Op volle kracht
Bouwvoorstel voor een stille workstation-pc
Als je een zo zuinig mogelijke computer zoekt, kun je beter meteen doorbladeren. Bij dit bouwvoorstel voor een workstation-pc hebben we het woord Prestatie met een hoofdletter geschreven. In de basisvariant zit al een hexacore, 32 GB DDR4 in vier geheugenkanalen en een ssd van 1 TB. Daarmee is de workstation-pc onder meer geschikt voor krachtige rendering, videocodering en voor meerdere parallelle virtuele machines.
Als je dat nog te weinig vindt, kun je de pc uitbreiden met een robuuste grafische kaart (voor vier 4K-displays), een cpu met tien kernen inbouwen of het werkgeheugen upgraden naar 128 GB – dat hebben we getest met modules van Kingston. Bovendien kun je tien SATA-schijven op het moederbord aansluiten.
Afgezien van de performance hebben we rekening gehouden met wensen van lezers en met ons eigen idee van een optimale pc. Denk daarbij aan dingen als een stil apparaat, een stabiele werking bij allerlei soorten belasting en een goede samenwerking tussen de afzonderlijke onderdelen. Bij het selecteren van de onderdelen hielden we ook de prijs-kwaliteitverhouding in de gaten.
Frisse start
We zijn bij de workstation-pc weer helemaal van vooraf aan begonnen. Het LGA2011v3-platform met X99-chipset is al wel meer dan twee jaar oud, maar Intel heeft de decacore Core i7-9650X pas halverwege 2016 uitgebracht. Dat is voor die socket de jongste variant van cpu-generatie Broadwell E. De fabrikanten hebben voor de nieuwe processors ook nieuwe moederborden gemaakt. Vanwege zijn vele aansluitingen hebben we gekozen voor de Asus X99-A II met onder meer USB 3.1 Gen 2 met type A- en type C-poort, 10 x SATA 6G en een M.2-slot, en een U.2-aansluiting voor snelle PCIe-ssd's. Met acht DIMM-slots voor DDR4-geheugen wordt 128 GB werkgeheugen mogelijk.
Wat processor betreft viel ons oog op het instapmodel Core i7-6800K met zes kernen. Vergeleken met de duurdere Core i7-6850K ligt de kloksnelheid 200 MHz lager en biedt hij geen 40 maar slechts 28 PCIe 3.0-lanes. Voor de meeste toepassingen is dat echter meer dan genoeg. Met aftrek van 16 lanes voor de grafische kaart blijven er 12 lanes over voor PCIe-ssd's in M.2- of PCIe-formaat. Daarmee heb je snel 200 euro uitgespaard.
Voor krachtige multithread-toepassingen heeft een computer nooit genoeg kernen of werkgeheugen. Wil je extreem veel power, dan krijg je met dit high-end voorstel een stille pc met workstation-kwaliteit.
In de high-end cpu's van Intel is geen gpu geïntegreerd. Daarom zochten we voor de basisconfiguratie naar een zo goedkoop en zuinig mogelijke grafische kaart met HDMI 2.0 en DisplayPort 1.4. Daarmee is de kaart ook voorbereid op de toekomst. Aan 3Dperformance hebben we geen waarde gehecht. Zowel de Radeon RX 460 als de nieuwere GeForce GTX 1050 voldoen daarbij aan de voorwaarden. Die laatste was op het moment dat we de pc's bouwden alleen nog niet leverbaar.
Als je met de workstation-pc niet alleen wilt werken maar ook wilt gamen, kun je beter de GeForce GTX 1060 of Radeon RX 470 uit de allrounder inbouwen. Die kaarten hebben genoeg potentie voor 3Dgames in Full HD en WQHD (2560 × 1440). Ook kun je ze op vier 4K-displays aansluiten – handig bij bijvoorbeeld ontwikkelomgevingen waarbij veel schermruimte nodig is. Wil je moderne shooters zonder haperingen en met maximaal detailniveau op 4K-monitoren kunnen spelen, dan kun je beter de GeForce GTX 1080 nemen. Wel moet je daarvoor bereid zijn 900 euro neer te leggen.
De voeding moest voor de maximale configuratie wat extra reserve hebben. Daarom zijn we voor een 500W-model gegaan. Bij de keuze voor de kast moesten we met meer aspecten rekening houden: om te voorkomen dat de hexacore-cpu onder permanente belasting oververhit raakt, hebben we een massieve cpu-koeler met grote ventilator genomen. Om het moederbord met de geïnstalleerde cpukoeler makkelijker te monteren, zochten we een grotere behuizing. Dat was lastiger dan gedacht omdat de meeste nieuwe kasten tegenwoordig geen 5,25"-slots voor een optisch station meer hebben en ook geen ontkoppelframe voor een harde schijf.
De eerste keus was een Phanteks Enthoo Pro. Door een klein euvel werd die het toch niet: de powerknop werkte niet betrouwbaar omdat de plastic knop een halve millimeter te dik is en de microschakelaar eronder daardoor continu aanraakt. Na wat zoeken op internet bleek dat dit een bekend probleem van de kast is. Als alternatief kozen we voor de Cooler Master 690 III. De ingebouwde 3-pin-ventilators werkten niet samen met de ventilatorregeling van het moederbord, dus die zijn vervangen door twee PWM-ventilators.
Het duurde ook even voor we de juiste ssd te pakken hadden. De 1TB-variant van de Samsung 850 Evo, die we eerst op het oog hadden, was tijdens het bouwen van de pc's wekenlang niet leverbaar. We hebben daarom de Crucial MX300 met dezelfde capaciteit genomen. We hadden daar graag nog een snelle M.2-PCIe-ssd bij gehad, maar de Samsung 960 Evo van eind september (c't 1-2/2017, pagina 23) was tijdens het in elkaar zetten van de pc nog niet verkrijgbaar.
Schroevendraaier overbodig
Om de workstation in elkaar te zetten moet je wat meer tijd uittrekken dan bij de andere voorstellen – enerzijds doordat de pc uit meer onderdelen bestaat en anderzijds omdat ze wat lastiger te monteren zijn. Pak eerst de cpu-koeler uit. Daar zit namelijk een lange kruiskopschroevendraaier met magnetische punt bij waar we zeer over te spreken waren.
Eerst moet je het een en ander aan de behuizing doen. Omdat de kastventilators van Cooler Master in combinatie met de ventilatorregeling van het moederbord te veel lawaai maakten en ze ook niet optimaal gepositioneerd zijn, kun je ze het beste vervangen door twee Noctua-ventilators. Bouw die achterop en onder de bovenkant in de achterste positie in, zodat ze allebei naar buiten blazen. De andere grote ventilator vooraan hebben we niet aangesloten. Er kwam namelijk genoeg frisse lucht door de (tegen stof beschermde) openingen naar binnen. Vervolgens moet je de afstandshouders voor het moederbord monteren en het I/O-afdekplaatje, de voeding en de schijven.
Daarna bereid je het moederbord voor, buiten de kast. Als je de processor in de LGA2011v3-socket op het moederbord plaatst, moet je uiteraard oppassen met de gevoelige veertjes. Houd de goede volgorde in de gaten op het moment dat je beide vergrendelingshendeltjes sluit. Met cijfertjes staat aangegeven welk hendeltje je bij het openen en sluiten eerst moet bedienen.
Voordat je de cpu-koeler gaat monteren, moet je eerst een houder bovenop de processor bouwen. Nadat je een druppel koelpasta op de processor hebt aangebracht, zet je de koeler er zodanig op dat de ventilator in de richting van de externe aansluitingen blaast. Plaats daarna de werkgeheugenmodules. In de handleiding van het moederbord staat welke slots de juiste zijn voor de quadchannel-modus.
Til de combinatie van moederbord en koeler daarna voorzichtig in de behuizing die op zijn kant ligt. Schroef nog niets vast! De data- en voedingskabels zijn makkelijker aan te sluiten als je het moederbord nog kunt bewegen. Daarmee bedoelen we de 24-polige ATX- en achtpolige ATX12V-stekker, SATA 6G voor de harde schijven, de frontaansluitingen voor USB 3.0, USB 2.0 en audio en de stekkertjes voor leds en knopjes. Steek de ventilator van de cpu-koeler op de middelste 4-pins aansluiting van de drie naast elkaar (CPU_FAN). Om de kastventilators ook te
laten profiteren van onze geadviseerde BIOS-instellingen, moeten ze zijn aangesloten op CHA_FAN_1 en H_AMP_FAN. De positie van de ventilatoraansluitingen staat ook in de handleiding van het moederbord. Schroef het moederbord daarna vast.
Als laatste komt de grafische kaart in het systeem. Alle vier de voorgestelde kaarten hebben minstens een extra PEGvoedingsaansluiting nodig. Let er bij de Radeon RX 470 van Sapphire op dat het schuifschakelaartje aan de rand bovenop in de richting van de monitoraansluitingen wijst. Anders zullen de ventilators aanzienlijk meer lawaai maken.
Detailinstellingen
Bij de workstation-pc is een laag energieverbruik en laag ventilatortoerental alleen met de juiste BIOS-instellingen mogelijk. De optimale instellingen staan samen met de gebruikte onderdelen bij de link aan het eind.
We hebben de workstation-pc uitgeprobeerd met Windows 10 en Ubuntu 16.10. In principe hebben beide besturingssystemen de noodzakelijke drivers al standaard, anders worden ze geïnstalleerd via de updatefunctie. We raden aan om bij Windows de audio- en netwerkdriver van de betreffende chipfabrikant te installeren en ook onze patch voor het SATA Link Power Management. In het kader op pagina 53 staan tips om bij Linux energie te besparen. De workstation-pc levert bij toepassingen die zijn geoptimaliseerd voor multithread, bijvoorbeeld Cinebench R15, de dubbele performance van de stille allrounder. Heb je nog meer performance nodig, dan kun je de decacore Core i7-6950X inbouwen. Qua prijs moet je dan wel met minstens 1800 euro rekening houden. Het maximaliseren van het werkgeheugen (128 GB DDR4RAM) is daarmee met 'slechts' 800 euro goedkoper. Het LGA2011v3-platform is geen schoolvoorbeeld van energiebesparing. Idle verbruikt de workstation-pc 50 watt – meer dan de mini-pc bij volledige belasting. In het volgende artikel kun je lezen hoe je die kantoorcomputer snel kunt bouwen. Bij een idle desktop daalt het energieverbruik dan ineens tot onder de 8 watt.
(mvdm)