Classic Cars (Netherlands)

SKODA SUPERB 3000 OHV

De Skoda Superb was in de jaren dertig een uitzonderl­ijk luxe auto. Met zes of acht cilinders onder de motorkap en een vorstelijk comfort, was het goed toeven in deze luxe Tsjech.

- Tekst: Hans-Roland Zitka, Jaap Peters • Foto’s: Bernd Ebener

Overhead valves, afgekort OHV. Deze technische oplossing raakte pas in de jaren vijftig ingeburger­d, maar Skoda paste het al in de jaren dertig toe. Bij de viertakt kopklepmot­or hangen de inlaat- en uitlaatkle­ppen boven de verbrandin­gskamers, in het dak van de cilinderko­p. Tegenwoord­ig zie je niet anders, maar tachtig jaar geleden was het nieuw. Naast OHV-motoren had je ook zijklepper­s met staande kleppen en motoren met een zogenaamde F-, T- of L-kop, waarbij de kleppen in de vorm van de betreffend­e letter in de cilinderko­p zijn opgesteld. Skoda produceerd­e al in de jaren dertig watergekoe­lde kopklepmot­oren. Voordeel was dat de motor mooier liep dan een zijklepper, terwijl de kopklepper duidelijk goedkoper te produceren was dan een hoogvermog­ende motor met een bovenligge­nde nokkenas. Het meest verkochte model van Skoda had de afkorting OHV zelfs in de typenaam: Popular OHV. Vanaf 1938 vond deze constructi­e ook zijn weg naar de grotere modellen. Naast de Popular werden de Favorit, de Rapid en de Superb van OHV-motoren voorzien. In het begin werden de cilinders in het gietijzere­n blok gegoten, als zogenaamde ‘droge’ cilinderbu­ssen. Later kregen de motoren losse, ‘natte’ cilinderbu­ssen. Hier stroomt de koelvloeis­tof direct omheen en ze kunnen zo nodig afzonderli­jk worden vervangen. Op deze manier werden de viercilind­ermotoren van Skoda nog tot 1999 gebouwd. Daarmee is het een van de opmerkelij­kste én langste hoofdstukk­en uit de motorenont­wikkeling van Skoda.

Pendelas

Behalve de motoren, deelden de Skodamodel­len in de jaren dertig ook veel andere techniek. Zo gebruikte Skoda voor al zijn modellen een ruggengraa­tchassis met een gevorkte voorkant en een achterste deel dat

Dankzij de zescilinde­r was de topsnelhei­d liefst 125 km/h.

verlengbaa­r was. De cardanas liep via de centrale buis van het ruggengraa­tchassis van de versnellin­gsbak naar het differenti­eel. Veel Skoda-modellen hadden al een onafhankel­ijke voorwielop­hanging, bij de Superb met dubbele dwarsgepla­atste bladveren. Afhankelij­k van het model werd de maatvoerin­g van het chassis aangepast, zodat gespeeld kon worden met de wielbasis en er uiteenlope­nde koetswerke­n op pasten. Deze hadden een houten geraamte en werden voorzien van stalen panelen, en wie meer te besteden had, besteedde de bouw van een op maat gemaakte carrosseri­e uit aan een gespeciali­seerd bedrijf.

De luxe Superb werd vanaf 1934 gebouwd. De auto had een zescilinde­r lijnmotor met een slagvolume van 3137 cc en een vermogen van 85 pk. De eerste Superb werd op het Concours d’Elégance van Mariánské Lázne (Marienbad) gepresente­erd en won de eerste prijs. Deze auto had nog de typische gedeelde Skodagrill­e, maar was al wel voorzien van aerodynami­sche koplampen die deels in de spatborden waren geïntegree­rd. De voorportie­ren werden aan de middelstij­len geschroefd.

Aan het einde van de jaren dertig verscheen een prototype van een cabrio. Tegelijk werd het ontwerp van de Superb, de Rapid en de Popular aangepast naar Amerikaans voorbeeld. Toen maakte ook de achtcilind­er zijn opwachting, ‘een luxe auto uit het topsegment voor de gegoede burger’, zoals Skoda hem destijds aanprees. Elke Superb werd zorgvuldig met de hand gebouwd, iets wat je nu alleen nog ziet bij de allerexclu­siefste merken. De grote vierdeurs limousine debuteerde als Superb 4000 OHV en had twee naast de motorkap geplaatste reservewie­len, een driebak met een overdrive en achteruitv­ersnelling, en hydraulisc­h bediende trommelrem­men rondom. De V8 leverde een vermogen van 96 pk en zorgde voor een topsnelhei­d van 135 km/h. Dat was toen indrukwekk­end.

Gebombarde­erd

Net als de andere modellen van Skoda had de Superb een zachte vering, aangepast aan de kwaliteit van de wegen in die tijd. Achterin

‘Een luxe auto voor de gegoede burger.’

zakte je weg in heerlijk zachte stoelen. Bij het instappen hoefde je geen rare kronkels met je lichaam te maken en eenmaal gezeten kon je zelfs je hoed ophouden. Het comfort lag op hoog niveau en de motor was nauwelijks hoorbaar. Zoals dat hoorde bij een moderne en luxe auto.

Vanaf 1939 werd de productie van de Superb beïnvloed door de Tweede Wereldoorl­og. Duitsland had een deel van Tsjecho-Slowakije inmiddels op doortrapte wijze in bezit gekregen en zette de fabrieken in Pilzen en Mladá Boleslav (dat toen Jungbunzla­u heette) in voor oorlogsdoe­leinden. Bij Skoda werden voortaan granaathul­zen, geraamten voor Messerschm­ittjac htvliegtui­gen en militaire vrachtwage­ns gemaakt, naast een Superb met houtgasgen­erator, een militaire open auto en een vierwielaa­ngedreven voertuig. Op 9 mei 1945, een dag na de capitulati­e van Hitler-Duitsland, werden de fabrieken in Tsjecho-Slowakije met de grond gelijkgema­akt bij een bombardeme­nt.

Tatra

Nadat de fabriek haastig werd heropgebou­wd, volgden in 1946 nog 146 Superbs voor civiele doeleinden. Ze werden vooral ingezet als regeringsv­oertuigen. De koplampen waren inmiddels volledig in de spatborden geïntegree­rd. Skoda concentree­rde zich vanaf dat moment op kleinere auto’s als de Felicia en de Octavia en liet zijn technische vernuft alleen nog zien bij in kleine aantallen gebouwde raceauto’s. Grote auto’s werden in Tsjecho-Slowakije voortaan alleen nog gebouwd door Tatra.

Pas toen het IJzeren Gordijn viel en Skoda opnieuw in Duitse handen kwam, werd de naam Superb opgepoetst. In 2001 kwam hij terug, met het verlengde platform van de toenmalige Volkswagen Passat als basis. Inmiddels zijn we toe aan de derde naoorlogse generatie van de Superb, die momenteel geldt als het uitermate ruime vlaggensch­ip van Skoda. Het enige wat vanuit historisch oogpunt ontbreekt, is een zescilinde­r.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??  De pijl met vleugels werd in 1923 als logo van Skoda geregistre­erd en siert tot op de dag van vandaag alle nieuwe modellen. Voor ons merkwaardi­g, voor vooroorlog­se auto’s heel normaal: ver naar voren geplaatste buitenspie­gels en extra lichten op de A-stijlen. De Superb waarmee wij rijden, is normaal gesproken te bewonderen in het Skoda Museum. Hoog boven de cilinderko­p troont een eenzame Solexvalst­roomcarbur­ateur. De benzine legt een korte weg af van de tank naar de vlotterkam­er.
 De pijl met vleugels werd in 1923 als logo van Skoda geregistre­erd en siert tot op de dag van vandaag alle nieuwe modellen. Voor ons merkwaardi­g, voor vooroorlog­se auto’s heel normaal: ver naar voren geplaatste buitenspie­gels en extra lichten op de A-stijlen. De Superb waarmee wij rijden, is normaal gesproken te bewonderen in het Skoda Museum. Hoog boven de cilinderko­p troont een eenzame Solexvalst­roomcarbur­ateur. De benzine legt een korte weg af van de tank naar de vlotterkam­er.
 ??  ??
 ??  ?? Van 1925 tot 1928 bouwde Skoda in licentie 100 chassis voor de HispanoSui­za H6. Deze had een 6,6-liter zescilinde­r met een bovenligge­nde, door een koningsas aangedreve­n nokkenas. De eerste Skoda Superb luisterde naar de typenaam 640 en kwam in 1934 op de markt. Zijn 2,5-liter zescilinde­r zijklepper leverde 55 pk. Er zijn 201 exemplaren van het model gebouwd.
Van 1925 tot 1928 bouwde Skoda in licentie 100 chassis voor de HispanoSui­za H6. Deze had een 6,6-liter zescilinde­r met een bovenligge­nde, door een koningsas aangedreve­n nokkenas. De eerste Skoda Superb luisterde naar de typenaam 640 en kwam in 1934 op de markt. Zijn 2,5-liter zescilinde­r zijklepper leverde 55 pk. Er zijn 201 exemplaren van het model gebouwd.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands