Fuji's X Mount-systeemcamera's
Fujifilms X-camera's zijn zo'n beetje de raspaarden onder de systeemcamera's. Elegant, verfijnd en robuust – maar niet voor zomaar iedereen. Fujifilm legde de basis met de in 2012 geïntroduceerde X-Pro1. Die zag eruit als een meetzoekercamera en had in tegenstelling tot de modellen van de concurrenten een optische zoeker. Critici vonden hem sterk op een Leica M lijken en gaven het topmodel de bijnaam 'poor man's Leica'. Maar het systeem is verder ontwikkeld en behoort inmiddels tot de meest excentrieke en speciale camera's die te koop zijn.
Niet alleen het design maakt het systeem uniek: de X Trans-sensor in APS-C-formaat heeft in tegenstelling tot andere chips geen Bayer-kleurfilters nodig. Hij imiteert de verdeling van analoge filmkorrel met behulp van een onregelmatig 6 bij 6 kleurenraster. De sensor is echter niet goedkoop.
Voor beginners
De X-A10 van 500 euro (kitprijs) is de nieuwe instapper binnen het X-systeem. Hij heeft een normale APS-C-sensor met Bayer-filter en 16 megapixels. Er zit geen elektronische zoeker op. Zijn behuizing is een mix van kunststof en aluminium. Het display is 180 graden te kantelen – voor selfies uiteraard. Het is een interessante instapper met een klassiek uiterlijk. De circa 100 euro duurdere X-A3, met 24 megapixels en meer autofocuspunten
Geen modusknop meer, maar een wieltje voor de belangrijkste instellingen. Fujifilms X-camera's laten de bediening van analoge spiegelreflexcamera's herleven.
(77 in plaats van 49), is behalve in zwart en zilver ook in fris roze te krijgen.
Voor gevorderden
Een treetje hoger is het gedaan met de kekke kleurtjes, dan wordt het tijd voor serieuzer spul: de beroemde X Trans-sensor. De X-E2-serie is er in zwart en zilver met een kitlens voor 900 euro. Dan krijg je er ook een elektronische zoeker bij. De resolutie blijft 16 megapixel. Behalve de kleurtjes is er nog
een verschil: instappers X-A10 en X-A3 hebben een niet erg snelle contrastautofocus. De X-E2 en de opgeleukte X-E2S hebben een hybride autofocus die contrast- en fasedetectie-autofocus combineert.
Voor vergevorderden
De X-A en X-E zijn allemaal leuk en aardig, maar het zijn de topmodellen die Fujifilm zijn reputatie hebben gegeven. De X-Pro2 is voor puristen. Dat zijn de fotografen die het design van een camera net zo belangrijk vinden als het beeld. De camera heeft het uiterlijk van een meetzoekermodel. In tegenstelling tot andere digitale camera's heeft hij een optische zoeker, die afhankelijk van de focus van de lens het beeldkader aangeeft. Een hommage aan de analoge fotografie zonder vergrootfunctie of focuspeaking. Het is een kwestie van smaak en zal een andere generatie aanspreken. Aangezien een optische zoeker niet altijd even praktisch is, kun je ook een elektronische zoeker aanzetten en daar de voordelen van gebruiken.
De X-T2, het tweede topmodel, ligt dichter bij analoge spiegelreflexcamera's. Aan de bovenkant zit een opvallende pseudo-spiegelbehuizing voor de elektronische oled-zoeker. De camera is daardoor niet zo lomp en ligt prettiger in de hand met grotere lenzen. Net als de X-Pro2 is ook de X-T2 stof- en spatwaterbestendig. Zijn extra voordeel is dat hij tot min tien graden aankan. Echt lekker betaalbaar zijn beide camera's niet: alleen al voor de body ben je zo'n 1600 euro kwijt. Bij aanschaf van een kit zit je al gauw op 1900 euro of meer. De vergelijkbare Canon 7D Mark II spiegelreflexcamera had in zijn begindagen een prijs rond de 1700 euro, maar inmiddels is die voor tegen de 1500 euro te koop.
Lenzen
Fujifilm biedt voor zijn weerbestendige body's inmiddels zes vaste- vaste en zoomlenzen. Die herken je aan de WR in de naam. De meest betaalbare is de XF18-135mm f/3.5-5.6 voor 800 euro. Dat ben je ook kwijt aan een weerbestendige 90 mm macrolens. De robuuste en lichtsterke 16-55mm-standaardzoom koop je voor zo'n 1100 euro. In totaal zijn er 20 lenzen voor het X-systeem. Fujifilm concentreert zich op hoogwaardige vaste brandpuntsafstanden en gaat ook voor niche-lenzen als de Fujinon XF56mm F1.2 R, die ook als APD-versie (1300 euro) te koop is. Die heeft een filter dat voor zeer harmonische, zachte bokehs zorgt. Ook bij de zoomlenzen concentreert Fujifilm zich op hoogwaardig spul met diafragma's van f/2.8 tot f/4.0. Zeiss vult het aanbod van Fujifilm aan met drie Touit-lenzen met autofocus. Het gaat dan om dezelfde brandpuntsafstanden als bij het E-Mount-systeem van Sony.
Ook voor het X-systeem zijn er veel adapters. Fujifilm heeft zelf een Leica Mmount-adapter op zijn site staan. Die is bij veel online shops te koop voor ongeveer 140 euro. Daarmee kun je de lenzen van het Leica M-systeem op je X-camera zetten. Optisch ziet dat er goed uit, de M-lenzen zijn zeer compact en ook het design past goed bij elkaar. Lenzen van Canon en Nikon zijn onder andere met adapters van Metabones op de camera's van Fujifilm te zetten. De prijzen zijn echter niet mals: rond de 400 euro. Ook Noviflex en Quenox bieden op dat gebied een flinke keus aan adapters.
Bijzonderheden
Door de Fujifilm X Trans-sensor en het eigenzinnige design is het X-systeem zeker een exoot onder de systeemcamera's. Maar ook de bediening is anders dan bij de rest. Een wieltje om simpel van modus te wisselen zit op de meeste X-camera's niet. In plaats daarvan zijn er kartelwieltjes voor sluitertijden, belichtingscorrectie en ISOgevoeligheid. Het diafragma regel je via de lens. Alle wieltjes (behalve voor de belichtingscorrectie) hebben een automatische instelling (A), zodat de camera in alle gangbare belichtingsmodi zijn werk kan doen. Niet alleen de bediening is een hommage aan de analoge fotografie: de X-camera's simuleren naar keuze ook analoge films. Dat zijn onder meer Velvia, Provia en Astia. Daar is Acros voor zwartwitfilmsimulatie nog bijgekomen. Bovendien kun je foto's voorzien van een filmkorreleffect. (avs)