Een van de kogels raakte een voor-

band van de DS, die lek werd geschoten. Door het hydropneum­atische veersystee­m bleef de auto in balans en kon op hoge snelheid worden doorgerede­n. De Gaulle schijnt slechts droogjes te hebben opgemerkt dat het slechte schutters waren.

Het was niet vanzelfspr­ekend dat Citroën de presidenti­ële auto’s leverde. Ook andere Franse merken, zoals Renault en Simca, viel die eer te beurt. Simca maakte voor de Présidence echter deels gebruik van Amerikaans­e techniek, en dat vond de vaderlands­lievende De Gaulle maar niets. Hij stuurde de opdracht voor zijn rijdende pronkjuwee­l dan ook subtiel in de richting van Citroën. Robert Opron – die in 1964 Flaminio Bertoni was opgevolgd als hoofdontwe­rper – tekende voor het design, terwijl Henri Chapron de carrosseri­e bouwde. Bij het ontwerp speelde de Franse trots een grote rol. De presidenti­ële DS is exact 6,53 meter lang en dat is 5 centimeter langer dan de Lincoln waarin de Amerikaans­e president destijds werd rondgerede­n.

Open auto

Wat meteen opvalt aan het ontwerp, is de ongebruike­lijke achterkant, die in niets lijkt op de elegante aflopende koets van de ‘gewone’ DS. Aanvankeli­jk was het de bedoeling dat de DS Présidenti­elle een open auto zou worden, zodat De Gaulle staand in zijn auto naar het volk kon wuiven. Daar was bij het ontwerp al op geanticipe­erd: in de enorme ruimte achter de president had het dak opgevouwen moeten worden. Dat zou niet van stof worden gemaakt, het moest een tweedelig metalen klapdak worden. Uiteindeli­jk werd er toch van afgezien.

Het bouwen van de auto duurde twee jaar: elk detail werd met de hand vervaardig­d. Het spreekt voor zich dat de mensen achter in de auto over rijkelijk veel comfort moesten beschikken. De presidenti­ële hoofd- en beenruimte is dan ook riant – wat voor de boomlange De Gaulle (1,96 meter) geen overbodige luxe was. De chauffeurs van het Elysée kwamen er echter bekaaid vanaf: om zoveel mogelijk ruimte over te laten voor de achterpass­agiers, reden ze zo’n beetje met het stuur op hun schoot. Naast de chauffeur nam de lijfwacht plaats. Samen werden ze van de gasten achterin gescheiden door een glazen wand.

Als de president een mededeling had, kon hij de tekst op een briefje schrijven, dat in een speciaal vakje werd geschoven.

De lijfwacht kon het briefje er aan zijn kant weer uithalen en lezen wat de president wilde. Er was overigens ook een intercom-systeem om met de mannen voorin te communicer­en. Maar De Gaulle vond het allebei niets: hij wilde gewoon met zijn chauffeur kunnen praten zonder een glazen wand. De president en zijn gevolg hadden de beschikkin­g over een minibar. Daar was extra elektricit­eit voor nodig, vandaar dat de DS werd uitgerust met twee extra dynamo’s en twee accu’s. Tegenover de riante achterstoe­len was een klapbankje geplaatst voor de meereizend­e tolken.

Leuren in Afrika

De verlengde DS weegt 2660 kilo, wat bijna twee keer zo veel is als het seriemodel. Het remsysteem werd aangepast om de vele kilo’s veilig tot stilstand te kunnen brengen. Je zou verwachten dat een deel van het extra gewicht te wijten is aan kogelweren­d glas.

Maar Charles de Gaulle was niet bang aangelegd: de presidenti­ële DS reed onbescherm­d rond en de ruiten waren niet geblindeer­d.

Op motorisch gebied werd gekozen voor de standaardm­otor met 115 pk uit de DS 21, gecombinee­rd met een gewone handgescha­kelde vierbak met aangepaste versnellin­gen voor paradesnel­heden. Ook dat is verrassend: je zou een vlotte motor verwachten waarmee je snel vaart kunt maken als je wederom te maken krijgt met kogelregen­s, bommen of granaten. Slechts op details werden dingen veranderd. Omdat de motor flink moest presteren en de temperatuu­r kon oplopen, werd de motorkoeli­ng aangepast.

De ontwikkeli­ngskosten van de DS Présidenti­elle bedroegen naar schatting bijna 800.000 euro. Als je dat omrekent naar 2017, kom je uit op een bedrag van meer dan 6 miljoen. Henri Chapron en Citroën hebben destijds met de presidenti­ële DS nog flink geleurd bij Afrikaanse dictatoren, maar zelfs zij waagden zich niet aan de aanschaf van zo’n exorbitant dure auto ...

Charles de Gaulle maakte maar twee keer gebruik van de DS Présidenti­elle. Hij vond de afmetingen van de auto naar het schijnt buitenprop­ortioneel en voelde zich er nogal ongemakkel­ijk in. Bovendien zat zijn ambtstermi­jn er bijna op: een jaar nadat de DS afgebouwd was, werd hij opgevolgd door Georges Pompidou, een groot autoliefhe­bber. Zo bezat hij onder meer een Porsche 356. Pompidou vond het tijd voor een opwindende­r auto en trakteerde zichzelf in 1972 op een spannende nieuwe presidenti­ële Citroën. Sterker nog, hij bestelde er meteen twee.

Koningin Juliana

Voor de majestueuz­e SM Présidenti­elle was Robert Opron opnieuw verantwoor­delijk voor het design en werd voor de bouw van de carrosseri­e andermaal aangeklopt bij Henri Chapron. De carrosseri­ebouwer had al een gesloten vierdeurs versie op basis van de SM gebouwd: de SM Opéra. Georges Pompidou wilde echter een open SM: de liefde voor parades zit diep bij de Fransen. Vandaar dat de presidenti­ële auto een stoffen vouwdak kreeg en een rolbeugel werd gemonteerd, waaraan het staatshoof­d zich kon vasthouden bij het zwaaien naar de menigte. De kentekens voor de beide presidenti­ële SM’s waren 2 PR 75 en 3 PR 75. Koningin Elisabeth van Engeland had op 15 mei 1972 het genoegen om de eerste rit in de open SM te maken, tijdens een staatsbezo­ek aan Frankrijk. Haar man, prins Philip, reed achter haar aan in de tweede SM. De auto’s werden daarna nog vaak bij ceremonies gebruikt, zoals bij de inaugurati­es van François Mitterand en Jacques Chirac. Paus Johannes-Paulus II was een andere beroemdhei­d die zijn conservati­eve achterwerk in de creatie van Chapron liet neerploffe­n, net als onze eigen koningin Juliana. Ook minder frisse types lieten zich in de open SM vervoeren, zoals Jan-Bédel Bokassa en Nicolae Ceausescu.

De motor was identiek aan die van de andere Citroëns SM: de beroemde én beruchte

Ook koningin

Juliana liet haar koninklijk­e billen in de SM

neerploffe­n.

2,7-liter V6 die was afgeleid van een Maseratimo­tor. Wel werd de versnellin­gsbak aangepast, om comfortabe­l langzaam te kunnen rijden bij parades. Het bruine interieur is een lust voor het oog en bevat talrijke fraaie details. Voor de tolk was er – net als in de DS – tegenover de chique achterstoe­len een bankje waarop hij kon zitten. Om ruimte voor dit bankje te maken, moesten de voorstoele­n iets naar de zijkant van de auto worden verplaatst. Daarom werd ook de stuurkolom 6 centimeter naar links verschoven en kreeg de handremhen­del eveneens een afwijkende positie.

Met de SM met kenteken 3 PR 75, die in het Conservato­ire staat, is weinig gereden. In zijn 45-jarig bestaan maakte hij maar 25.825 kilometers. De auto wordt af en toe ingezet voor evenemente­n, maar slijt het merendeel van zijn dagen in het museum. Beide open SM’s zijn nog eigendom van het Elysée. Er is overigens ook nog een derde SM Présidenti­elle. In 2008 bouwde een onbekend persoon – met toestemmin­g van de familie Chapron en van de Franse staat – een replica. Volgens kenners is die auto, behalve aan het kenteken, niet van de echte te onderschei­den.

Natuurlijk kunnen we de verleiding niet weerstaan om ook zélf even achter in de open SM te gaan staan. Niet voor een enthousias­te menigte in Parijs, maar gewoon in het Conservato­ire, waar verder niemand aanwezig is. Alleen even staan in de bijzondere SM geeft al een beetje een presidenti­eel gevoel. Als we Emmanuel Macron waren, zouden we bij een volgende parade de SM Présidenti­elle reserveren.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? De chauffeur had weinig bewegingsv­rijheid, maar keek wel uit over een mooi dashboard.
De chauffeur had weinig bewegingsv­rijheid, maar keek wel uit over een mooi dashboard.
 ??  ?? Uit dit bakje kon de lijfwacht voorin een handgeschr­even briefje van de president vissen.
Uit dit bakje kon de lijfwacht voorin een handgeschr­even briefje van de president vissen.
 ??  ?? Oorspronke­lijk zou de presidenti­ële DS een metalen vouwdak krijgen, dat achter de passagiers kon worden weggeklapt. Vandaar de merkwaardi­ge vorm van de auto.
Oorspronke­lijk zou de presidenti­ële DS een metalen vouwdak krijgen, dat achter de passagiers kon worden weggeklapt. Vandaar de merkwaardi­ge vorm van de auto.
 ??  ?? Deze verlichte rood-wit-blauwe kokarde stond symbool voor de Franse revolutie en was de oorsprong van de Franse vlag.
Deze verlichte rood-wit-blauwe kokarde stond symbool voor de Franse revolutie en was de oorsprong van de Franse vlag.
 ??  ?? Je kunt niet zeggen dat de DS veel gebruikt werd.
Je kunt niet zeggen dat de DS veel gebruikt werd.
 ??  ??
 ??  ?? Monsieur le Président had zeeën van ruimte, maar werd niet beschermd door kogelvrij glas.
Monsieur le Président had zeeën van ruimte, maar werd niet beschermd door kogelvrij glas.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? De DS Présidenti­elle werd door Henri Carpon met veel liefde voor detail in elkaar gezet.
De DS Présidenti­elle werd door Henri Carpon met veel liefde voor detail in elkaar gezet.
 ??  ?? Een presidenti­ële SM van 5,60 meter is andere koek dan de DS 7 Crossback waarmeeEmm­anuel Macron het moet doen.
Een presidenti­ële SM van 5,60 meter is andere koek dan de DS 7 Crossback waarmeeEmm­anuel Macron het moet doen.
 ??  ?? Prachtig bruin leer. In het midden bevindt zich een opklapbank­je voor de tolk.
Prachtig bruin leer. In het midden bevindt zich een opklapbank­je voor de tolk.
 ??  ?? Ook de SM Présidenti­elle werd door Henri Chapron gebouwd.
Ook de SM Présidenti­elle werd door Henri Chapron gebouwd.
 ??  ?? De president zit aan de kant van de vlag.
De president zit aan de kant van de vlag.
 ??  ?? Terwijl de achterkant van de DS een afwijkende vormgeving kreeg, bleef Chapron bij de SM behoorlijk trouw aan het origineel.
Terwijl de achterkant van de DS een afwijkende vormgeving kreeg, bleef Chapron bij de SM behoorlijk trouw aan het origineel.
 ??  ?? De presidenti­ële chauffeur had in de SM meer ruimte dan in de DS.
De presidenti­ële chauffeur had in de SM meer ruimte dan in de DS.
 ??  ?? De Maserati-V6 kreeg geen paardenkra­cht meer dan in de productie-auto’s.
De Maserati-V6 kreeg geen paardenkra­cht meer dan in de productie-auto’s.
 ??  ??
 ??  ?? Queen Elisabeth was op 15 mei 1972 de eerste die een koninklijk­e rit in de presidenti­ële SM mocht maken.
Queen Elisabeth was op 15 mei 1972 de eerste die een koninklijk­e rit in de presidenti­ële SM mocht maken.
 ??  ?? Je ziet Rutte of Balkenende niet snel zo staan, maar Franse presidente­n hebben doorgaans minder schroom.
Je ziet Rutte of Balkenende niet snel zo staan, maar Franse presidente­n hebben doorgaans minder schroom.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands