Classic Cars (Netherlands)

I LOVE 1993

In 1993 zat er een luchtje aan Porsche en waren de beren los bij Volkswagen. Ford bouwde een wereldauto en Renault danste de twist, de swing én de tango. Ondertusse­n rammelden twee nieuwe Koreaanse merken aan de poort en bedacht verkeersmi­nister Hanja Ma

- Tekst: Jaap Peters

Er zit een luchtje aan Porsche en de beren zijn los bij Volkswagen

Elke nieuwe Porsche 911 is groot nieuws. Maar in retrospect­ief is de onthulling van de Elfer in 1993 net even bijzonderd­er. Een Porsche 911 creëer je niet zomaar: vormgeving, motorgelui­d en rijeigensc­happen moeten aan strenge historisch­e eisen voldoen. Trouw aan het oermodel is van groot belang. Bij de 993 – zoals de interne benaming is – leek alles op z’n plaats te vallen. De pers was lyrisch over het design en de rijeigensc­happen. In vergelijki­ng met zijn voorganger was het onderstel beter, waren de remmen krachtiger en de banden breder. Bovendien daalden de onderhouds­kosten spectacula­ir dankzij een nieuw kleppensys­teem voor de motor. En dan dat onvervangb­are geluid van de luchtgekoe­lde boxermotor: Porsche had een Meisterstü­ck gecreëerd.

Luchtgekoe­ld. Het staat in kapitalen in de bijbel van de 911-adepten. Maar zoals bekend, kreeg de opvolger van de 993 een boxermotor die met water werd gekoeld. De Porsche 993 werd er nog legendaris­cher door en is 25 jaar na zijn introducti­e een van de meest gewilde 911’s. Minder bekend is dat de 993 ook de laatste Porsche 911 was waarbij de zijspiegel­s links en rechts asymmetris­ch gemonteerd waren. Dat gebeurde al sinds 1972, toen je voor het eerst een 911 met tweede buitenspie­gel kon bestellen. Een ontwerpfou­tje, dat pas bij de

996 werd rechtgezet. Daar werden de spiegels symmetrisc­h tegen de raamstijle­n geschroefd.

Een bijzonder Brits verhaal

Er was meer groot sportwagen­nieuws in 1993. Zo presenteer­de Aston Martin de DB7, die overigens pas in 1994 in productie ging. Op de autosalon van Genève, in maart 1993, kon iedereen hem al in het echt bewonderen. Het ontstaan van de Aston Martin hangt van toevalligh­eden aan elkaar. De DB7 komt voort uit een sportwagen van Jaguar, die nooit het daglicht zou zien. Deze auto zou F-Type gaan heten. Jaguar was al in een vergevorde­rd stadium met de ontwikkeli­ng ervan. Ford werd tijdens het proces eigenaar van Jaguar en haalde een dikke streep door het project: de auto was te zwaar en te groot. Het leverde een flinke financiële strop op, maar toch is de afloop sprookjesa­chtig. De jonge ontwerper Ian Callum toverde op basis van de F-Type alsnog twee meesterwer­ken uit zijn pen: de DB7 en de latere Jaguar XK. Het verhaal wordt nog mooier als in 2014 het doek gaat van een nieuwe sportwagen van Jaguar: de bloedstoll­end mooie F-Type. De designer? Ian Callum.

Ook Italië roerde zich. De kleine fabrikant De Tomaso, in de jaren zeventig eigenaar van Maserati, presenteer­de de Guarà. Tot het faillissem­ent van De Tomaso in 2004 werden ongeveer 50 stuks van deze zeldzame sportwagen gebouwd. De Guarà was er als coupé en als cabrio. De vierliter V8-motor met 272 pk werd geleend van BMW.

De Jaguar F-Type werd pas in 2014 gepresente­erd, maar bestond al in 1993.

Duitse beren

BMW had goed nieuws te melden voor mensen met een niet al te grote portemonne­e. Dankzij de introducti­e van de 3-serie Compact had BMW een nieuwe instapper, die je voor minder dan 50.000 gulden kocht. Aanvankeli­jk was de Compact er alleen met een 1,6-liter motor met 102 pk, later volgden meer varianten. De 3 Compact ruimde in 2004 het veld voor de 1-serie.

Het belangrijk­ste nieuws van de Grote Drie uit Duitsland was in 1993 de Mercedes C-klasse (W202). Hij volgde de succesvoll­e 190 op, waarvan liefst 1,8 miljoen exemplaren waren verkocht. Wie eerst een 190 reed en overstapte naar de C-klasse, was aangenaam verrast door de standaard airbag. Ook een toerentell­er kreeg je voor niets. Wel moest je bijbetalen voor een skiluik, maar dat deed de Mercedes-rijder graag, want bij de 190 was er überhaupt geen doorlaadmo­gelijkheid. Grote vraag was of de C-klasse het succes van de 190 kon overtreffe­n. En jawel: de boekhouder van Mercedes constateer­de aan het einde van de levenscycl­us tevreden dat de teller op 1.847.382 stuks stond.

De C-klasse werd in mei 1993 geïntroduc­eerd. Nederlands­e belangstel­lenden hoefden niet per se een autoblad te kopen om te kijken hoe de Mercedes eruitzag. Sinds die maand leverde XS4ALL iets nieuws aan particulie­ren: Internet, toen nog trots met hoofdlette­r geschreven. Al was het de vraag of je toen gemakkelij­k een plaatje van de Mercedes C-klasse zou vinden op het wereldwijd­e web, want zoekmachin­es als Google lieten nog jaren op zich wachten.

Er was in 1993 ook nieuws over neusberen. Niet uit de steppen van Argentinië, waar ze op hagedissen jagen, maar uit Wolfsburg. ‘Neusbeer’ was de bijnaam van de Volkswagen Passat uit 1988, met zijn minimalist­ische voorkant zonder grille. De beer was los toen de conservati­eve Volkswagen-kopers deze auto onder ogen kregen. Een voorkant zonder grille vonden ze veel te gewaagd, vandaar dat deze bij een ingrijpend­e facelift in de herfst van 1993 terugkeerd­e. De nieuwe grille stond bekend als de

Happy Face.

De Koreanen komen

Nederland maakte in 1993 kennis met twee nieuwe merken uit Zuid-Korea. SsangYong kwam met de Musso op de proppen. Motorisch had niemand klachten over deze auto: zowel de benzine- als de dieselmoto­ren werden bij Mercedes ingekocht. Maar dat design! SsangYong dacht slim te zijn door een Europese ontwerper aan te nemen. Ken Greenley, die colleges over autodesign gaf aan het Royal College of Art in Londen, mocht aan de slag bij de Koreanen. Greenley dacht wellicht dat dit een mooie kans was om onsterfeli­jk te worden. Hij bedacht naast de Musso (1993) ook de Rodius (2004). Laten we het zo zeggen: we verwachten niet dat de auto’s ooit top-

Het leukste wat we kunnen melden over de SsangYong Lusso, is dat dit het Koreaanse woord is

voor neushoorn.

stukken worden bij een veiling van Bonhams. Het leukste wat we kunnen melden over de Lusso, is dat dit het Koreaanse woord is voor neushoorn.

Ook bij het andere nieuwe merk uit Zuid-Korea was het aanvankeli­jk maar de vraag of er succes zou komen. Kia liet Nederland in 1993 kennis maken met de op de Mazda 323 gebaseerde Sephia. De auto kon geen potten breken, maar met Kia kwam alles goed. Het is, na de overname door Hyundai in 1998, inmiddels een gevestigde naam in de autowereld.

Wie een Musso of een Sephia had gekocht, had in 1993 al veel kans op fileleed. Vooral in de Randstad liepen de wegen snel vol. Minister Hanja Maij-Weggen meende een slimme oplossing te hebben bedacht: langs de A1 had ze een carpoolstr­ook laten aanleggen. Je mocht er alleen overheen rijden als je met drie of meer mensen in de auto zat. Het idee was leuk: hard langs de file scheuren, terwijl je met je reisgenote­n de voetbaluit­slagen en de scharrels van de directeur doorneemt. Toch werd het een flop: haar voorganger, Tjerk Westerterp, liet zich op de dag van de opening al bekeuren terwijl hij in z’n eentje in de auto zat. Westerterp wilde een proefproce­s uitlokken. Niet zo fijn voor de pr-campagne van Maij-Weggen. Bovendien bleken mensen liever in de file te staan met een ochtendhum­eur dan over de carpoolstr­ook te rijden met koffie knoeiende en flauwe moppen vertellend­e collega’s. De peperdure strook van MaijWeggen werd al na krap een jaar in een wisselstro­ok veranderd en verdween met de recente verbreding van de A1.

Franse baby’s

Ondertusse­n zong Nederland mee met de nummer 1-hits No Limit van 2 Unlimited, What’s Up van de 4 Non Blondes en Mr. Blue van René Klijn. En met een Franse peuter, Jordy, die een Europese hit scoorde met Dur dur d’être bébé. Gelukkig was niet alles wat uit Frankrijk kwam, tenenkromm­end. Bij Renault

werden de eerste auto’s gepresente­erd die bedacht werden onder leiding van hoofdontwe­rper Patrick Le Quément. Eind jaren tachtig kreeg hij bij zijn aanstellin­g de taak om voor opschuddin­g te zorgen, na saaie flops als de R9 en de R11. Die opschuddin­g kwam er met de Twingo, een samenvoegi­ng van de woorden twist, swing en tango. Alles aan deze auto was anders: zijn merkwaardi­ge vormgeving, zijn digitale dashboard en zijn verbijster­ende hoeveelhei­d binnenruim­te. Nota bene een 10 jaar oud prototype van de Poolse fabrikant FSM, de Beskid, diende als inspiratie­bron voor de Twingo. Renault ontkent dit, maar na een Google-rondje (internette­n is sinds 1993 iets gemakkelij­ker geworden) zijn de overeenkom­sten frappant … Hoe dan ook rinkelde de kassa bij Renault: er werden 2,6 miljoen Twingo’s van de eerste generatie verkocht. De auto werd een designklas­sieker.

Citroën kwam ook met een belangrijk model: de Xantia, die de succesvoll­e BX opvolgde. Een hydropneum­atisch veersystee­m was toen nog vanzelfspr­ekend bij elke grote Citroën. Bij de Xantia kon je voor het eerst variëren tussen een sport- en een comfortsta­nd. Peugeot presenteer­de de 306. In tegenstell­ing tot zijn voorganger, de 309, werd het een verkoopsuc­ces.

De sedan en de ranke, door Pininfarin­a getekende 306 Cabriolet kwamen een jaar later. Pas in 1997 volgde de Break.

Opvolger voor de Montego

Rover was in 1993 nog alive and kicking en kwam met de 600. Hij deelde zijn techniek met de Honda Accord. Echt moeilijk was het niet om enthousias­t te zijn over de Rover 600, als je bedenkt dat zijn voorganger de Austin Montego was. Over enthousias­me gesproken: wat vindt u van de Suzuki Wagon R+? Hij werd in 1993 in Japan gepresente­erd, maar kwam pas in 1997 naar Nederland. In de jaren erna kon je de klok erop gelijkzett­en dat je er eentje aantrof op de parkeerpla­ats van een bejaardenf­lat. Opel kwam met zijn eigen versie: de Agila.

Nederland keek in mei hoe Feyenoord kampioen werd. FC Groningen werd met 5-0 verslagen en het John de Wolf-petje was rond Rotterdam een mateloos populair accessoire. Bij Fiat hadden ze andere dingen aan hun hoofd: daar werd hard gewerkt aan de opvolger van de Uno. Dat werd de Punto. De auto was in 1993 nog niet overal leverbaar, dus kon hij pas in 1994 meedoen met de toen nog prestigieu­ze titel Auto van het Jaar. De Nissan Micra was titelhoude­r in 1993 en gaf het stokje eind dat jaar over aan de Ford Mondeo. Die naam had Ford niet toevallig gekozen. De Mondeo was geen auto voor één specifieke markt, maar voor de hele wereld. Anders dan zijn voorganger Sierra, had hij voorwielaa­ndrijving. Twee beroemde

Liever in de file met een ochtendhum­eur

dan op de carpoolstr­ook met

je collega.

mannen hielpen mee aan het succes van de Mondeo. Voormalig Formule 1-coureur Jackie Stewart was betrokken bij de afstemming van het onderstel, terwijl Queen-gitarist Brian May met Driven by You een passend nummer bij de tv-reclame schreef.

Op 31 december 1993 keek Nederland naar Jeetje

meteetje, ’t was me het jaartje wel, een soort oudejaarss­how met Paul de Leeuw. Of de autoverkop­ers een vrolijk oud en nieuw beleefden, is maar de vraag, want met 391.934 verkochte auto’s was 1993 een bijzonder mager jaar. Het jaar staat nu nog steeds in de top vijf van minst vette jaren in de afgelopen vier decennia.

 ??  ??
 ??  ?? Eén van de eerste meesterwer­ken van Ian Callum: de Aston Martin DB7.De Guarà betekende de zwanenzang van het kleine Italiaanse merk De Tomaso.Achteraf bleek de Porsche 993 de laatste luchtgekoe­lde 911. Mede daarom is-ie ongekend populair als klassieker.
Eén van de eerste meesterwer­ken van Ian Callum: de Aston Martin DB7.De Guarà betekende de zwanenzang van het kleine Italiaanse merk De Tomaso.Achteraf bleek de Porsche 993 de laatste luchtgekoe­lde 911. Mede daarom is-ie ongekend populair als klassieker.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands