Mekka van de elektronica
Consumer Electronics Show 2017: een terugblik
Autonome auto's, verschillende reality's, ultradunne en high-res displays, Dolby Atmos en nog veel meer was er in de eerste week van januari op de CES in Las Vegas te bewonderen. We kijken terug op de belangrijkste zaken.
De CES bestond dit jaar een halve eeuw. Toen het evenement in 1967 zijn deuren opende, destijds nog in New York, waren er 117 standhouders, waaronder Philips. Hot items waren toen stereogeluid, transistorradio's en kleurentelevisies. Vijftig jaar later spelen giganten en start-ups uit de computerbranche en autofabrikanten een grote rol en hebben babybedjes, spiegels, koelkasten en auto's één ding gemeen: ze zijn allemaal smart.
Intel en Nvidia wijden zich aan kunstmatige intelligentie en automotive. Omdat de twee bedrijven nog het meest verdienen aan pc-onderdelen, had Intel zijn nieuwe processorgeneratie Kaby Lake meegenomen (zie vanaf pagina 68) en toonde Nvidia zijn nieuwe middenklassegpu voor notebooks. Het startschot voor deze processors was voor de CES al gegeven, zonder veel bombarie. Fabrikanten van kant-en-klaar systemen voelden zich meer geroepen om deze nieuwe chips te presenteren. Daarnaast waren er chique HDR 4K-displays en -spelers te zien.
Geen waarheid voor ogen
Virtual en augmented reality was overal. Maar waar het enkele jaren geleden met de eerste uitvoeringen van de Oculus Rift, de HTC Vive en Microsofts Hololens nog allemaal veelbelovend klonk, ontbreekt het nog steeds aan een echte killer-applicatie.
Wel bepaalde Intel de koers met Project Alloy en de inside-out-tracking zonder externe sensors. Met merged reality, de technologie erachter, krijg je echter niet het gevoel compleet in een andere wereld te zitten. Enkele fabrikanten presenteerden zelfs vr-brillen die duidelijk slechter waren dan de Vive, Rift, Daydream, Gear VR en Playstation VR.
HTC had in tegenstelling tot Oculus VR, die dit jaar helemaal niets had aangekondigd, in elk geval nog nuttige accessoires. Naast een tracker-puck, die willekeurige voorwerpen in de virtuele wereld integreert, werd er eindelijk een betere hoofdband met geïntegreerde headset aangekondigd. Daarmee maakt de fabrikant de achterstand op de concurrentie goed.
Bij augmented en mixed reality was de situatie nog beroerder. Microsoft hoefde wat zijn Hololens betreft niet bang te zijn voor concurrentie. Wel hadden veel fabrikanten een bril met transparante glazen waarop beeld kan worden geprojecteerd, maar nergens kon kunstmatige content zo overtuigend in de echte wereld worden geintegreerd als bij de bril van Microsoft.
De demo's van ODG's R-8- en R9-brillen bestonden slechts uit simpele 3D-video's. Dat kon de eerste Moverio van Epson uit 2011 ook al. En er werd niet met mixed reality gewerkt – terwijl de fabrikant daar nota bene de mond vol van heeft.
Verder waren er enkele Google Glasskopieën die informatie in het perifere zichtveld weergeven; soms is dat handig (zoals bij de racefietsbril Solos), maar bij Chinese producten is het vaak gewoon 1-op-1 overgenomen.
Het is duidelijk dat augmented en mixed reality nog een lange weg te gaan hebben om mainstream-producten te worden, vooral wat de hardware betreft. Virtual reality-headsets werken daarentegen nu al prima. We lijken alleen nog niet zo goed te weten wat we met die techniek moeten doen. Er moet toch meer mogelijk zijn dan architectuurvisualisaties, vliegsimulaties of zombieshooters. Volgend jaar weer een kans …
Rijden op stroom
Vanwege de integratie van IT in auto's begint de CES steeds meer te lijken op een autoshow. De aanwezige modellen werden gepresenteerd als connected, geautomatiseerd en elektrisch. De auto van de toekomst zal definitief op elektriciteit rijden, verder (deels) autonoom worden en voorzien zijn van een slim assistentiesysteem. Dat laatste kunnen eigen ontwikkelingen zijn zoals de Yui van Toyota of Amazons Alexa (BMW, Ford en Volkswagen). Nissan heeft gekozen voor Cortana van Microsoft.
