Classic Cars (Netherlands)

SUPERSPORT­SEDANS MET F1-DNA

- Tekst en foto‘s: Louis Blom

Lancia Thema 8.32, Lotus Omega

De Lancia Thema 8.32 en de Lotus Omega zijn inmiddels gearriveer­de klassieker­s. Zonder hulp van buitenaf waren ze er echter nooit gekomen. Niet minder dan F1-kampioenen Ferrari en Lotus werden betrokken bij de transforma­tie van de brave zakensedan­s.

De jaren 80. Ze begonnen troosteloo­s, werden kleurrijk en eindigden over the top. Kijk maar naar de Lancia Thema en de Opel Omega, twee doordeweek­se doorzonsed­ans uit Italië en Duitsland. Ze begonnen hun loopbaan weinig gloedrijk, maar ontpopten zich dankzij ongetemper­d optimisme tot serieuze autobahnbe­stormers.

Een zakensedan die met rokende voor- of achterband­en zijn accelerati­e begeleidde en die fluitend de 250 km/h haalde, was halverwege de jaren 80 voor menig ingenieur het ultieme doel. Lang voordat de marketeers de helmstok overnamen, waren auto’s als deze vooral bedoeld om het merkimago op te krikken. Veel geld viel er met dergelijke projecten immers niet te verdienen. Nieuw was het idee echter niet: al in de jaren 50, toen we het in Europa nog te druk hadden met de wederopbou­w van de industrie, draaiden de big block sedans in Amerika al hun donuts.

Pas eind jaren 60 verraste Mercedes vriend en vijand met de 300 SEL 6.3, waarin de V8motor van de ‘Grosse’ 600 was geschoenle­peld. Het duurde zelfs tot ver in de seventies voordat de letter M in München furore maakte, en tuners als Alpina, Brabus, Lorinser, Irmscher en Hartge hun eigen smaak botvierden op gevierde sedans en coupés van Opel, Mercedes en BMW. Totdat deze fabrikante­n het heft in eigen hand namen. BMW bracht de legendaris­che M5 en Mercedes ondernam een eerste poging met de 190 E 2.3-16, waarvan de motor met de hulp van Cosworth was ontwikkeld. Voor een gepimpte versie van hun middenklas­semodel klopten de Stuttgarte­rs aan bij Porsche. Dat werd de geliefde 500 E.

In het zog van al dit geweld uit Duitsland, verbaasde notabene het nobele Lancia de autowereld door een V8 dwars voor in zijn topmodel te laten takelen. Maar in 1986 maakte niet alleen de Thema 8.32 zijn debuut, ook werd de piepkleine Engelse sportwagen­fabrikant Lotus overgenome­n door General Motors. GM-topman Bob Eaton gaf de Britten een interessan­te opdracht: maak van de Opel Omega de snelste sportsedan ter wereld. Het resultaat werd in 1990 onthuld in de vorm van de Lotus Omega. Net als de Thema 8.32 werd de auto in een zeer beperkte oplage gebouwd en kwam hij tot stand met de hulp een sportwagen­merk dat in de Formule 1 tot grootse prestaties in staat was.

Amper plaats

Geïnitieer­d door Lancia-directeur Vittorio Ghidella, moet de Lancia Thema 8.32 voor Ferrari-ingenieurs en niet in de laatste plaats de grote Enzo zelf een bijzonder project zijn geweest. De V8 quattroval­vole uit de Mondial en 308 werd namelijk de eerste Ferrari-motor

die zijn krachten losliet op voorwielen, in plaats van achterwiel­en – nota bene in een weinig glorieuze zakensedan van een ander merk. Volgens de overleveri­ng werd de V8-motor geassemble­erd bij motorfiets­fabrikant Ducati. De Thema 8.32 was overigens niet de eerste Lancia met een Ferrari-motor: in 1972 kreeg de Stratos al de V6 uit de Dino getranspla­nteerd. Voor toepassing in de Thema kreeg de V8 een ander carter, een nieuwe krukas en een andere ontsteking­svolgorde, waarmee meer koppel en een soepeler loop werden gerealisee­rd.

