Nieuwe bootloader voor de Pi
wordt geïnstalleerd. Om te zorgen dat de nieuwe bootloader bij de volgende keer opstarten van Raspbian permanent opgeslagen wordt, moet je aan het einde van het bestand /boot/config.txt de regel
program_usb_boot_mode=1
toevoegen – ook wanneer je voortaan via ethernet wilt booten. Met sudo reboot start je de Pi vervolgens opnieuw op.
Om een usb-bootschijf te maken, is het voldoende om het voor de sd-kaart bedoelde Raspbian 1:1 op de usb-drive te zetten, waardoor twee partities aangemaakt worden. Op de eerste, de bootpartitie moet in het bestand cmdline.txt de schijfaanduiding voor het root-bestandssysteem veranderd worden van mmcblk0p in sda. Hetzelfde geldt voor het bestand /etc/fstab op de tweede partitie. Bovendien kopieer je de bestanden start.elf en bootcode.bin uit de Git-repository van de Raspbian-ontwikkelaars naar de eerste partitie.
Door de ethernetboot-ondersteuning van de nieuwe bootloader heeft de Pi helemaal geen flashgeheugenkaartje meer nodig, wat erg handig is voor het gebruik van Pi's op school en bij workshops en ook voor het headless-gebruik van de minicomputer. Daarvoor heb je wel een aparte tftp- en nfs-server nodig. Dat kan bijvoorbeeld een tweede Pi zijn. Het inrichten hiervan vergt behoorlijk wat handwerk. Zie de link onderaan voor de uitgebreide tutorial op raspberrypi.org.