De autofabrikanten worden gevolgd door steeds meer toeleveranciers. Bij Bosch vormde een show-car onderdeel van de presentatie, waarbij je een autodag van de toekomst kon beleven, van het ontwaken in je smart home tot het forenzen in de autonome auto. Bosch toont meteen nieuwe bedieningsconcepten: in de auto zaten vier 12,3"-displays en door met je
ogen te bewegen kun je de inhoud op het snelheidsdisplay selecteren. Het scherm in de middenconsole is uitgerust met een systeem voor haptische feedback. Daarmee vind je content op de tast en stuur je op die manier items aan terwijl je je ogen op de weg houdt.
Fraai beeld
4K is voor televisies een minimale eis. High-end monitoren en tv's hebben een verhoogd contrast en vaak Dolby Atmos, waarmee het geluid ruimtelijker klinkt. Overal stonden gamers voor de monitoren met hoge resolutie, hoog contrast, hoge verversingssnelheid en grote, gebogen schermen (bijvoorbeeld Samsungs 28"-UH750 die vanaf april ook in Nederland verkrijgbaar moet zijn). Enkele schermen hebben Chromecast ingebouwd, zodat een pc of console overbodig wordt voor het afspelen van een film of muziek of om te gamen. Vormgevers zijn blij met de prachtige kleuren en de ultrahoge resolutie.
Voor de bezoekers was het soms moeilijk om de verschillen te bepalen. Samsung evenaarde met zijn lcd-tv's in elk geval het oled-niveau: door de quantum dots waren de kleuren beter en de kijkhoek groter. De technologie luistert naar de naam QLED.
LG presenteerde onder meer de 32UD99, een 32"-HDR 4K-monitor met 3840 × 2160 pixels (de HDR 10-standaard). Op tv-gebied showde LG zijn 'nano cell'technologie. Daarmee moeten kleuren verzadigder worden en zwart zwarter. In feite combineert LG in zijn nano-techniek een filter voor golflengtes rondom het geel en een organisch polarisatiefilter dat reflecties vermindert en zo de zwartwaarde verbetert. De nieuwe apparaten worden Super UHD-tv's genoemd. Echt spectaculair om te zien waren de superdunne 'Wallpaper' oled-tv van LG, Panasonics oled-tv met krachtige kleuren en de fraaie oled van Sony met ingebouwde geluidsprojectie. Het 3D-geluid klonk bij een eerste test uitstekend ruimtelijk.
LG was met de dunne Wallpaper-oled overigens niet alleen innovatief wat betreft de bouw van de televisie, maar ook bij het afspelen van panoramavideo's: bij de nieuwe tv's met WebOS 3.0 kun je in de video's inzoomen en met het stuurkruis van de afstandsbediening erin kijken dan wel bewegen.
Het viel op dat veel grote fabrikanten apparaten met Dolby Atmos hadden meegenomen. Sony toonde aparte soundbars met Dolby Atmos en LG ondersteunt het formaat direct in de soundbar die bij de Wallpaper-oled hoort. HDR 4K-tv's krijgen hun content van UHD-Blu-ray-spelers of gestreamd. Samsung, LG en Sony hadden nieuwe players, waarbij LG als enige het HDRformaat Dolby Vision ondersteunt.
Over één ding zijn de televisiefabrikanten het met elkaar eens, HDR 10 is voor het opslaan van video met verhoogd contrast niet optimaal. De reden is dat daarbij informatie over het door de studio gewenste beeld voor de gehele film in een keer naar de televisie wordt gestuurd.
Dynamische HDR-varianten geven een beter beeld. Dolby Vision is daarvan het bekendste formaat, maar ook Philips, Fraunhofer en Samsung hebben aan eigen oplossingen gewerkt. Alle vier de formaten kennen het probleem dat de doorgifte van dynamische metagegevens niet is opgenomen in de huidige HDMI-specificatie 2.0b. Vanaf HDMI 2.1, gepland voor het tweede kwartaal, moet dat wel het geval zijn. Omdat Dolby dat probleem al vroeg inzag, ontwikkelde het bedrijf een technologie waarbij de metagegevens in de videostream verborgen blijven. Op die manier kunnen ze ook al met een HDMI 1.4a-aansluiting aan de televisie worden doorgegeven.
We mogen dus uitkijken naar HDRmonitoren en -televisies met verzadigde kleuren en ruimtelijk geluid. Het is alleen voor de consument te hopen dat de fabrikanten de handen ineen slaan om de compatibiliteit te garanderen. (mvdm)