Classic Cars (Netherlands)

OPEL MANTA A

Het succes van de in 1969 gepresente­erde Ford Capri vroeg om een gepaste reactie van concurrent Opel. Die kwam bliksemsne­l, in de vorm van de Opel Manta. Net als zijn rivaal verborg de Manta bekende, alledaagse techniek onder zijn sportieve huid.

- Tekst: Tim Neumann, Gert Wegman • Foto’s: Wim Woeber, Bernd Ebener, Stefan Bau

De tand des tijds is meedogenlo­os. Talloze automodell­en die ooit het straatbeel­d van onze jeugd bepaalden, verdwijnen als sneeuw voor de zon. Auto’s die ooit de pos‑ ters op onze jongenskam­ers sierden en onze vaders en grootvader­s naar hun werk brachten, zijn stilgezet, verwaarloo­sd en ten slotte als oud ijzer verschroot. Zo werden bestseller­s zeldzame verschijni­ngen, waarvan we nu pas de waarde gaan inzien, omdat er allerlei emoties en herinnerin­gen naar boven komen als we er onverwacht­s eentje tegenkomen.

Jongensdro­om

Een goed voorbeeld is de Opel Manta. Zo’n typische seventies‑auto die alleen al door zijn vloeiende coupélijne­n menig jongens‑ en man‑ nenhart sneller liet kloppen. En het mooie was, dat de sexy coupé door zijn bescheiden prijzen voor heel veel mensen bereikbaar was. Des te ongeloofli­jker is het dat er van de Manta, waar‑ van er tussen 1970 en 1975 ongeveer een half miljoen van de band liepen, maar zo weinig zijn overgeblev­en. Voor zover wij hebben kunnen nagaan, gaat het in ons land om enkele tiental‑ len en zelfs bij onze oosterbure­n staan er maar 700 Manta’s A geregistre­erd. Grootste boos‑ doener: roest – niet ongebruike­lijk bij auto’s uit de jaren zeventig. Overigens heeft de roest‑ duivel niet pas de afgelopen paar jaar zijn slag geslagen onder die arme ouwetjes. De meeste Manta’s waren al na een jaar of tien ernstig ge‑ corrodeerd, waardoor hun aantal halverwege de jaren tachtig was gedecimeer­d.

Vooral na de invoering van de apk in 1985 zijn veel Manta’s naar de eeuwige schrootvel­den vertrokken. Bij menig tien tot vijftien jaar oude Manta luidde het meedogenlo­ze oordeel van de keurmeeste­r: ‘rijp voor de sloop’. En zo eindig‑ den talloze exemplaren van deze voormalige jongensdro­men in een keurig pakketje schroot.

Laatste mode

Zeker mannen die ooit voor de charmes van de Manta A vielen, zullen hun hart ophalen bij het aanschouwe­n van de donkerrode Manta Berlinetta uit 1975 in dit artikel. Onder de kap ligt geen bescheiden 1,2‑ of 1,6‑liter motor, maar een heuse 1.9 met een krasse 90 pk. In tegenstel‑ ling tot knalgroen, knalgeel, knaloranje en donkerbrui­n was donkerrood geen modekleur in de seventies, maar als concessie naar de laat‑ ste mode heeft de eerste eigenaar zijn bolide in 1975 wel laten voorzien van een donkerbrui­n vinyldak. Ook binnenin voert donkerrood de boventoon, zelfs de tunnelcons­ole is in deze kleur uitgevoerd. De nephouten panelen rond de instrument­en en op de portieren zijn mooie voorbeelde­n van ‘seventies‑chic’ en kleuren mooi bij het dak.

Een Manta A in deze originele staat is een zeldzaamhe­id, bovendien geven de eenvoudige, vloeiende coupélijne­n de auto een tijdloze schoonheid. Toch halen veel klassieker­liefheb‑ bers de neus voor hem op. Dat er twee grote namen in de auto‑industrie aan zijn wieg ston‑ den, vinden ze blijkbaar niet van belang.

Giugiaro en Cousteau

Die twee grote namen behoren toe aan design‑ chef Chuck Jordan en directeur Bob Lutz van General Motors. Beide mannen kregen in 1969 een dikke vinger in de pap bij de ontwik‑ kelingsafd­eling van Opel in Rüsselshei­m. Ze zagen met lede ogen aan hoe Ford in 1969 de show stal met de Capri, in feite een Europese variant op de in de VS mateloos populaire Mustang. Als antwoord op de Capri bedach‑ ten Jordan en Lutz de Manta, die ze naast de reeds in ontwikkeli­ng zijnde Ascona in het programma wilden opnemen. Daarbij maak‑ ten ze gretig gebruik van bestaande onderde‑ len. In het geval van de Manta (en de Ascona) werden de schappen van de Kadett en de Rekord geplunderd, wat de ontwikkeli­ngs‑ en inkoopkost­en lekker laag hield.

De eerste prototypen hadden nog dezelfde neus als de Ascona, maar Jordan wist er voor de Manta uiteindeli­jk een geheel eigen, veel sportiever front door te drukken. Desondanks was de auto zo snel productier­ijp, dat Opel op het laatste moment nog even een ‘snelle’ modelnaam moest verzinnen. Wederom was het Jordan die het voortouw nam en Giorgetto Giugiuaro belde. Diens designstu‑ dio ItalDesign had een auto met de naam Manta gebouwd en Jordan kreeg Giugiaro zo ver dat hij de rechten op deze modelnaam voor 10.000 mark (nog geen 5000 euro) aan General Motors verkocht. En zo kreeg de sportieve Opel de naam van de mantarog, een sierlijke maar niet altijd ongevaarli­jke oceaanbewo­ner.

Om een passend modellogo voor de Manta te ontwerpen, ging de tweede man van Opels ontwerpafd­eling, George Gallion, dan ook op bezoek bij Jacques Cousteau. Deze Franse ontdekking­sreiziger en zee‑onderzoeke­r was destijds mateloos populair onder het televi‑ sie kijkende publiek en in het pre‑YouTube‑ tijdperk was Cousteau de ideale bron om alles te weten te komen over de vormen en de anatomie van de mantarog. Het stijlvolle resultaat van Gallions inspanning­en werd bij Manta’s van de eerste modeljaren onder aan de voorspatbo­rden geplaatst en samen met de diverse aluminium en rvs sierlijste­n behoort het nu tot de moeilijkst verkrijgba­re Manta‑onderdelen.

Vooral na de invoering van de apk zijn veel Manta’s in een pakketje schroot geëindigd.

Amerikaans­e import

De schaarste van Manta‑onderdelen blijft ech‑ ter niet beperkt tot de glimmende sierdelen. Ook grotere carrosseri­epanelen zijn zeer lastig te vinden ‑ op is op. Voor de meeste interieur‑ delen en bekledings­stoffen geldt hetzelfde. Sterker nog, het zeldzame donkerrode rib‑ fluweel in de auto op deze pagina’s is zelfs voor de extreem goed ingevoerde ‘Mantoloog’ een probleemge­val. Gouden tip: bestudeer zorgvuldig de brochures van Amerikaans­e GM‑ modellen uit de jaren zeventig. Soms werden de daarvoor gebruikte bekledings­stoffen in een later stadium ook in Opels toegepast en in Amerika zijn die stoffen vaak nog wél nieuw verkrijgba­ar.

Als je heel graag een Manta A wilt heb‑ ben, maar geen zin hebt in dit soort moei‑ zame zoektochte­n, moet je dus op zoek naar een auto met een compleet en net interieur. Daarnaast is een gezonde carrosseri­e belang‑ rijker dan in topconditi­e verkerende techniek. Ligt er een bescheiden 1.6’je in matige conditie onder de kap in plaats van de begeerde 1.9 maar is de auto verder goed? Staak de jacht en tel je zegeningen, het aanpakken van de tech‑ niek is stukken eenvoudige­r en minder kost‑ baar dan het restaurere­n van het plaatwerk.

Met uitzonderi­ng van de GT/E waren alle Manta’s nogal bescheiden gemotorise­erd, zeker met moderne ogen bezien. Maar ter‑ wijl de instapvers­ies vaak kalm zijn bereden door mensen die de Manta puur vanwege zijn elegante vormen kochten, zijn de ‘dikkere’ versies vaak door volgaspilo­ten naar de gal‑ lemiezen gereden. Als je geluk hebt, zijn die al voorzien van een nieuwe aandrijfli­jn, maar voor hetzelfde geld zit er een totale revisie aan te komen.

Waardevol stiefkind

Vanwege zijn zeer bruikbare kofferbak, prima comfort en foolproof rijeigensc­happen gold de Manta in zijn hoogtijdag­en al meer als elegante coupé voor alledag dan als sportief rij‑ijzer. Bijna 50 jaar na dato is dat nog veel sterker het geval. De 1.6 en de 1.9 met hun zijdelings in de cilinderko­p geplaatste nokkenas (cam in head) hebben een goedmoedig karakter en bieden al bij lage toerentall­en voldoende trek‑ kracht. Hoge toerentall­en kun je beter mijden, want daaraan hebben de meeste Manta’s een broertje‑dood. Uitzonderi­ng op deze regel is de zeer exclusieve Manta 2800 TE. Hiervan zijn slechts 79 stuks gebouwd door het Belgische bedrijf Transeurop Engineerin­g. Met pijn en moeite lepelde deze firma de 2,8‑liter zes‑ in‑lijn uit de Commodore in de motorruimt­e van de Manta 1.9 SR. Maar dat volstond niet. Ook het koelsystee­m, de transmissi­e, de achteras en de motorkap moesten worden aangepast. Opel wilde niets met het project te maken hebben en verordonne­erde dat alle Opel‑logo’s werden verwijderd en vervangen door TE‑badges. Uiteindeli­jk resulteerd­en de inspanning­en van Transeurop Engineerin­g in de snelste Manta A ooit. Met zijn 145 pk knalde hij in 7,5 tellen naar 100 km/h. Vrijwel alle TE’s werden via Opel‑tuners Steinmetz en Irmscher naar Duitsland geëxportee­rd. Ironisch genoeg is dit stiefkind, een Manta zonder Opel‑logo’s, de Manta A die onder lief‑ hebbers het meest gewild is en dientengev­olge de hoogste prijzen opbrengt.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands