Classic Cars (Netherlands)

PAKEZELS MET KARAKTERIS­TIEKE BOCHEL

Toen de praktische Ford Taunus G73A en de Volvo PV444 (later PV544) werden gebouwd, lag Europa nog in puin en was de glitter en glamour ver te zoeken. De sobere Kattenrug werd een groot succes en in zijn tweede leven weet ook de gebochelde Taunus veel har

- Tekst: Thomas Pfahl, Jaap Peters • Foto’s: Wim Woeber, Ingo Wagner

Ford Taunus G73A, Volvo PV544

De wereld kan zo mooi zijn, wanneer je je handen aan het flinterdun­ne stuur met sierlijke claxonring hebt en de met chroom omlijste instrument­en bekijkt. Het groene landschap lijkt in de herhaling aan je voorbij te gaan: onthaastin­g is het toverwoord. De tijd waarin de Ford Taunus en de Volvo PV444 (de voorloper van de 544) werden geïntroduc­eerd, was niet de meest zonnige. De Tweede Wereldoorl­og was nog maar net voorbij, grote delen van Europa lagen in puin. Fabrieken waren gebombarde­erd, er was gebrek aan materialen. In de meeste Europese landen hadden de meeste mensen wel iets anders aan hun hoofd dan een nieuwe auto. Toch werd met een voorzichti­g optimisme naar de toekomst gekeken.

Ford haalde een oud plan uit de kast. Al in 1939 had het de Taunus (ontwikkeli­ngscode G93A) gepresente­erd. Die auto moest het gat vullen tussen de Eifel en de V8. Alleen werd de economie in Nazi-Duitsland streng gereguleer­d. Ford mocht alleen een motor gebruiken met een inhoud tussen de 1,2 en 2,0 liter, waardoor de Taunus de opvolger werd van de Eifel. De overeenkom­sten waren nog groot: ze hadden dezelfde 1,2-liter motor en ook andere onderdelen werden voor beide modellen gebruikt. De remmen bijvoorbee­ld, die veel te groot waren, omdat ze eigenlijk bedoeld waren voor een 1,5-liter viercilind­er. De robuuste techniek van de achteras werd later ook toegepast bij het stationwag­on-model van de Taunus 12M.

Meisterstü­ck

Van de eerste generatie van de Ford Taunus werden tot 1942 bijna 7000 exemplaren verkocht, maar door de Tweede Wereldoorl­og stokte de productie. Dat duurde zes jaar.

Toen was het tijd voor een iets gewijzigde versie, die de interne code G73A droeg. Het grootste verschil vind je aan de voorkant, die vriendelij­ker oogt dan bij de G93A. De naar achteren opende suicide doors zorgen voor een comfortabe­le instap in de compacte Ford, die overigens bij ons in Amsterdam van de band rolde. De verwarming onder de ‘revolverha­ndrem’ en het grote metalen schuifdak waren optioneel en golden als pure luxe. De uitvoering waarmee wij rijden, was pas leverbaar in 1952. Toen liep inmiddels ook de Taunus 12M al van de band in de Duitse Fordfabrie­k. Voor echte Ford-adepten hebben we een Nederlands weetje. Pas bij de opvolger van de G73A ging Ford werken met typenamen waarin de M van Meisterstü­ck voorkwam.

Maar in de Nederlands­e folder werd de Taunus G73A al als Taunus 10M aangekondi­gd. Een meesterwer­k avant la lettre dus.

Met 34 pk is de Taunus vanuit modern perspectie­f natuurlijk niet overdadig gemoto-

De Taunus werd bij de Nederlands­e Ford Fabriek

gebouwd.

riseerd. Al weegt hij ook maar 930 kilo. Ter vergelijki­ng: de Volkswagen Kever deed het in die tijd met 25 pk, dus zo armetierig was die 34 pk ook weer niet. Hoewel ‘onze’ G73A van 1952 dateert, is zijn vormgeving nog typisch jaren veertig en met het vele chroom biedt hij een bijna Amerikaans­e allure. Dat paste wel in die tijd, waarin de Amerikaans­e cultuur in heel West-Europa sinds de bevrijding mateloos populair was. De vormgeving-met-bochel zorgde ondanks de compacte buitenafme­tingen voor veel ruimte. Een tijdlang werd dit design als hopeloos ouderwets gezien; de G73A gold als de sterk verouderde voorloper van de 12M, die pas écht modern was. Maar in de loop der jaren is er toch een herwaarder­ing voor het ontwerp gekomen.

Personvagn

De Volvo PV544 heeft al net zo’n karakteris­tiek jarenveert­igdesign als de G73A. Hij is dan ook gebaseerd op de PV444, waarvan Volvo de ontwikkeli­ng al vóór de Tweede Wereldoorl­og had gestart. De productie van deze eerste compacte Volvo kwam echter pas vanaf 1947 goed op gang. De letters PV in de modelnaam staan voor personvagn, Zweeds voor personenau­to. Ook de drie vieren in de typebenami­ng zijn niet uit de lucht gegrepen: vier cilinders, vier zitplaatse­n en 40 pk. Na elf jaar werd het model door de PV544 afgelost met, jawel, plaats voor vijf inzittende­n. Er waren nog meer verschille­n met de PV444: de PV544 had een ongedeelde voorruit, een grotere achterruit en een nieuw dashboard. Maar de vorm waaraan de auto zijn bijnaam ontleende, de ‘Kattenrug’,

De Volvo is iets eleganter dan de Ford, omdat zijn afmetingen

beter in verhouding zijn.

was gebleven. De PV544 stond lange tijd samen met de gloednieuw­e Amazon in de Volvoprijs­lijst. Eigenlijk was de in 1956 geïntroduc­eerde Amazon bedoeld als opvolger van de PV444, maar werd door het publiek te duur gevonden. Vandaar dat de Zweedse fabrikant in 1958 nog met de PV544 op de proppen kwam.

De Volvo is iets eleganter dan de Ford, omdat zijn afmetingen beter in verhouding zijn. Hij is 38 centimeter langer, maar ook breder en lager. Onze auto heeft een 1,8-liter B18-viercilind­er, die goed is voor 75 pk en Volvo wist het gewicht te beperken tot 1070 kilo, waardoor de Kattenrug soepel van zijn plek komt. Het zal niemand verbazen dat de topsnelhei­d van de Volvo hoger ligt dan die van de Ford: de PV komt tot 155 km/h, de Taunus tot slechts 105 km/h.

Maar daar gaat het niet om in dit verhaal. Beide auto’s zijn exponenten van een tijdperk en hun vormgeving wordt allang niet meer bespot, maar bewonderd. De Ford is, gezien zijn beperkte vermogen, verrassend leuk in bochten als je weet hoe je hem moet behandelen. De carrosseri­e helt dan spectacula­ir over. In de Volvo zie je dat het merk vooruitstr­evend was op veiligheid­sgebied: de PV544 heeft driepuntsg­ordels, in die tijd was dat hoogst modern. Minder veilig zijn de trommelrem­men voor en achter: ze piepen hevig en presteren zwak. De Volvo-motor heeft een mooie sonore brom. Er was overigens ook een sportieve versie van de viercilind­er motor uit de PV544, die maar liefst 90 pk leverde. De Kattenrug werd zelfs door de fabriek bij rally’s ingezet. Kroon op het succes was de winst in 1965 in de East African Safari Rallye, met achter het stuur de Keniaan Joginder Singh.

De Taunus blinkt meer uit door zijn veelzijdig­heid: er verschenen talrijke carrosseri­evormen. Hij was er als twee- of vierdeurs cabriolet, er was een verlengde versie met zes zitplaatse­n en je kon hem ook als busje kopen. Zowel van de PV544 als van de Taunus verscheen een stationwag­on. De Volvo PV210

Duett werd zelfs nog vier jaar langer geproducee­rd en had in tegenstell­ing tot de PV544 geen zelfdragen­de carrosseri­e, maar een separaat ladderchas­sis.

Succesvoll­e Volvo

De popularite­it van de gebochelde carrosseri­e duurde niet lang. De ronde vormen raakten al in de jaren vijftig gedateerd. Volvo leverde sinds 1956 de P121, beter bekend als Amazon, een moderne sedan die ook als vierdeurs en Combi te koop was. Toch hield de PV544 het nog lang uit naast de Amazon; pas in 1965 stopte de productie. Meer dan 20 jaar had de Kattenrug in het gamma gestaan, in die jaren wist hij 440.000 mensen te verleiden. De naoorlogse bochel-Taunus was veel minder succesvol: in 13 jaar tijd werden er 83.000 gesleten. Toch is de Taunus een klinkende naam in de Ford-geschieden­is: vele gedaanten en diverse generaties later, ruimde hij pas in 1983 het veld om plaats te maken voor de Sierra.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands