OPEL MANTA A
Het succes van de in 1969 gepresenteerde Ford Capri vroeg om een gepaste reactie van concurrent Opel. Die kwam bliksemsnel, in de vorm van de Opel Manta. Net als zijn rivaal verborg de Manta bekende, alledaagse techniek onder zijn sportieve huid.
De tand des tijds is meedogenloos. Talloze automodellen die ooit het straatbeeld van onze jeugd bepaalden, verdwijnen als sneeuw voor de zon. Auto’s die ooit de pos‑ ters op onze jongenskamers sierden en onze vaders en grootvaders naar hun werk brachten, zijn stilgezet, verwaarloosd en ten slotte als oud ijzer verschroot. Zo werden bestsellers zeldzame verschijningen, waarvan we nu pas de waarde gaan inzien, omdat er allerlei emoties en herinneringen naar boven komen als we er onverwachts eentje tegenkomen.
Jongensdroom
Een goed voorbeeld is de Opel Manta. Zo’n typische seventies‑auto die alleen al door zijn vloeiende coupélijnen menig jongens‑ en man‑ nenhart sneller liet kloppen. En het mooie was, dat de sexy coupé door zijn bescheiden prijzen voor heel veel mensen bereikbaar was. Des te ongelooflijker is het dat er van de Manta, waar‑ van er tussen 1970 en 1975 ongeveer een half miljoen van de band liepen, maar zo weinig zijn overgebleven. Voor zover wij hebben kunnen nagaan, gaat het in ons land om enkele tiental‑ len en zelfs bij onze oosterburen staan er maar 700 Manta’s A geregistreerd. Grootste boos‑ doener: roest – niet ongebruikelijk bij auto’s uit de jaren zeventig. Overigens heeft de roest‑ duivel niet pas de afgelopen paar jaar zijn slag geslagen onder die arme ouwetjes. De meeste Manta’s waren al na een jaar of tien ernstig ge‑ corrodeerd, waardoor hun aantal halverwege de jaren tachtig was gedecimeerd.
Vooral na de invoering van de apk in 1985 zijn veel Manta’s naar de eeuwige schrootvelden vertrokken. Bij menig tien tot vijftien jaar oude Manta luidde het meedogenloze oordeel van de keurmeester: ‘rijp voor de sloop’. En zo eindig‑ den talloze exemplaren van deze voormalige jongensdromen in een keurig pakketje schroot.
Laatste mode
Zeker mannen die ooit voor de charmes van de Manta A vielen, zullen hun hart ophalen bij het aanschouwen van de donkerrode Manta Berlinetta uit 1975 in dit artikel. Onder de kap ligt geen bescheiden 1,2‑ of 1,6‑liter motor, maar een heuse 1.9 met een krasse 90 pk. In tegenstel‑ ling tot knalgroen, knalgeel, knaloranje en donkerbruin was donkerrood geen modekleur in de seventies, maar als concessie naar de laat‑ ste mode heeft de eerste eigenaar zijn bolide in 1975 wel laten voorzien van een donkerbruin vinyldak. Ook binnenin voert donkerrood de boventoon, zelfs de tunnelconsole is in deze kleur uitgevoerd. De nephouten panelen rond de instrumenten en op de portieren zijn mooie voorbeelden van ‘seventies‑chic’ en kleuren mooi bij het dak.
Een Manta A in deze originele staat is een zeldzaamheid, bovendien geven de eenvoudige, vloeiende coupélijnen de auto een tijdloze schoonheid. Toch halen veel klassiekerliefheb‑ bers de neus voor hem op. Dat er twee grote namen in de auto‑industrie aan zijn wieg ston‑ den, vinden ze blijkbaar niet van belang.
Giugiaro en Cousteau
Die twee grote namen behoren toe aan design‑ chef Chuck Jordan en directeur Bob Lutz van General Motors. Beide mannen kregen in 1969 een dikke vinger in de pap bij de ontwik‑ kelingsafdeling van Opel in Rüsselsheim. Ze zagen met lede ogen aan hoe Ford in 1969 de show stal met de Capri, in feite een Europese variant op de in de VS mateloos populaire Mustang. Als antwoord op de Capri bedach‑ ten Jordan en Lutz de Manta, die ze naast de reeds in ontwikkeling zijnde Ascona in het programma wilden opnemen. Daarbij maak‑ ten ze gretig gebruik van bestaande onderde‑ len. In het geval van de Manta (en de Ascona) werden de schappen van de Kadett en de Rekord geplunderd, wat de ontwikkelings‑ en inkoopkosten lekker laag hield.
De eerste prototypen hadden nog dezelfde neus als de Ascona, maar Jordan wist er voor de Manta uiteindelijk een geheel eigen, veel sportiever front door te drukken. Desondanks was de auto zo snel productierijp, dat Opel op het laatste moment nog even een ‘snelle’ modelnaam moest verzinnen. Wederom was het Jordan die het voortouw nam en Giorgetto Giugiuaro belde. Diens designstu‑ dio ItalDesign had een auto met de naam Manta gebouwd en Jordan kreeg Giugiaro zo ver dat hij de rechten op deze modelnaam voor 10.000 mark (nog geen 5000 euro) aan General Motors verkocht. En zo kreeg de sportieve Opel de naam van de mantarog, een sierlijke maar niet altijd ongevaarlijke oceaanbewoner.
Om een passend modellogo voor de Manta te ontwerpen, ging de tweede man van Opels ontwerpafdeling, George Gallion, dan ook op bezoek bij Jacques Cousteau. Deze Franse ontdekkingsreiziger en zee‑onderzoeker was destijds mateloos populair onder het televi‑ sie kijkende publiek en in het pre‑YouTube‑ tijdperk was Cousteau de ideale bron om alles te weten te komen over de vormen en de anatomie van de mantarog. Het stijlvolle resultaat van Gallions inspanningen werd bij Manta’s van de eerste modeljaren onder aan de voorspatborden geplaatst en samen met de diverse aluminium en rvs sierlijsten behoort het nu tot de moeilijkst verkrijgbare Manta‑onderdelen.
Vooral na de invoering van de apk zijn veel Manta’s in een pakketje schroot geëindigd.
Amerikaanse import
De schaarste van Manta‑onderdelen blijft ech‑ ter niet beperkt tot de glimmende sierdelen. Ook grotere carrosseriepanelen zijn zeer lastig te vinden ‑ op is op. Voor de meeste interieur‑ delen en bekledingsstoffen geldt hetzelfde. Sterker nog, het zeldzame donkerrode rib‑ fluweel in de auto op deze pagina’s is zelfs voor de extreem goed ingevoerde ‘Mantoloog’ een probleemgeval. Gouden tip: bestudeer zorgvuldig de brochures van Amerikaanse GM‑ modellen uit de jaren zeventig. Soms werden de daarvoor gebruikte bekledingsstoffen in een later stadium ook in Opels toegepast en in Amerika zijn die stoffen vaak nog wél nieuw verkrijgbaar.
Als je heel graag een Manta A wilt heb‑ ben, maar geen zin hebt in dit soort moei‑ zame zoektochten, moet je dus op zoek naar een auto met een compleet en net interieur. Daarnaast is een gezonde carrosserie belang‑ rijker dan in topconditie verkerende techniek. Ligt er een bescheiden 1.6’je in matige conditie onder de kap in plaats van de begeerde 1.9 maar is de auto verder goed? Staak de jacht en tel je zegeningen, het aanpakken van de tech‑ niek is stukken eenvoudiger en minder kost‑ baar dan het restaureren van het plaatwerk.
Met uitzondering van de GT/E waren alle Manta’s nogal bescheiden gemotoriseerd, zeker met moderne ogen bezien. Maar ter‑ wijl de instapversies vaak kalm zijn bereden door mensen die de Manta puur vanwege zijn elegante vormen kochten, zijn de ‘dikkere’ versies vaak door volgaspiloten naar de gal‑ lemiezen gereden. Als je geluk hebt, zijn die al voorzien van een nieuwe aandrijflijn, maar voor hetzelfde geld zit er een totale revisie aan te komen.
Waardevol stiefkind
Vanwege zijn zeer bruikbare kofferbak, prima comfort en foolproof rijeigenschappen gold de Manta in zijn hoogtijdagen al meer als elegante coupé voor alledag dan als sportief rij‑ijzer. Bijna 50 jaar na dato is dat nog veel sterker het geval. De 1.6 en de 1.9 met hun zijdelings in de cilinderkop geplaatste nokkenas (cam in head) hebben een goedmoedig karakter en bieden al bij lage toerentallen voldoende trek‑ kracht. Hoge toerentallen kun je beter mijden, want daaraan hebben de meeste Manta’s een broertje‑dood. Uitzondering op deze regel is de zeer exclusieve Manta 2800 TE. Hiervan zijn slechts 79 stuks gebouwd door het Belgische bedrijf Transeurop Engineering. Met pijn en moeite lepelde deze firma de 2,8‑liter zes‑ in‑lijn uit de Commodore in de motorruimte van de Manta 1.9 SR. Maar dat volstond niet. Ook het koelsysteem, de transmissie, de achteras en de motorkap moesten worden aangepast. Opel wilde niets met het project te maken hebben en verordonneerde dat alle Opel‑logo’s werden verwijderd en vervangen door TE‑badges. Uiteindelijk resulteerden de inspanningen van Transeurop Engineering in de snelste Manta A ooit. Met zijn 145 pk knalde hij in 7,5 tellen naar 100 km/h. Vrijwel alle TE’s werden via Opel‑tuners Steinmetz en Irmscher naar Duitsland geëxporteerd. Ironisch genoeg is dit stiefkind, een Manta zonder Opel‑logo’s, de Manta A die onder lief‑ hebbers het meest gewild is en dientengevolge de hoogste prijzen opbrengt.