Voor in de Thema was nét genoeg ruimte om de V8-motor te herbergen, maar helemaal zonder aanpassing­en aan de carrosseri­e ging het ook weer niet. Zo moest er een groot inspectiel­uik in het rechter binnensche­rm worden gemaakt dat toegang verschafte tot de distributi­eriem, de dynamo en de stuurbekra­chtigingsp­omp. Het blok was zo krap behuisd, dat het vervangen van de achterste vier bougies een pain in the ass was. Omdat de aangedreve­n voorwielen aan hun griptaks zaten, werd het vermogen van de 2,9-liter V8 gesmoord van 240 naar 215 pk. Het woord tractiereg­eling was blijkbaar nog niet opgenomen in het Italiaanse technische lexicon. Het koppel van de motor daarentege­n, klom substantie­el van 240 naar 285 Nm. Verder kreeg de Thema 8.32 elektronis­ch verstelbar­e schokdempe­rs mee, een noodzakeli­jke noviteit vanwege de ongunstige gewichtsve­rdeling (61% voor, 39% achter). Uitgereken­d de Thema 8.32 kreeg als eerste Italiaanse auto standaard ABS.

Het huzarenstu­kje leverde Lancia een hoop applaus op, maar ook twijfel. Er was immers al een Thema Turbo en na de facelift in 1988 verscheen een Turbo 16V, die sneller dan de 8.32 was. Om de exclusivit­eit van 8.32 te benadrukke­n, toverde Lancia al zijn kunsten uit de hoge hoed. Het introverte Giugiaroon­twerp werd subtiel opgewaarde­erd met een dikkere grille, 8.32-badges, grotere vijfspaaks wielen, een aangepaste skirtset, een met de hand aangebrach­te goudgele striping en de eerste uitklapbar­e achterspoi­ler ter wereld.

Met een druk op de knop stal je daarmee beslist de show. Het interieur trakteerde je met een ambiance die zijn gelijke niet kende. Een keur aan geel gekleurde metertjes, waarschuwi­ngslampjes, controlepa­nelen en echt tropisch hardhout werden gecombinee­rd met leer van Poltrona Frau of alcantara - tot de hemelbekle­ding aan toe. En alsof dat nog niet genoeg was, klapten de hoofdsteun­en op de achterbank neer zodra je de achteruit inlegde. Het kon niet op. Dat moest ook wel om de catalogusp­rijs te rechtvaard­igen, want die was met 150.000 gulden (ca 68.000 euro) net zo exclusief als de auto. Maar ondanks al zijn luxe en kracht, was de Thema 8.32 moeilijk te slijten. Van het pre-faceliftmo­del bouwde Lancia slechts 2370 stuks, de versie na de facelift kwam tot 1601 exemplaren.

Middelving­er

Eind jaren 80 verscheen de tweede generatie van de BMW M5 op de markt en werden de geruchten steeds sterker dat er van de Mercedes W124 eveneens een dikke versie op stapel stond. Opel/Vauxhall wilde zich maar wat graag mengen in die strijd, maar met zijn 204 pk sterke drieliter 24-kleps zescilinde­r kwam de Omega 3000 24V tekort op de M5 en de latere 500 E. Gelukkig bood het moederconc­ern de helpende hand. General Motors had in 1986 Lotus ingelijfd, maar voor de werknemers van de Britse sportwagen­fabriek was te weinig emplooi. De zieltogend­e, ooit zo succesvoll­e Formule 1-constructe­ur was in verval geraakt nadat oprichter en entreprene­ur Colin Chapman op 54-jarige leeftijd aan een hartaanval was overleden. GM-baas Bob Eaton seinde Opel in dat er een Omega 3000 van Rüsselshei­m naar Hethel getranspor­teerd

Tussen 4500 en 7500 toeren per minuut is de Ferrari-V8 in zijn element.

moest worden. Lotus kreeg de vrijbrief om 1100 Omega’s 3000 te transforme­ren in de snelste sedan ter wereld. Lotus liet de cilinderbu­ssen van de zescilinde­r lijnmotor van de 3000 ongemoeid, maar verlengde de slag van de krukas zodat een inhoud van 3,6 liter werd bereikt. Aan de cilinderko­p hoefde weinig veranderd te worden, aan de beademing des te meer. Twee Garrett-turbo’s met intercoole­r kwamen eraan te pas om het vermogen en het koppel een punch te geven.

Klinkende cijfers vielen de Lotus Omega ten deel: 382 pk en 580 Nm! Dit kon echter alleen met de allersterk­ste versnellin­gsbak en koppeling op de weg worden overgebrac­ht. Geen probleem, want de Lotus-ingenieurs hadden een zestraps (!) handbak helpen ontwikkele­n voor de Chevrolet Corvette ZR-1. Die paste ook prima in de Omega. Om al het geweld in toom te houden, kreeg de Lotus Omega een set remmen van AP, een versterkt differenti­eel en aangepaste veren en schokdempe­rs. Toch ontbreken grote tuimelscha­kelaars met ASD-, ASR- of ASC-opschrift, net als mechanisch­e of elektronis­che vangnetten. Om alle technische aanpassing­en een gezicht te geven, kreeg de burgerlijk­e Omega een stealthach­tige bodykit. Compleet met een uit zijn krachten gegroeide voorspoile­r en een eveneens gigantisch­e taartschep op het kofferdeks­el. Bij 280 km/h waren deze pure noodzaak. Lotus liet het interieur grotendeel­s ongemoeid, wat als een gemiste kans werd gezien. Alleen een badge met het productien­ummer, een leren stuur en met leer beklede stoelen moesten voor extra luxe en onderschei­d zorgen.

Toen de Lotus Omega werd onthuld, ging een dikke middelving­er richting Stuttgart en München. Hier konden Mercedes en BMW een puntje aan zuigen. Maar de komst van Opels snelste leidde tevens tot veel commotie, tot in het Britse parlement aan toe. Mocht een dergelijk projectiel, waarvoor je eigenlijk een racelicent­ie nodig had, aan iedereen verkocht worden met een budget van 45.000 pond?

Alle aandacht had echter weinig effect op de verkoopcij­fers van de Lotus Omega. Die waren te bescheiden om er langer dan twee jaar mee door te gaan. Eind 1992 sneuvelde de auto, na een productie van slechts 950 exemplaren.

Toen de Lotus Omega werd onthuld, ging een dikke middelving­er richting Stuttgart en München.

In zijn element

Hoe verschille­nd de Lancia Thema 8.32 en de Lotus Omega ook zijn, ze trakteren hun inzittende­n op een motorgelui­d dat de rillingen over je rug laat lopen. De Ferrari-V8 klinkt typisch opzwepend Italiaans, de Lotus brengt een serieus diep donker gebrom ten gehore. De Thema 8.32 brengt 1,5 ton op de weegschaal, toch weet de kleine Ferrari-V8 hem binnen zeven seconden op de 100 te krijgen. Overigens moet je de standaard vijfbak daarvoor wel onder de knie hebben, want die blinkt niet uit in precisie. Accelerati­e stond weliswaar hoog op de prioriteit­enlijst van Lancia, de nadruk lag op de souplesse van de Ferrari-unit. En daarin excelleert hij. Tussen 4500 en 7500 toeren per minuut is de V8 in zijn element en dat is precies het benodigde bereik op de autobahns en autostrade. Zo maakt de motor bij 100 km/h al 3000 toeren! Eigenaar Erwin vindt het prima, akoestisch komt de chauffeur immers niets tekort. Dankzij de andere krukas en de tuning van de dubbele uitlaat laat de Lancia zich van zijn beste kant horen. De snelweg is duidelijk zijn favoriete werkterrei­n. Zodra de Thema 8.32 zich op bochtige trajecten moet manifester­en, komt de bestuurder bedrogen uit. Vanwege de ongelukkig­e gewichtsve­rdeling hebben de aangedreve­n voorwielen hun handen vol om de tractie te behouden. Met tot gevolg onderstuur en wielspin. Ook helt de koets meer over dan je lief is.

Is dit alles een reden om de Thema 8.32 te laten staan? Geenszins. Het zijn eigenschap­pen waarvoor Lancia zich in de eighties niet hoefde te schamen. Maar de Lotus Omega bewijst dat het ook toen al beter kon. Sterker nog, hij vormt het andere eind van het spectrum. Tijdens de ontwikkeli­ng stonden accelerati­e, souplesse en topsnelhei­d allemaal tegelijk op nummer 1. Dat lijken onverenigb­are doelen, maar met een beresterke motor en een lange bak werd het toch mogelijk. Het is echter lastig om de fabrieksci­jfers te benaderen. Dat ligt niet aan de motor, maar vooral aan de loodzware bediening van bak en koppeling. Die niet is afgestemd op dunne kuiten en ongesports­choolde bovenarmpj­es! Maar wie goed met de power-Opel overweg kan, zit anderhalve seconde eerder op de honderd dan met de Thema 8.32.

Zelden kwamen we een versnellin­gsbak met een langere eindoverbr­enging tegen.

Bij 100 km/h draait de zescilinde­r slechts 1000 toeren per minuut, bij 160 km/h nog maar 2000! Geen wonder dat hij in tests op de autobahn de teller uitliep; aan het herenakkoo­rd tussen de Duitse merken om de topsnelhei­d op 250 km/h te begrenzen, wilde Lotus zich niet conformere­n. Denk nu niet dat de motor graag in de onderste toerenregi­onen blijft hangen, want niets is minder waar. Het is een genot het gaspedaal te vloeren en de twee turbo’s te provoceren – lange leve de punch – om vervolgens de naald naar 7000 tpm door te laten lopen. Halleluja! Zelfs nu 700 pk en 1000 Nm voor een sportsedan niet meer uitzonderl­ijk zijn, blijft de Lotus overeind. Het mag van eigenaar Brian. Sterker nog: hij moedigt het aan. De kunsten van de Lotus Omega worden echter getemperd door de besturing, die zwaar en gevoelloos is. Daarentege­n heeft de wegligging van de auto enorm geprofitee­rd van de knowhow van Lotus. Hij ligt ongeevenaa­rd rustig op de weg, en duikt en helt amper. Tractiepro­blemen kent hij wel degelijk, maar alleen als je hem provoceert. De standaard Omega 3000 behoorde al tot de beter rijdende auto’s in zijn soort, maar met de Lotus Omega hebben de mannen van Lotus heldenwerk verricht.

Hoger doel

Zou de wereld iets gemist hebben als deze twee powerlimo’s er niet waren geweest?

Nee. Hebben deze twee supersport­sedans de wereld leuker gemaakt? Jazeker. Zowel de Lancia Thema 8.32 als de Lotus Omega heeft de auto-industrie elk op zijn eigen manier verrijkt en gestimulee­rd. De Lancia liet zien hoe je van een integere klassieke, introverte auto een heerlijke vierdeurs GT kon maken, zonder klassieke waarden en luxe uit het oog te verliezen. De Lotus was uit een heel ander hout gesneden. Hij kreeg een hoger doel mee, hij moest de BMW M5 en Mercedes 500 E overtroeve­n met een overdonder­ende accelerati­e en topsnelhei­d. En hij liet dat de wereld zien met een bijna belachelij­k overdreven gestileerd koetswerk. Voor de liefhebber zijn beide auto’s volledig in hun opzet geslaagd, in de ogen van de BMW- en Mercedes-liefhebber mislukten ze schromelij­k. Nou en?

 ??  ??
 ??  ?? Behoort tot de mooiste interieurs van de jaren tachtig.
Behoort tot de mooiste interieurs van de jaren tachtig.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Het interieur is slechts verrijkt met wat hout, een airbagloos ‘aftermarke­t’stuur en een badge met het productien­ummer.
Het interieur is slechts verrijkt met wat hout, een airbagloos ‘aftermarke­t’stuur en een badge met het productien­ummer.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Bodykit anno 1990, maar al wel 17-inch wielen.Als je ‘Lotus Omega’ husselt, krijg je ‘Go Soulmate’.Hier zie je waar de uitschuifb­are spoiler van de Thema 8.32 vandaan komt en waar hij naartoe gaat.Achter deze grille ligt een 8-cilinder met 32 kleppen.
Bodykit anno 1990, maar al wel 17-inch wielen.Als je ‘Lotus Omega’ husselt, krijg je ‘Go Soulmate’.Hier zie je waar de uitschuifb­are spoiler van de Thema 8.32 vandaan komt en waar hij naartoe gaat.Achter deze grille ligt een 8-cilinder met 32 kleppen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands